11.9 Opmerkingen voor de
controle van de veldspuit
Enkel bevoegde werkplaatsen mogen de veld-
spuit controleren. De volgende intervallen zijn
wettelijk voorgeschreven:
ten laatste zes maanden na ingebruikname
¾
(indien niet uitgevoerd bij de aankoop),
daarna volgens de wettelijk voorgeschreven
¾
testintervallen.
11.9.1 Controle van het
pompvermogen
1. Testslang op de drukafvoer steken (2" cam-
lock-koppeling vereist)
Drukafvoer
2. Vulkraan openen.
3. Drukregeling op 8 bar instellen.
4. Machines van het type CCS Pro: Op de ter-
minal de circulatie inschakelen. Het toerental
van de trekker instellen zodat de pomp op
volle vermogen werkt.
Machines van het type CCS: De kogelkraan
aan de zuigzijde op spuitvloeistoftank en de
kogelkraan aan de drukzijde op Circulatie zet-
ten. Op de terminal de circulatie inschakelen.
Het toerental van de trekker instellen zodat
de pomp op volle vermogen werkt.
Machines van het type ECO: De kogelkraan
aan de zuigzijde op spuitvloeistoftank en de
kogelkraan aan de drukzijde op Circulatie
zetten. Vervolgens de aftakas met 540 min
inschakelen en op de terminal de circulatie
activeren.
5. Na beëindiging van de test de circulatie op
de terminal weer te deactiveren.
Machines van het type ECO: De aftakas
weer uitschakelen.
6. Vulkraan sluiten.
7. Testslang van de drukafvoer loskoppelen.
8. Drukafvoer met afdekking sluiten.
-1
165