2.4
Beschrijving van de machine
Het neerlaten van de afwerkbalk naar de
drijfpositie
Het neerlaten van de afwerkbalk met behulp van de voetscha-
kelaar (48) wordt gebruikt bij het transporteren van de machine
of bij het instellen van de afwerkbalk voordat het materiaal aan-
gebracht wordt.
Bij het aanbrengen van het materiaal wordt de afwerkbalk door
het asfaltmengsel aangestuwd. De afwerkbalk kopieert niet de
oneffenheden van de onderste laag waarop de machine rijdt.
Bij het zwevend aanbrengen van het materiaal is het belangrijk
om een constante aanbrengsnelheid aan te houden, afhankelijk
van de hoeveelheid materiaal voor de afwerkbalk. Het is nood-
zakelijk een constant materiaalvolume voor de afwerkbalk aan
te houden (schroeftransporteurs voor 1/2 ondergedompeld in
het asfaltmengsel).
Procedé voor het neerlaten van de afwerkbalk:
•
Zet de stuurknuppel (8) in de neutrale positie (N).
•
Schakel de transport-/werkmodusschakelaar (15) naar de
werkmodus positie.
•
Schakel de afwerkbalk hijsen/neerlaten schakelaar (7) in de
onderste positie en druk op de voetschakelaar (48).
•
Laat de afwerkbalk neer naar de gewenste aanbrenghoogte
(bijv. op een afgewerkt/aangebracht oppervlak of op balken
met de gewenste aanbrenghoogte).
•
Laat de afwerkbalk hijsen/neerlaten schakelaar (7) in de on-
derste positie - zweefpositie.
•
De zweefpositie wordt automatisch geactiveerd met een
vertraging van 2 seconden nadat de machine is gestart.
Houd het platform schoon en vrij van olievlekken. Er be-
staat letselgevaar.
70
48
7
15
D451686
STOP
12V
0V
14V
8
452014
F80W