2.5
Werking van de machine
2.5.8
Motor starten
•
Controleer dagelijks voordat de motor gestart wordt de
hoeveelheid olie in de motor en de hydraulische tank, en de
hoeveelheid brandstof in de brandstoftank. Controleer of er
op de machine geen losgeraakte, versleten en ontbrekende
onderdelen zijn.
Start de motor alleen vanuit de bestuurdersplaats! Het
starten van de motor met een waarschuwingstoeter mel-
den en controleren of niemand door het starten van de
motor gevaar loopt!
Procedure voor het starten:
•
Schakel de accu-scheidingsschakelaar in.
•
Zet de stuurknuppel (8) in de neutrale positie - de par-
keerem wordt geactiveerd.
•
Controleer of de gasverwarming van de afwerkbalk (13) uit
is.
•
Controleer of de noodstopschakelaar (1) niet geactiveerd is.
•
Draai de sleutel van het contactslot (11) naar de positie "0"
en schakel over naar de positie "I".
•
Het controlelampje voor de rem (23), het opladen (21), het
uitschakelen van hydraulica werkmodus (29) en motorsme-
ring (22) licht op het display.
•
Stel de sleutel tussen de positie "I" en "II" in, het controle-
lampje voor het motor voorgloeien (24) gaat branden.
•
Voer het gloeien van de motor altijd max. 15 s uit.
•
Het starten van de motor met behulp van het waarschu-
wingstoeter (12) melden.
•
De motor door het draaien van de contactsleutel naar de
positie "II" starten.
•
Het controlelampje voor het smeren van de motor (22) en
accu opladen (21) dooft.
•
Het controlelampje voor de rem (23) gaat bij het starten van
het rijden uit.
De motor niet langer dan 20 seconden starten.
Ten minste 2 minuten wachten vooraleer de motor op-
nieuw te starten.
Als na het starten van de motor het controlelampje voor
het opladen niet dooft, verhelp onmiddellijk de storing.
Als de controlelampjes voor het opladen (21), sme-
ren (22) niet doven, schakel de motor uit en verhelp de
storing.
Het is verboden de machine te bedienen zonder dat het
zwaailicht is ingeschakeld.
82
12
11
13
STOP
24
12V
23
0V
22
21
STOP
12V
0V
14V
8
1
452018
29
14V
452017
F80W