3.24.1 Mechanische stuuraanslag
instellen
OPMERKING
Bij het gebruik van andere banden resp. spoor-
breedtes moet de mechanische stuuraanslag
aangepast worden. Bovendien moeten de max.
eindaanslagen opnieuw aangeleerd worden.
Aanleerprocessen dient u door serviceme-
¾
dewerkers van HORSCH te laten uitvoeren.
OPGELET
Knelgevaar voor vingers en handen door be-
wegende, toegankelijke machineonderdelen.
Grijp nooit in de gevaarlijke plaats zolang de
trekkermotor nog draait en de hydraulische
installatie aangesloten is!
1. Gestuurde as inschakelen.
2. Gestuurde as via het aanleermenu op de
terminal maximaal indraaien, waarbij de
wielen niet met andere machineonderdelen
mogen botsen.
3. Aanslagschroeven tot de aanslag van de as
uitdraaien en met contramoer borgen.
Mechanische stuuraanslag
4. Aan beide kanten instellen
64
OPMERKING
De mechanische stuuraanslag moet zo inge-
steld worden dat deze enkel in werking treedt
als de elektrische stuuraanslag uitvalt.
Informatie over de instelling van de elektro-
nische stuurbegrenzing vindt u in de HOR-
SCH-gebruiksaanwijzing van de terminal.
De schokbrekers moeten volledig samengedrukt
zijn (luchtbalgen afgelaten/drukloos). Als de
wielen ingeklapt zijn, controleren of deze vlot
draaien.
3.25 Naloopregeling op
hellingen via manuele
besturing
Bij werken op hellingen (spuit kan wegglijden)
kan de ashalsbesturing voor een correcte naloop
in het spoor met de joystick of op de terminal
manueel worden bijgestuurd.
Hiervoor moeten de hellingmodus op de terminal
worden geactiveerd.
Bij overeenkomstige manuele bijsturing zorgt
de hydraulische besturing voor minder bescha-
digingen aan de beplanting, met name voor rij-
gewassen (bijv. aardappelen of groenten) tijdens
het rijden resp. manoeuvreren in en uit de rijen.
OPMERKING
Informatie over bediening en instelling van de
hellingmodus met stuurcorrectie vindt u in de
HORSCH-gebruiksaanwijzing van de terminal.