9.1 Reiniging
OPGELET
Verontreiniging met gewasbeschermings-
middelen. Bij het reinigen van de veldspuit
altijd een beschermende uitrusting dragen!
Zie hoofdstuk 'Gebruik van de machine'.
Controleer uiterst zorgvuldig rem-, lucht- en
¾
hydraulische leidingen.
Behandel rem-, lucht- en hydraulische leidin-
¾
gen nooit met benzine, benzeen, petroleum
of minerale oliën.
Controleer na de reiniging alle hydraulische
¾
leidingen op lekken en loszittende verbindin-
gen.
De veldspuit na de reiniging smeren, zeker
¾
na de reiniging met een hogedrukreiniger/
stoomreiniger of vetoplossende middelen.
Rekening houden met de wettelijke bepalin-
¾
gen inzake de omgang en verwijdering van
schoonmaakmiddelen.
Controleer op barsten of beschadigingen.
¾
Verhelp defecten onmiddellijk.
Koppel de elektrische installatie los van de
¾
stroomvoorziening voordat u werkzaamheden
eraan uitvoert.
Reinigen met hogedrukreiniger/stoom-
reiniger
OPMERKING
Was nieuwe machines niet met een stoom- of
hogedrukreiniger.
De lak is pas na ca. 3 maanden uitgehard;
voordien kunt u deze beschadigen.
Bij de reiniging met een hogedrukreiniger/sto-
omreiniger absoluut met de volgende punten
rekening houden.
Geen elektrische onderdelen reinigen.
¾
Geen verchroomde onderdelen reinigen.
¾
Voor u de machine schoonmaakt, dekt u alle
¾
openingen af waarin omwille van de veiligheid
of de goede werking geen water, stoom of
schoonmaakmiddel mag indringen.
Richt de waterstraal nooit rechtstreeks op
¾
elektrische of elektronische onderdelen en
op lagers.
Houd de straal van de hogedrukreiniger/
¾
stoomreiniger nooit rechtstreeks op smeer-
punten, lagers, leidingen en stickers.
Houd steeds een minimumafstand van
¾
300 mm tussen de reinigingsspuit en de
machine.
Vermijd het gebruik van vuilfrezen op de ho-
¾
gedrukreiniger of houd een grotere afstand.
Houd rekening met de veiligheidsvoorschrif-
¾
ten bij de omgang met hogedrukreinigers.
131