Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Gevolgen Bij Het Gebruik Van Bepaalde Gewasbeschermingsmiddelen; Gevarenzone En Gevaarlijke Plaatsen - horsch LEEB 6 GS Gebruiksaanwijzing

Inhoudsopgave

Advertenties

slijtage van slijtagegevoelige onderdelen;
¾
schade door externe invloeden (bijv. debiet-
¾
meter);
mechanische schade (bijv. defecte pomp);
¾
verkeerde afgiftehoeveelheden en rijsnelheden;
¾
verkeerde instellingen van de spuit en niet
¾
naleven van de 'Goede deskundige praktijken
inzake gewasbescherming – Beginselen voor
de uitvoering';
reacties van gewasbeschermingsmiddelen
¾
door ongeoorloofde mengsels van twee of
meerdere gewasbeschermingsmiddelen (bijv.
door het uitvlokken van de spuitvloeistof).
1.15.3 Gevolgen bij het
gebruik van bepaalde
gewasbeschermingsmiddelen
Op het moment van de productie van de veld-
spuit is de fabrikant op de hoogte van slechts
enkele door het Julius Kühn-Institut toegelaten
gewasbeschermingsmiddelen die schadelijke
gevolgen kunnen hebben voor het materiaal
van de veldspuit.
Wij wijzen erop dat ons bekende gewasbescher-
mingsmiddelen zoals Lasso, Betanal en Tramat,
Stomp, Iloxan, Mudecan, Elancolan en Teridox
bij een lange inwerktijd (20 uur) schade aan de
leidingen en de schakelmembranen veroorza-
ken. De vermelde voorbeelden maken geen
aanspraak op volledigheid.
Wij waarschuwen in het bijzonder voor ontoe-
laatbare mengsels van twee of meer verschil-
lende gewasbeschermingsmiddelen. Stoffen die
geneigd zijn vast te plakken of te stollen, mogen
niet gespoten worden.
Bij het gebruik van dergelijke agressieve gewas-
beschermingsmiddelen adviseren wij deze on-
middellijk na het bereiden van de spuitvloeistof
te spuiten en de veldspuit vervolgens grondig
te reinigen met water.
De voor veldspuiten van HORSCH LEEB AS
gebruikte materialen en onderdelen zijn bestand
tegen vloeibare meststoffen.
24
1.15.4 Gevarenzone en gevaarlijke
plaatsen
De gevarenzone is de omgeving van de machine
waarin personen bereikt kunnen worden
door bewegingen van de machine en de
¾
werktuigen ervan tijdens het werken,
door uit de machine geslingerde materialen
¾
of vreemde voorwerpen,
door uitgeheven werktuigen die onbedoeld
¾
neerkomen,
door het onopzettelijk wegrollen van het
¾
voertuig.
Het rode oppervlak is de gevarenzone van de
machine:
in de gevarenzone van de machine bevinden
zich plaatsen met continu aanwezige of onver-
wachte gevaren. Waarschuwingsborden wijzen
op deze gevaarlijke plaatsen en waarschuwen
voor overige risico's, die door de opbouw niet
te vermijden zijn. Hier gelden de speciale vei-
ligheidsvoorschriften van het desbetreffende
hoofdstuk.
In de gevarenzone van de machine mogen zich
geen personen bevinden,
zolang de motor van de trekker met aange-
¾
sloten hydraulische installatie werkt;
zolang de trekker en machine niet tegen on-
¾
opzettelijk starten en wegrollen beveiligd zijn.
De gebruiker mag de machine enkel bewegen
of werktuigen van de transport- in de werkposi-
tie – en omgekeerd – brengen of aandrijven, als
zich geen personen in de gevarenzone van de
machine bevinden.

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Leeb 7 gsLeeb 8 gs

Inhoudsopgave