Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Rijden En Reverseren Van De Machine - Dynapac F80W Bedieningshandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

2.5
Werking van de machine

2.5.10 Rijden en reverseren van de machine

De machine kan in transport- of werkmodus vervoerd worden.
De instelling van de transport- of werkmodus wordt met de
transport-/werkmodus schakelaar (15) uitgevoerd.
Het achteruitrijden met de machine is alleen mogelijk in de
transportmodus.
Het rijden met de machine in de transportmodus:
Controleer of de noodstopschakelaar (1) niet geactiveerd is.
Schakel de transport-/werkmodus schakelaar (15) in de po-
sitie transportmodus (konijn) in.
Start de motor volgens de instructies vermeld in het hoofd-
stuk 2.5.8.
De stuurknuppel in de neutrale stand (N) plaatsen. Het con-
trolelampje (23) brandt op het display.
Stel m.b.v. de motortoerental instelschakelaar (10) het maxi-
male motortoerental in.
Trek de vergrendelring van de stuurknuppel (8) naar boven
en verplaats de stuurknuppel naar voren.
Het controlelampje (25) brandt op het display.
Voordat u achteruitrijdt, controleer of de afwerkbalk niet op
de grond of dicht bij de grond staat.
Voor het achteruitrijden van de machine activeer de voet-
schakelaar (48), de stuurknuppel staat in neutrale positie,
het controlelampje (27) licht op. Trek de vergrendelring van
de stuurknuppel (8) naar boven en verplaats de stuurknup-
pel naar achteren.
Het controlelampje (27) brandt op het display en het contro-
lelampje (25) gaat uit.
Bij het achteruitrijden van de machine wordt een akoestisch
signaal door de achteruitrijclaxon weergegeven.
Maximum rijsnelheid vooruit en achteruit bedraagt 2,5 km/h
(1,55 MPH).
Tijdens het rijden van de machine controleer de voorwiel
draaihoek indicator (4).
Het rijden met de machine in de werkmodus:
Controleer of de noodstopschakelaar (1) niet geactiveerd is.
Schakel de transport-/werkmodus schakelaar (15) in de po-
sitie werkmodus (schildpad) in.
Stel het gewenste toerental in met de regelknop (14) voor
de snelheid van het asfalteren.
Start de motor volgens de instructies vermeld in het hoofd-
stuk 2.5.8.
De stuurknuppel in de neutrale stand (N) plaatsen. Het con-
trolelampje (23) brandt op het display.
Stel m.b.v. de motortoerental instelschakelaar (10) het maxi-
male motortoerental in.
Trek de vergrendelring van de stuurknuppel (8) naar boven
en verplaats de stuurknuppel naar voren.
Het controlelampje (25) brandt op het display.
Maximum rijsnelheid vooruit bedraagt 0,6 km/h (0,37 MPH).
In de werkmodus kan de functie voor het achteruitrijden
niet geactiveerd worden.
84
12
11
48
25
STOP
23
12V
0V
STOP
12V
0V
14V
8
1
14
15
10
452019
D451686
27
14V
452003
F80W

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave