Bij de volgende spuitdopunit-verdeling bevindt
¾
de strook- of randspuitdop zich in de buiten-
ste, meervoudige spuitdopunit en is deze altijd
in de spuitboom geïntegreerd.
1-0
•
1-1
•
De schakeling tussen strook- of randspuitdop
gebeurt met de schakelknop.
Als een randspuitdop wordt ingeschakeld,
¾
wordt de hoofdspuitdop van de buitenste
spuitdopunit automatisch uitgeschakeld.
Als een strookspuitdop wordt ingescha-
¾
keld, blijft de hoofdspuitdop van de bui-
tenste spuitdopunit actief.
Bij de volgende spuitdopunit-verdeling worden
¾
de strook- of randspuitdoppen via de terminal
geschakeld en zijn ze altijd in de spuitboom
geïntegreerd.
2-0
•
2-1
•
2-2
•
Bij deze verdelingen is er geen schakelknop
op de spuitboom aanwezig, aangezien de
strook- of randspuitdop in de buitenste meer-
voudige spuitdopunit is geïntegreerd.
Als een randspuitdop wordt ingeschakeld,
¾
wordt de hoofdspuitdop van de buitenste
spuitdopunit automatisch uitgeschakeld.
Als een strookspuitdop wordt ingescha-
¾
keld, blijft de hoofdspuitdop van de bui-
tenste spuitdopunit actief.
89