11.6 Banden/wielen
OPMERKING
Het vereiste aanhaalmoment van wielmoe-
ren/-schroeven is 510 Nm.
Regelmatig controleren of de wielmoeren vast-
zitten!
Dagelijks de banden op schade controleren
¾
en de bandenspanning meten, aangezien
dat de levensduur van de banden beïnvloedt.
Sneden of breuken in de banden zo snel mo-
¾
gelijk herstellen of banden vervangen.
Banden niet blootstellen aan olie, vetten,
¾
brandstof, chemicaliën of langdurige zonne-
straling.
Voorzichtig rijden! Zoveel mogelijk vermijden
¾
om over scherpe stenen of randen te rijden.
Gebruik enkel door HORSCH LEEB toegela-
¾
ten banden en velgen.
Reparaties mogen enkel door vaklieden
¾
met daartoe geschikt gereedschap worden
uitgevoerd.
Voor de montage is voldoende kennis en
¾
gepast gereedschap nodig.
11.6.1 Bandenspanning banden
De vereiste bandenspanning is afhanke-
lijk van:
bandenmaat
•
draagvermogen van de banden
•
rijsnelheid
•
Het aantal afgelegde kilometers van de
banden wordt verminderd door:
overbelasting
•
te lage bandenspanning
•
te hoge bandenspanning
•
OPMERKING
Debandenspanning regelmatig controleren voor
de rit, d.w.z. met koude banden (zie hoofdstuk 1).
Het verschil in bandenspanning bij banden op
één as mag niet groter zijn dan 0,1 bar.
Door snel te rijden of in een warme omgeving kan
de bandenspanning tot 1 bar verhogen. Vermin-
der in geen geval de bandenspanning, aangezien
die anders bij koude banden te laag wordt.
159