1. Draai de bedieningshendel aan de regelklep
op de trekker in zweefstand (of neutrale stand).
2. Reinig de hydraulische stekkers van de
hydraulische leidingen voor u deze aan de
trekker koppelt.
3. De hydraulische leidingen aan de regeleen-
heid van de trekker koppelen en erop letten
dat deze vergrendeld zijn.
3.17.1 Hydraulische leidingen
loskoppelen
1. De bedieningshendel aan de regeleenheid
van de trekker in zweefstand (neutrale
stand) zetten.
2. De hydraulische stekkers uit de hydraulische
sokken ontgrendelen en uittrekken.
3. De hydraulische leidingen in de leidingop-
hanging plaatsen.
a
b
Hydraulische aansluitingen
(a) - Drukvoorziening
- drukloze retour
(b) - steunpoot
- LS-stuurleiding (Load-Sensing)
3.18 Trekvoorziening (optie)
De trekvoorziening is bedoeld voor twee-assige
aanhangwagens zonder belasting op de opleg-
gerkoppeling.
Trekvoorziening
Het totale gewicht van de aanhangwagen moet
kleiner dan of gelijk aan 12.000 kg zijn en
¾
kleiner dan of gelijk zijn aan het werkelijke
¾
totale gewicht van de aangekoppelde spuit.
Aan de trekvoorziening mogen alleen aanhan-
¾
gers zonder belasting op de opleggerkoppe-
ling worden bevestigd.
De max. snelheid bedraagt 40 km/u.
¾
De bediener dient zelf te controleren of er
¾
sprake is van voldoende dissellengte van de
aanhanger en de noodzakelijke ruimte tussen
spuit en aanhanger.
De aansluitingen voor verlichting en reminrich-
ting bevinden zich boven de trekvoorziening.
OPMERKING
Houd rekening met de toegelaten getrokken
¾
belasting voor de trekker.
Houd rekening met het hoofdstuk 'Veiligheids-
¾
instructies voor de gebruiker'.
57