Handelwijze bij machines van het type CCS:
1. De spuitdoppen uitschakelen.
2. De kogelkraan aan de zuigzijde op Verswa-
tertank zetten.
3. De kogelkraan aan de drukzijde op Spuit-
boom zetten.
4. Op de terminal de circulatie inschakelen.
5. Het benodigde traject met ingeschakelde
spuitdoppen (op een onbehandelde opper-
vlakte) uitrijden.
6. De Air-ventielfunctie activeren om de spuit-
boom met lucht te reinigen (optioneel).
7. De kogelkraan aan de zuigzijde op Spuitvloei-
stoftank zetten.
OPMERKING
Bij systemen met meervoudige spuitdop-
pen moeten bij het reinigen alle beschikbare
spuitdoppen geopend worden. Het niet naleven
hiervan verhoogt het risico op afzettingen.
Handelwijze bij machines van het type ECO:
1. De spuitdoppen uitschakelen.
2. De kogelkraan aan de zuigzijde op Verswa-
tertank zetten.
3. De kogelkraan aan de drukzijde op Spuit-
boom zetten.
4. De aftakas inschakelen.
5. Op de terminal de circulatie inschakelen.
6. Het benodigde traject met ingeschakelde
spuitdoppen (op een onbehandelde opper-
vlakte) uitrijden.
138
7. De Air-ventielfunctie activeren om de spuit-
boom met lucht te reinigen (optioneel).
8. De aftakas weer uitschakelen.
9. De kogelkraan aan de zuigzijde op Spuitvloei-
stoftank zetten.
OPMERKING
Bij systemen met meervoudige spuitdop-
pen moeten bij het reinigen alle beschikbare
spuitdoppen geopend worden. Het niet naleven
hiervan verhoogt het risico op afzettingen.
9.1.5 Reiniging van de spuitboom
met luchtklep 'Air-ventiel' (optie)
Bij deze functie wordt de technische resterende
hoeveelheid, die zich na de reiniging in de lei-
dingen van de spuitboom bevindt, uitgeblazen.
Afzettingen in de spuitdoppen en leidingen van
de spuitboom worden beperkt.
Uitblazen
1. De luchtketels van de trekker en spuit moeten
gevuld zijn.
2. Alle spuitfuncties uitschakelen. Ook het druk-
roerwerk, de inwendige reiniging, injector en
spuitpomp uitschakelen.
3. Op de terminal het reinigingsmenu oproepen.
4. In het submenu de functie 'Air-ventiel'
selecteren.
5. Het programma starten.
6. Het uitblazen eindigt automatisch.
7. Het proces indien nodig herhalen tot er geen
vloeistof meer uit de spuitdoppen komt.