3.7 Werkbedrijf..........................30 3.7.1 Personen in de gevarenzone..................... 30 3.7.2 Bedrijf............................30 3.7.3 Machine parkeren........................30 3.8 Tanken............................31 3.9 Onderhoudswerkzaamheden..................... 32 3.9.1 Inleidende opmerkingen......................32 3.9.2 Werkzaamheden aan de motor....................32 3.9.3 Reinigingswerkzaamheden......................32 3.9.4 Na de onderhoudswerkzaamheden................... 32 DFP9...
In het kader van de technische ontwikkeling behouden wij ons wij- zigingen zonder voorafgaande aankondiging voor. Deze gebruiksaanwijzing en onderhoudshandleiding is ook ver- krijgbaar in andere talen. Bovendien kunt u de catalogus van vervangingsonderdelen onder vermelding van het serienummer van uw machine verkrijgen. DFP9...
Pagina 9
Inleiding – Voorwoord Garantie- en aansprakelijkheidsvoorwaarden van de algemene verkoop- en levervoorwaarden van Dynapac GmbH blijven door voornoemde of later gegeven informatie onverminderd van kracht. Wij wensen u veel succes met uw Dynapac machine. DFP9...
Type Serienummer (2): Nominal Power Operating Mass Year of Construction Serial-No. Ammerländer Str. 93 D-26203 Wardenburg Made in Germany B-924-0001 Afb. 1: Typeplaatje van de machine (voorbeeld) Motortype en motornummer Gelieve hier in te vullen: Motortype: Motornummer: Afb. 2 DFP9...
Totale trilwaarde a , op steenslag vastgesteld volgens ISO 5349 en EN 500. Geassocieerde onzekerheid K = 0,3 m/s , vastgesteld volgens EN 12096. Rekening houden met dagelijkse trilbelasting (wettelijke maatre- gelen ter bescherming van de werknemer volgens 2002/44/EG). DFP9...
WAARSCHUWING! Levensgevaar of gevaar van zware verwon- dingen bij niet-inachtneming! Zo gekenmerkte plaatsen wijzen op een gevaar- lijke situatie, die tot de dood of zware verwon- dingen kan leiden als de waarschuwing niet in acht wordt genomen. DFP9...
Werkschoenen Ter bescherming tegen zware vallende delen en uit- glijden op een gladde ondergrond. Werkhandschoenen Ter bescherming van de handen tegen schaafwonden, steken of diepere verwondingen, tegen irriterende en bij- tende stoffen en tegen verbrandingen. DFP9...
3.1.5 Niet-doelmatig gebruik Bij niet-doelmatig gebruik kunnen er van de machine gevaren uit- gaan. Elk gevaar door niet-doelmatig gebruik is een situatie die valt onder de verantwoordelijkheid van de exploitant resp. bestuurder/ bediener, en niet onder die van de fabrikant. DFP9...
Pagina 19
Het starten en inzetten van de machine in explosieve omgevingen resp. groeves is verboden. Voorgeschreven optil- en sjorpunten moeten conform deze hand- leiding worden gebruikt. Het is verboden om andere optil- en sjor- punten (bijv. geleidebeugel, geleidedissel) te gebruiken. DFP9...
Neem de nationale wetten en voorschriften in acht. Rechten, plichten en gedragsregels voor de bestuurder resp. de bediener: De bestuurder resp. de bediener moet: over zijn rechten en plichten geïnstrueerd zijn, een voor de inzetvoorwaarden adequate beschermende uitrus- ting dragen, de gebruiksaanwijzing gelezen en begrepen hebben, DFP9...
Pagina 21
Personen die onder invloed van alcohol, medicamenten of verdo- vende middelen zijn, mogen de machine niet bedienen, onder- houden of repareren. Onderhoud en reparatie vereisen speciale kennis en mogen alleen door opgeleid vakpersoneel worden uitgevoerd. DFP9...
3.3.4 Beschadigingen, gebreken, misbruik van veiligheidsinrichtingen Machines die functioneel en in het verkeer niet veilig zijn, moeten onmiddellijk buiten bedrijf gesteld en mogen tot aan reparatie zoals voorgeschreven niet ingezet worden. Veiligheidsinrichtingen en -schakelaars mogen niet verwijderd of onwerkzaam gemaakt worden. DFP9...
Maatregelen bij onopzettelijk vrijkomen Hantering en opslag Begrenzing en bewaking van de blootstelling/Persoonlijke beschermende uitrusting Fysische en chemische eigenschappen Stabiliteit en reactiviteit Toxicologische opgaven Opgaven met betrekking tot het milieu Informatie over de verwerking Opgaven over het transport Wetgeving Overige informatie DFP9...
MILIEU! Olie is schadelijk voor het milieu! – Olie altijd bewaren in reservoirs die voldoen aan de voorschriften. – Gemorste olie meteen binden met een olie- bindmiddel en volgens de voorschriften ver- werken. – Olie en oliefilters milieuvriendelijk verwerken. DFP9...
Benzine is schadelijk voor het milieu! – Benzine altijd bewaren in reservoirs die vol- doen aan de voorschriften. – Gemorste benzine meteen binden met een oliebindmiddel en volgens de voorschriften ver- werken. – Benzine en brandstoffilters volgens de voor- schriften verwerken. DFP9...
Brandstofstabilisatordampen niet inademen. – Brandstofstabilisator niet inslikken. – Contact met brandstofstabilisator vermijden. MILIEU! Brandstofstabilisator is schadelijk voor het milieu! – Gemorste brandstofstabilisator meteen binden met een oliebindmiddel en volgens de voor- schriften verwerken. – Brandstofstabilisator volgens de voorschriften verwerken. DFP9...
Hefwerktuigen alleen bevestigen aan de voorziene hefpunten. Voor personen bestaat levensgevaar, als ze onder zwevende lasten komen of daaronder staan. Bij het optillen erop letten dat de last niet in ongecontroleerde beweging komt. Indien vereist de last onder controle houden met behulp van leikabels. DFP9...
Vóór het starten en voordat de machine wordt bewogen, erop letten dat niemand zich in de gevarenzone bevindt. Machine alleen in bedrijf nemen met gemonteerde een neergelaten geleidebeugel. Altijd toezicht houden op machine met lopende motor en deze vasthouden. DFP9...
1,5 meter, een maximale diepte van 3 meter of een minimum lengte van minder dan 10 meter voor voldoende be- en ontluchting moet worden gezorgd. DFP9...
Machine indien mogelijk parkeren op een horizontale, vlakke en stevige ondergrond. Vóór het verlaten van de machine: Motor afzetten, Machine beveiligen tegen kantelen, en de machine beveiligen tegen onbevoegd gebruik. Geparkeerde machines die een hindernis vormen, door opvallende maatregelen afschermen. DFP9...
Geen brandstof morsen. Uitlopende brandstof opvangen, niet in de grond laten wegsijpelen. Gemorste brandstof wegvegen. Vuil en water ver houden van de brandstof. Ondichte brandstoftanks kunnen explosies veroorzaken. Voor een dichte zitting van het deksel van de brandstoftank zorgen, evt. het deksel onmiddellijk vervangen. DFP9...
3.9.3 Reinigingswerkzaamheden Reinigingswerkzaamheden nooit uitvoeren bij lopende motor. Vóór reinigingswerkzaamheden de motor laten afkoelen. Nooit benzine of andere licht ontvlambare stoffen gebruiken voor de reiniging. 3.9.4 Na de onderhoudswerkzaamheden Alle bescherminrichtingen weer aanbrengen. DFP9...
Machine pas na reparatie weer in bedrijf nemen. Bij de vervanging van veiligheidsrelevante componenten mogen uitsluiten originele onderdelen worden gebruikt. Reparaties mogen alleen worden uitgevoerd door een deskundige/ bevoegde persoon. Bij laswerkzaamheden aan de machine de brandstoftank afdekken met isolerend materiaal. DFP9...
Inbetriebnahme wöchentlich avant la mise en service hebdomadairement anterior a la puesta en servicio cada semana annual twice annual jährlich halbjährlich annuellement tous les 6 mois anualmente cada 6 meses 008 338 01 B-924-0015 Afb. 6 DFP9...
Pagina 35
Voor uw veiligheid – Bebording Waarschuwingsbord - gebruiksaanwijzing in acht nemen Afb. 7 Gebodsbord - gehoorbescherming dragen Afb. 8 Informatiebord - gegarandeerd geluidsvermogensniveau Afb. 9 Informatiebord - vastsjorpunt Afb. 10 DFP9...
Pagina 36
Voor uw veiligheid – Bebording Informatiebord - ophefpunt Afb. 11 Informatiebord - vulopening benzine Gasoline/Benzin B-DEC-0216 Afb. 12 Informatiebord - vulopening water Water B-DEC-0218 Afb. 13 Kort bedieningsbord Afb. 14 DFP9...
Pagina 37
6 mois cada 6 meses anualmente B-DEC-0276 Afb. 15 Typeplaatje van de machine (voorbeeld) Made by Designation Type Nominal Power Operating Mass Year of Construction Serial-No. Ammerländer Str. 93 D-26203 Wardenburg Made in Germany B-924-0002 Afb. 16 DFP9...
Display- en bedieningselementen – Motor 4.1 Motor 4.1.1 Overzicht Afb. 17 Startschakelaar Toerentalregelaar Startklephefboom Omkeerstarter Brandstofkraan 4.1.2 Startschakelaar Stand "OFF" Ontsteking uit Stand "ON" Ontsteking aan Afb. 18 DFP9...
Display- en bedieningselementen – Motor 4.1.3 Toerentalregelaar Stand "MIN" stationair toerental Stand "MAX" Maximaal toerental Afb. 19 4.1.4 Startklephefboom Stand "Links" Startklep gesloten Stand "Rechts" Startklep open Afb. 20 4.1.5 Omkeerstarter Afb. 21 DFP9...
Display- en bedieningselementen – Waterbesproeiing 4.2 Waterbesproeiing Afsluitkraan waterbesproeiing Afb. 23 4.2.1 Afsluitkraan Stand "0" Waterbesproeiing uit Tegen de klok in Waterbesproeiing aan draaien Traploze verstelling van de hoeveelheid voor de besproeiing tot stand "MAX" Afb. 24 DFP9...
Ä Hoofdstuk 3.4 “Omgang met bedrijfsstoffen” op pagina 23. WAARSCHUWING! Verwondingsgevaar door draaiende compo- nenten! – Bij werkzaamheden aan de machine garan- deren, dat de motor niet kan worden gestart. Ä Hoofdstuk 6.5 “Machine Machine beveiligd neerzetten beveiligd neerzetten” op pagina 62. DFP9...
Controles vóór inbedrijfstelling – Zicht- en functiecontroles 5.2 Zicht- en functiecontroles Brandstoftank en -leidingen controleren op toestand en dicht- heid. Schroefverbindingen controleren op vaste zitting. Machine controleren op vervuiling en beschadigingen. Luchtaanzuigbereik controleren op vervuiling. Startkabel controleren op schuurplaatsen. DFP9...
ð Het oliepeil moet tussen de "MIN" en "MAX"-markering liggen. AANWIJZING! B-834-0026 Gevaar van motorschade! Afb. 27 – Motorolie niet overvullen. Als het oliepeil daaronder staat olie bijvullen tot de "MAX"- markering. Oliemeetstaaf erin schroeven. DFP9...
Ä Hoofdstuk 6.5 “Machine Machine beveiligd neerzetten beveiligd neerzetten” op pagina 62. Omgeving van de vulopening reinigen. Deksel eraf nemen en vulstand controleren door zichtcon- trole. Indien vereist brandstof bijvullen door een trechter met zeef- filter. Deksel sluiten. Afb. 29 DFP9...
Deksel sluiten. B-834-0224 Afb. 32 Alternatief kan de watertank ook eraf genomen en om hem te vullen getransporteerd worden. Afsluitkraan (1) sluiten. Slangklem losmaken en slang (2) aan de afsluitkraan eraf trekken. Watertank naar boven eraf nemen. Afb. 33 DFP9...
Pagina 52
Controles vóór inbedrijfstelling – Watervoorraad controleren, bijvullen DFP9...
Beide delen van de geleidebeugel ineensteken en monteren met de bevestigingsschroeven. Bevestigingsschroeven van binnen erin zetten, opdat de geleidebeugel volledig kan worden omgeklapt. Afb. 34 Geleidebeugel uiteendrukken en op de houders steken. Geleidebeugel aan beide kanten met borgclips vergrendelen. Afb. 35 DFP9...
Machine alleen in bedrijf nemen met gemonteerde een neergelaten geleidebeugel. Veiligheidsuitrusting: Gehoorbescherming Beschermende werkkleding Werkhandschoenen Werkschoenen De motor slaat bij te laag motoroliepeil niet aan. Geleidebeugel omklappen in werkstand. Garanderen dat er zich geen personen bevinden in de geva- renzone. DFP9...
Pagina 56
Startklep alleen sluiten bij koude motor. Bij warme motor of warme buitentempera- turen moet de startklep open blijven, opdat de motor niet verzuipt. Starterklep sluiten. Afb. 37 Toerentalregelaar op "MIN" zetten. Afb. 38 Startschakelaar in stand "ON" zetten. Afb. 39 DFP9...
Pagina 57
– Motor vóór het begin van het werk korte tijd warm laten lopen. Motor niet direct onder vollast laten draaien. Als de motor na ca. 3 tot 5 seconden weer afslaat: Afb. 42 Starterklep nog eens sluiten. Startproces herhalen. DFP9...
Pagina 58
Bediening – Motor starten Als de omkeerstarter bij gesloten starterklep vaak wordt geactiveerd, dan zuigt de motor te veel brandstof aan en kan hij niet aanslaan Ä Hoofd- stuk 9.3 “Uitkomst bij verzopen motor” op pagina 105. DFP9...
Componenten kunnen tijdens het bedrijf of vlak daarna zeer heet zijn. WAARSCHUWING! Verbrandingsgevaar door hete onderdelen! – Persoonlijke beschermende uitrusting dragen (werkhandschoenen, beschermende werkkle- ding). – Aanraking met hete componenten vermijden. WAARSCHUWING! Gehoorverlies door hoge lawaaibelasting! – Persoonlijke beschermende uitrusting dragen (gehoorbescherming). DFP9...
Pagina 60
"MAX". Toerentalregelaar in stand "MAX" zetten. ð De machine trilt vooruit. Afb. 43 Machine leiden aan de geleidebeugel. Afb. 44 Bij korte werkonderbrekingen altijd de toerentalregelaar in stand "MIN" (stationair) zetten. ð Trillen is uit. Afb. 45 DFP9...
Bediening – Waterbesproeiing in-/uitschakelen 6.4 Waterbesproeiing in-/uitschakelen De waterbesproeiing met de afsluitkraan in- resp. uitscha- kelen: Stand "0" Waterbesproeiing uit Tegen de klok in Waterbesproeiing aan draaien Traploze verstelling van de hoeveel- heid voor de besproeiing tot stand "MAX" Afb. 46 DFP9...
Toerentalregelaar in stand "MIN" (stationair) zetten. Afb. 47 AANWIJZING! Gevaar van motorschade! – Motor niet uit het vollastbedrijf plotseling afzetten, maar nog ca. twee minuten sta- tionair laten nalopen. Startschakelaar in stand "OFF" zetten. ð De motor wordt afgezet. Afb. 48 DFP9...
Pagina 63
Bediening – Machine beveiligd neerzetten Brandstofkraan helemaal sluiten. en de machine beveiligen tegen onbevoegd gebruik. Afb. 49 DFP9...
Pagina 64
Bediening – Machine beveiligd neerzetten DFP9...
Hefwerktuig inhangen in het voorziene hefoog (1). GEVAAR! Levensgevaar door zwevende lasten! – Niet onder zwevende lasten komen of daaronder staan. Machine voorzichtig optillen en neerzetten op de voorziene plaats. Afb. 50 Machine evt. aan de grepen op een vlakke ondergrond trekken. Afb. 51 DFP9...
Aanslagmiddelen mogen niet door machinedelen beschadigd worden. Veiligheidsuitrusting: Werkhandschoenen Geleidebeugel omklappen. Minstens twee geschikte sjorriemen kruiselings over het gekenmerkte sjorpunt trekken. Machine zoals voorgesteld veilig vastsjorren op het transport- voertuig. Geleidebeugel met geschikte middelen beveiligen tegen onopzettelijk omslaan. Afb. 52 DFP9...
Met de aanslagbout (1) de geleidebeugel vergrendelen. Aanslagbout (2) ontgrendelen en transportwielen omlaag- klappen. B-834-0225 Afb. 53 Machine met de geleidebeugel omhoogduwen en de trans- portwielen onder de grondplaat klappen. ð Nu kan met de machine worden gereden. B-834-0226 Afb. 54 DFP9...
Geen gereedschappen of andere voorwerpen die schade zouden kunnen veroorzaken, in of op de machine laten liggen. Bedrijfsstoffen, filters, afdichtelementen en poetsdoeken na uitvoe- ring van de onderhoudswerkzaamheden milieuvriendelijk ver- werken. Alle veiligheidsinrichtingen na uitvoering van de onderhoudswerk- zaamheden weer aanbrengen. DFP9...
(E10) of maximaal 5 volumeprocent methanol gebruiken. Methanol moet ook cosolventen en corrosiewerende stoffen bevatten. Geen brandstof met een hoger ethanol- of methanolgehalte inzetten. De inzet van brandstof met een hoger ethanol- of methanolgehalte leidt tot start- en/of vermogensproblemen resp. tot beschadigingen van het brandstofsysteem. DFP9...
Oude brandstof wordt door het bijmengen van brandstofstabilisator niet geregenereerd. 8.2.3 Olie voor opwekasbehuizing Alleen motorolies volgens de volgende specificaties gebruiken: API CI-4 of hoogwaardiger Mengingen van motorolies vermijden. AANWIJZING! Componenten kunnen beschadigd worden! – Geen asarme motorolies gebruiken voor de opwekasbehuizing. DFP9...
SAE 10W-40 0,25 l Ä Hoofdstuk 8.2.3 “Olie voor Specificatie: (0.07 gal us) opwekasbehuizing” op pagina 72 Componenten kunnen beschadigd worden! Geen asarme motorolies gebruiken voor de opwekasbehuizing. SAE 15W-40 SAE 10W-30 Watertank Water Antivriesmengsel 7,0 l (1.8 gal us) DFP9...
Ä Hoofdstuk 8.7.1 “Motorolie verversen” Motorolie verversen op pagina 79. Motor en machine controleren op dichtheid. Bevestigingsschroeven van luchtfilter, uitlaatdemper en andere aanbouwdelen aandraaien. Schroefverbindingen aan de machine aandraaien. Ä Hoofdstuk 8.9.4 “V-riem onderhouden” V-riem controleren op pagina 94. Opwekasbehuizing oliestand controleren. DFP9...
Luchtfilter demonteren Vleugelmoer (1) eraf schroeven en deksel (2) eraf nemen. Deksel reinigen. Vleugelmoer (3) eraf schroeven en filterelement (4) eraf nemen. Rubber afdichting (5) controleren, evt. vernieuwen. Rubber afdichting kleeft vaak vast aan het fil- terelement. B-HON-0033 Afb. 57 DFP9...
Pagina 77
Schuimstog inzetstuk (5) in warm zeepwater wassen, afspoelen en grondig laten drogen. Schuimstof inzetstuk doordrenken met schone motorolie en overtollige olie eruit drukken. Beide inzetstukken zorgvuldig controleren op gaten en scheuren. Bij beschadiging de inzetstukken vernieuwen. Schuimstof inzetstuk over het papieren inzetstuk trekken. DFP9...
Pagina 78
Gevaar van motorschade! – Filterelement juist erin zetten. Rubber afdichting (5) erin zetten. Filterelement (4) juist erin zetten en vastdraaien met de vleu- gelmoer (3). Deksel (2) met vleugelmoer (1) vastdraaien. Filterelement (indien vernieuwd) milieuvriendelijk verwerken. B-HON-0033 Afb. 60 DFP9...
Aftapplug reinigen en met een nieuwe afdichtring (2) erin schroeven. Olie tot aan de onderkant van de vulopening erin gieten. Oliemeetstaaf (1) inbouwen. Na kort proefdraaien dichtheid controleren. Oliepeil aan de meetstaaf controleren, evt. corrigeren. Olie milieuvriendelijk verwerken. B-834-0026 Afb. 63 DFP9...
Onderhoudswerkzaamheden ten laatste na 250 bedrijfsuren uitvoeren. AANWIJZING! Gevaar van motorschade! Wij raden aan om deze handeling alleen door geschoold personeel resp. onze klantendienst te laten uitvoeren. – Laat de motor voor de controle van de klepspe- ling afkoelen. DFP9...
Pagina 81
(1). Afb. 66 Klepspeling controleren Klepspeling: Aanzuigklep (IN) 0,08 mm (0.003 in) Uitstroomklep (EX) 0,10 mm (0.004 in) Klepspeling met een voelermaat tussen klephefboom (2) en klepsteel (1) aan beide kleppen controleren, evt. instellen. Afb. 67 DFP9...
Controleer de motor na kort proefdraaien op dichtheid. Afb. 69 8.8.3 V-riem vernieuwen Veiligheidsuitrusting: Beschermende werkkleding Werkschoenen Werkhandschoenen Machine beveiligd neerzetten Ä Hoofdstuk 6.5 “Machine beveiligd neerzetten” op pagina 62. Motor laten afkoelen. Bevestigingsschroeven (2) losdraaien en V-riembescherming (1) demonteren. B-834-0144 Afb. 70 DFP9...
ð Doordrukmaat: ca. 5 mm (0.2 in). Afb. 73 V-riembescherming (1) monteren met bevestigingsschroeven (2). V-riemspanning na 25 bedrijfsuren opnieuw controleren, evt. naspannen. B-834-0144 Afb. 74 8.8.3.1 Frequentie van de grondplaat controleren Voeten en handen weg van de trillende grondplaat. DFP9...
Roken en open vuur zijn verboden. – Warmtebronnen, vonken en andere ontste- kingsbronnen uit de buurt houden. – Benzine niet morsen. Veiligheidsuitrusting: Beschermende werkkleding Werkhandschoenen Ä Hoofdstuk 6.5 “Machine Machine beveiligd neerzetten beveiligd neerzetten” op pagina 62. Motor laten afkoelen. DFP9...
Pagina 85
Filterbeker (3), O-ring (2) en filter (1) demonteren. Filterbeker en filter reinigen in niet-ontbrandbaar oplos- middel, dan grondig drogen. Afb. 76 A Aanzicht van beneden: uitrichting van het filter bij de inbouw Brandstofkraan openen en uitlopende brandstof opvangen. Brandstofkraan sluiten. Afb. 77 DFP9...
Pagina 86
Brandstofzeef reinigen, toestand van het zeefrooster contro- leren, evt. vernieuwen. Brandstofzeef met nieuwe afdichting stevig erin schroeven. Brandstofslang met slangklem monteren. Afb. 80 Brandstoftank met zeskantmoeren (2) en zeskantschroef (1) monteren. Dichtheid van het brandstofsysteem controleren. Brandstof en vernieuwde componenten milieuvriendelijk ver- werken. Afb. 81 DFP9...
(3). Deksel (2) met vleugelmoer (1) vastdraaien. Filterelement milieuvriendelijk verwerken. Afb. 84 8.8.6 Startkabel vernieuwen Veiligheidsuitrusting: Beschermende werkkleding Werkhandschoenen Ä Hoofdstuk 6.5 “Machine Machine beveiligd neerzetten beveiligd neerzetten” op pagina 62. Motor laten afkoelen. Omkeerstarter demonteren. Afb. 85 DFP9...
Pagina 89
– Startergreep niet te snel terug laten schieten. Fixering van de spoel verwijderen en startergeep langzaam terugleiden in de uitgangspositie. Door aan de startergreep te trekken werking en lichte loop Afb. 89 van de omkeerstarter testen. DFP9...
Machine neerzetten op een vlakke ondergrond. Ä Hoofdstuk 6.5 “Machine Machine beveiligd neerzetten beveiligd neerzetten” op pagina 62. Machine iets naar de olieaflaatkant kantelen en beveiligd tegen ongevallen onderstutten. Afsluitschroef (1) eruit schroeven en uitlopende olie opvangen. Afb. 91 DFP9...
Pagina 91
Onderhoud – Jaarlijks Machine recht zetten. AANWIJZING! Componenten kunnen beschadigd worden! Geen asarme motorolies gebruiken voor de opwe- kasbehuizing. Olie tot aan de onderkant van de opening erin gieten. Afsluitschroef (1) erin schroeven. Afb. 92 Olie milieuvriendelijk verwerken. DFP9...
Droog vuil met een passende borstel aan alle koelribben en koelluchtaanzuigopeningen loswerken. VOORZICHTIG! Gevaar van oogletsel door rondvliegende deeltjes! – Draag een persoonlijke beschermende uitrusting (werkhandschoenen, bescher- mende werkkleding, veiligheidsbril). Afb. 93 Koelribben en koelluchtaanzuigopeningen uitblazen met perslucht. Reinigen met koudreiniger Bij met olie vervuilde motor koudreiniger gebruiken. DFP9...
AANWIJZING! Constructiedelen kunnen door het binnen- dringen van water beschadigd raken! – Waterstraal niet direct in luchtfilter, carburateur, omkeerstarter, luchtaanzuiging of startschake- laar houden. Machine reinigen met een waterstraal. Motor korte tijd laten warmlopen om roestvorming te voor- komen. DFP9...
(1) demonteren. B-834-0144 Afb. 95 Toestand en spanning van de V-riem controleren, evt. spannen. ð Doordrukmaat: ca. 5 mm (0.2 in). Evt. V-riem naspannen, bij beschadiging de V-riem ver- nieuwen Ä Hoofdstuk 8.8.3 “V-riem vernieuwen” op pagina 82. Afb. 96 DFP9...
Werkhandschoenen Speciaal gereedschap: 13/16 inch bougiesleutel Machine beveiligd neerzetten Ä Hoofdstuk 6.5 “Machine beveiligd neerzetten” op pagina 62. Motor minstens 15 minuten laten afkoelen. Omgeving van de bougie reinigen. Bougie met een 13/16 inch bougiesleutel eruit schroeven. Afb. 98 DFP9...
Maatregelen vóór de stillegging GEVAAR! Levensgevaar door exploderend gas-lucht- mengsel! – Benzine niet op hete constructiedelen terecht laten komen. – Roken en open vuur zijn verboden. – Warmtebronnen, vonken en andere ontste- kingsbronnen uit de buurt houden. – Benzine niet morsen. DFP9...
Pagina 97
Aftapplug (3) en afdichting (4) aan de carburateur demon- teren en uitlopende brandstof opvangen. Filterbeker (2) en O-ring (1) demonteren. Brandstofkraan openen en uitlopende brandstof opvangen. Brandstofkraan sluiten. Aftapplug met afdichting aan de carburateur monteren. Filterbeker met O-ring monteren. Brandstof milieuvriendelijk verwerken. Afb. 102 DFP9...
Roken en open vuur zijn verboden. – Warmtebronnen, vonken en andere ontste- kingsbronnen uit de buurt houden. – Benzine niet morsen. Oliepeilen controleren. Indien de brandstof vóór de stillegging werd afgelaten, de brandstoftank vullen. Slangen en leidingen controleren op scheuren en dichtheid. DFP9...
Pagina 99
Onderhoud – Indien nodig Machine grondig reinigen. Motor na het starten 15 tot 30 minuten met stationair toe- rental laten lopen. DFP9...
Als u de oorzaak van een storing niet herkent of een storing aan de hand van de storingstabel niet zelf kunt verhelpen, gelieve u dan te wenden tot onze klantendienst. DFP9...
Motor wordt erg Gebrek aan koellucht Luchtfilter reinigen, evt. vernieuwen heet Koelribben en koelluchtopeningen rei- nigen Motor slaat af Brandstofinstallatie verstopt Brandstofzeef reinigen Brandstofzeef in de carburateur contro- leren Door gekwalificeerd personeel laten con- troleren Brandstoftank leeg Controleren, evt. bijvullen DFP9...
Pagina 104
Storing Mogelijke oorzaak Uitkomst Slechte brandstofkwaliteit Brandstofkwaliteit controleren, indien nodig brandstof vervangen Motoroliepeil te laag Motoroliepeil controleren, evt. bijvullen Motor loopt met Centrifugaalkoppeling defect Door gekwalificeerd personeel laten con- hoog toerental, troleren maar geen trillen V-riem gescheurd V-riem vernieuwen DFP9...
Benzine niet morsen. Veiligheidsuitrusting: Beschermende werkkleding Werkhandschoenen Veiligheidsbril Speciaal gereedschap: 13/16 inch bougiesleutel Motor laten afkoelen. Brandstofkraan sluiten. Afb. 105 Bougiestekker eraf trekken. Bougie met een 13/16 inch bougiesleutel eruit schroeven. Doek klaarleggen om de brandstof op te nemen. Afb. 106 DFP9...
Pagina 106
Nieuwe bougie nadat het afdichtvlak erop rust met de bou- giesleutel nog een 1/2 omdraaiing vastdraaien. AANWIJZING! Gevaar van motorschade door losse bougie! – Bougie altijd goed erin schroeven. Bougiestekker erop steken. Ä Hoofdstuk 6.2 “Motor starten” op pagina 55. Motor starten Doek met uitgelopen brandstof milieuvriendelijk verwerken. DFP9...
WAARSCHUWING! Gezondheidsgevaar door bedrijfsstoffen! – Veiligheids- en milieuvoorschriften in de omgang met bedrijfsstoffen in acht nemen Ä Hoofdstuk 3.4 “Omgang met bedrijfsstoffen” op pagina 23. Veiligheidsuitrusting: Beschermende werkkleding Werkschoenen Werkhandschoenen Veiligheidsbril Brandstoftank leegmaken. Motorolie van motor en opwekasbehuizing aflaten. DFP9...