3.1
Veiligheid en andere maatregelen bij het onderhoud van de machine
3.1.2
Veiligheids- en brandreglementen bij
het vervangen van bedrijfsvloeistoffen
Ten aanzien van het brandgevaar zijn de gebruikte ontvlambare
vloeistoffen op de machine ingedeeld in volgende gevarenklas-
sen:
•
Gevarenklasse I - Propaanbutaan (LPG)
•
Gevarenklasse II - diesel
•
Gevarenklasse IV - minerale oliën, smeervetten
De plaats voor de vervanging van oliën moet zodanig gesitu-
eerd zijn dat het geen zones met explosie- of brandgevaar over-
lapt.
De plaats moet aangeduid zijn door bordjes en markeringen
met "Roken verboden" en "Gebruik van open vuur verboden".
De manipulatiezone moet zo groot zijn, dat zij de hoeveelheid
ontvlambare vloeistof kan opvangen die gelijk is aan de capaci-
teit van het grootste vat of transportcontainer.
De plaats moet uitgerust zijn met draagbare brandblustoestel-
len.
Voor de manipulatie met olie- of dieselbrandstof en andere
bedrijfsvloeistoffen, gebruik vaten zoals metaalvaten, tanks en
metalen kannen.
De transportvaten moeten tijdens de opslag goed afgesloten
zijn.
De vaten moeten voorzien zijn alleen van een opening, steeds
opgeslagen met deze opening naar boven en beveiligd tegen
leeglopen en druipen van hun inhoud.
De vaten moeten gemarkeerd zijn met niet verwijderbare op-
schriften die de inhoud en het brandgevaarklasse weergeven.
124
F80W