Inhoudsopgave
Advertenties
2.6
Werking van de afwerkbalk
2.6.2
Beveiliging van de afwerkbalk
Het vergrendelen van de afwerkbalk wordt uitgevoerd om het
spontaan vallen van de afwerkbalk door mogelijke lekkages in
het hydraulische systeem te voorkomen.
Voer de vergrendeling van de afwerkbalk altijd uit op de gepar-
keerde en gestarte machine, de stuurknuppel (8) moet in de
neutrale stand (N) geplaatst worden.
Als de afwerkbalk van de machine niet in werking is, dienen de
sleeparmen van de afwerkbalk altijd te worden vastgezet met
borgpennen wanneer de machine wordt verplaatst of getrans-
porteerd met een kraan.
Als de machine op een voertuig getransporteerd wordt, moet
de afwerkbalk altijd neergelaten worden.
Procedé voor het vergrendelen van de afwerkbalk:
•
Stel de stuurknuppel (8) in de neutrale positie (N) in.
•
Controleer of de beide borgpennen van de afwerkbalk (2)
ingeschoven zijn.
•
Stel de motortoerental instelling regelaar (10) op het maxi-
mum toerental in.
•
Schakel de transport-/werkmodus schakelaar (15) naar de
bovenste positie.
•
Stap op de voetschakelaar (48).
•
Om de afwerkbalk te hijsen, schakel de schakelaar voor het
hijsen/neerlaten van de afwerkbalk (7) naar boven, en laat
de schakelaar los nadat de maximale afwerkbalkpositie be-
reikt werd.
•
Laat de voetschakelaar (48) los.
•
Schuif beide borgpennen van de afwerkbalk (2) uit.
•
Stap op de voetschakelaar (48).
•
Laat de afwerkbalk pas neer als de trekarmen (3) van de af-
werkbalk tegen de borgpennen (2) liggen.
•
Nadat de trekarmen van de afwerkbalk (3) in contact komen
met de borgpennen (2), schakel de schakelaar voor het hij-
sen/neerlaten van de afwerkbalk (7) naar de middelste positie.
96
0V
7
15
10
48
3
F
8
STOP
12V
14V
0
P
R
8
452026
3
D451089B
2
451088
F80W
Advertenties
Inhoudsopgave
Probleemoplossen
