Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

GEBRUIKSAANWIJZING
Terminal
LEEB LT / LT light / GS / PT 330 / PT 350
VERTALING VAN DE ORIGINELE GEBRUIKSAANWIJZING
VOOR INGEBRUIKNAME AANDACHTIG LEZEN!
GEBRUIKSAANWIJZING BEWAREN!
ART.:
8090
2435
ISSUE:
09/2018
Softwareversie: 1.4

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Samenvatting van Inhoud voor horsch LEEB LT

  • Pagina 1 GEBRUIKSAANWIJZING Terminal Softwareversie: 1.4 LEEB LT / LT light / GS / PT 330 / PT 350 VERTALING VAN DE ORIGINELE GEBRUIKSAANWIJZING VOOR INGEBRUIKNAME AANDACHTIG LEZEN! GEBRUIKSAANWIJZING BEWAREN! ART.: 8090 2435 ISSUE: 09/2018...
  • Pagina 3 Uitgiftedatum van de gebruiksaanwijzing: 09/2018 Laatste wijziging: 12/2018...
  • Pagina 4: Inhoudsopgave

    Inhoud 3.2.16 Stuurinrichting (optioneel) ....37 1. Inleiding .............4 3.2.17 Configuratie spuitdoppen ....39 1.1 Voorwoord ..........4 3.2.17.1 Gemonteerde spuitdoppen 1.2 Instructies bij de weergave .......4 invoeren ........39 2. Beschrijving van de machinefuncties 3.2.17.2 Spuitdopprofielen aanmaken en bediening ..........5 (optioneel)........41 3.2.17.3 Modus selecteren .......42 2.1 Structuur menu .........6 3.2.18 Deelbreedtes ........44 2.2 Overzicht menu ........6...
  • Pagina 5 6. Externe bediening bij machines van het type ECO ...........86 6.1 Externe terminal Mini ......86 6.2 Kogelkraan zuigzijde ......87 6.3 Kogelkraan drukzijde ......88 6.4 Vullen ............89 6.5 Reinigen ..........89 6.6 Uitwendige reiniging (optie) ....89 6.7 Roerwerk ..........90 6.8 Mixtank ...........90 6.9 Circulatie/spuiten ........90 6.10 Aftap restvloeistof .........90 7.
  • Pagina 6: Inleiding

    De volgende signaalwoorden met waarschu- en levensduur van uw machine. Houd rekening wingssymbool worden gebruikt: met de veiligheidsinstructies! HORSCH is niet aansprakelijk voor schade en GEVAAR storingen ten gevolge van het niet naleven van de gebruiksaanwijzing. Wijst op een gevaar dat tot de dood of ernstig letsel leidt als het niet wordt vermeden.
  • Pagina 7: Beschrijving Van De Machinefuncties En Bediening

    (als dat net actief • was); De machines van HORSCH LEEB kunnen met stuurinrichting blijft in dezelfde positie, zitklep- • een terminal, die geschikt is voor ISOBUS, be- pen van de stuurinrichting worden gesloten en diend en gecontroleerd worden.
  • Pagina 8: Structuur Menu

    2.1 Structuur menu 2.2 Overzicht menu Bij actieve functies verschijnt rechts bovenaan ¾ in het symbool een groen vierkant Door kort op de weergave of de toets te druk- ¾ ken, (de)activeert u de functies. In verschillende submenu's kunt u volgende ¾...
  • Pagina 9: Hoofdbedieningsterminal

    3. Hoofdbedieningsterminal Op de grafische gebruikersinterface worden actuele instellingen en meetwaarden bij de spuitwer- king weergegeven. Aanpassingen zijn mogelijk via het touchscreen, het draaiwieltje of toetsen. OPMERKING Vervangt niet de gebruiksaanwijzing van de basismachine! ¾ Rekening houden met de veiligheidsinstructies en waarschuwingen in de gebruiksaanwijzing ¾...
  • Pagina 10 Circulatie in- resp. uitschakelen Als de veldspuit met actieve Section Control is verbonden, verschijnt een A ¾ bij het symbool van de circulatie. Machines van het type CCS Pro ¾ Pomp voor circulatie in- of uitschakelen. Machines van het type CCS ¾...
  • Pagina 11 Verlichting (optioneel) Submenu voor machines van het type CCS Pro, zie 3.2.6 ¾ Submenu voor machines van het type CCS en ECO, zie 3.2.7 ¾ Teller bedrijfsgegevens Informatie over de bewerkte oppervlakte en werktijd/bedrijfsuren ¾ Submenu, zie 3.2.8 ¾ Dosis (a) Gewenste dosis (b) Werkelijke dosis (c) Afwijking van de gewenste dosis via de joystick.
  • Pagina 12 Verswatertank (weergave op de terminal alleen bij machines van het type CCS Pro) Weergave van het huidige niveau. De rode balk toont de resterende minimumhoeveelheid voor de uitwendige reiniging. Op de weergave drukken om het submenu op te roepen. ¾ Submenu, zie 3.2.15 ¾...
  • Pagina 13 Statusinfo (weergave op de terminal alleen bij machines van het type CCS Pro) (a) Pompdruk in bar (b) Roerwerkdruk in bar (c) Reinigingsdruk in bar (d) Vermogen van de spuitpomp in % (e) Dosis in liter per minuut (f) Oppervlaktevermogen in hectare per uur (g) Zuigermembraanpomp actief (1)/niet actief (0) Statusinfo (weergave op de terminal alleen bij machines van het type CCS)
  • Pagina 14: Subpagina's Spuitopbouw

    3.2 Subpagina’s spuitopbouw Om de subpagina’s op te roepen, drukt u op het symbool of de schakeltoets. ¾ 3.2.1 Bediening spuitboom BoomControl Geel: BoomControl wordt ge- activeerd Groen: BoomControl actief (a) Besturing van het middelste deel selec- teren (aan/uit). Als de besturing gedeactiveerd wordt ¾...
  • Pagina 15: In-/Uitklappen

    3.2.2 In-/uitklappen OPMERKING De spuitboom alleen op vlakke delen in-/uitklappen om beschadigingen te vermijden. ¾ Voor het uitklappen ervoor zorgen dat de transportvergrendeling geopend is. ¾ Tijdens het in-/uitklappen moet de hellingcompensatie vergrendeld zijn. ¾ Voor het inklappen moet de spuitboom altijd horizontaal zijn, anders kunt u problemen onder- ¾...
  • Pagina 16 OPMERKING Als de spuitboom rood is weergegeven, kan deze niet in-/uitgeklapt worden! Fouten analyseren (foutengeheugen)! ¾ De spuitboom kan manueel in-/uitgeklapt worden (in nood in-/uit- ¾ klappen), zie hoofdstuk Manueel in-/uitklappen bij Diagnose/instellingen/ informatie. Contact opnemen met de HORSCH-service. ¾...
  • Pagina 17 Als de spuitboom volledig is ingeklapt en ¾ alle vergrendelingen gesloten zijn, is de spuitboom groen. De melding ‘In-/uitklap- pen succesvol uitgevoerd’ wordt weerge- geven. Tijdens het in-/uitklappen is de spuitboom ¾ geel. Als de spuitboom volledig is uitgeklapt ¾ en alle vergrendelingen gesloten zijn, is de spuitboom groen.
  • Pagina 18 (a) Subpagina voor beperkt in-/uitklappen opvragen. De werkbreedte van de spuitboom die in-/ ¾ uitgeklapt moet worden, selecteren. (a) De geselecteerde werkbreedte van de spuitboom inklappen (inclusief vergren- delen, optillen, neerlaten). (b) De geselecteerde werkbreedte van de spuitboom uitklappen (inclusief ontgren- delen, optillen, neerlaten).
  • Pagina 19: Reiniging Bij Machines Van Het Type Ccs Pro

    3.2.3 Reiniging bij machines van het type CCS Pro De vereiste onderdelen voor de reiniging selecteren. ¾ (a) Spuitvloeistof verdunnen resp. vers water naar de spuitvloeistoftank pompen. (b) Algemene reiniging van de hele spuit (c) Wasprogramma (d) Reiniging spuitboom (gedeeltelijke rei- niging).
  • Pagina 20: Algemene Reiniging

    3.2.3.2 Algemene reiniging Als de verswatertank minder dan 250 liter ¾ water bevat, verschijnt een waarschuwing op de terminal. De reiniging kan toch star- ten als de inhoud van de verswatertank groter is dan de gereserveerde hoeveelheid voor de uitwendige reiniging. De balken onder het symbool tonen de status van de reiniging.
  • Pagina 21: Wasprogramma

    Elke strook- en randspuitdop moet afzonderlijk ¾ geselecteerd worden voor de reiniging. Per kant kan de strook- of randspuitdop geselecteerd worden. Het uitspuiten kan via de dosis of de spuitdruk ¾ geregeld worden. De ingestelde functie wordt met een groene driehoek onder de balk weer- gegeven.
  • Pagina 22: Reiniging Spuitboom (Deelbreedtes)

    3.2.3.4 Reiniging spuitboom (deelbreedtes) De balken onder het symbool tonen de status van de reiniging. (a) Reiniging spuitboom starten/stoppen. Op het einde van het proces gaat de groene vierkant uit. (b) Sproeikoppen openen (c) Reiniging linker strookspuitdop (d) Reiniging rechter strookspuitdop (e) Reiniging linker randspuitdop (f) Reiniging rechter randspuitdop (g) Niveau spuitvloeistoftank...
  • Pagina 23: Reiniging Spuitvloeistoftank

    3.2.3.6 Reiniging spuitvloeistoftank Met deze functie wordt vers water naar de spuitvloeistoftank gepompt voor de inwendige reiniging, om het aandrogen van de spuitvloei- stof te voorkomen. De functie wordt actief vanaf een rijsnelheid van 3 km/u en werkt op de achtergrond van alle functies van de machine.
  • Pagina 24: Reiniging Bij Machines Van Het Type Ccs

    3.2.4 Reiniging bij machines van het type CCS (a) Continue inwendige reiniging (CCS) van de machine uitvoeren (b) Spuitdoppen met lucht uitblazen. Restanten van de spuitvloeistof of vocht worden verdrongen (optioneel). (c) Spuitsysteem voorbereiden voor de winter Zie hoofdstuk Spuitsysteem voorbereiden ¾...
  • Pagina 25: Spuitdoppen Uitblazen (Optioneel)

    3.2.4.2 Spuitdoppen uitblazen (optioneel) Gedurende enkele seconden wordt lucht door de spuitboom en spuitdoppen geblazen om resterend vocht te verwijderen. (a) Uitblazen starten/stoppen (b) Linker strookspuitdop activeren (c) Rechter strookspuitdop activeren (d) Linker randspuitdop activeren (e) Rechter randspuitdop activeren Elke strook- en randspuitdop moet af- ¾...
  • Pagina 26: Reiniging Bij Machines Van Het Type Eco

    3.2.5 Reiniging bij machines van het type ECO (a) Circulatie van spuitboom naar spuitvloei- stoftank onderbreken. De retourleiding naar de spuitvloeistoftank ¾ wordt gesloten. Daardoor kan bijv. bij het reinigen (met gesloten spuitdoppen) geen vers water meer naar de spuitvloeistoftank teruglopen.
  • Pagina 27: Verlichting Bij Machines Van Het Type Ccs Pro (Optioneel)

    3.2.6 Verlichting bij machines van het type CCS Pro (optioneel) Verschillende verlichtingen in- of uitschake- len: (a) werkverlichting (b) zwaailicht (c) NightLight (manueel) (d) NightLight (automatisch) Het NightLight kan als automatische of ¾ manuele werking ingesteld worden. In de automatische werking wordt bij het ¾...
  • Pagina 28: Verlichting Bij Machines Van Het Type Ccs En Eco (Optioneel)

    3.2.7 Verlichting bij machines van het type CCS en ECO (optioneel) Verschillende verlichtingen in- of uitschake- len: (a) werkverlichting (b) zwaailicht (c) werkverlichting aan de mixtank Aan machines van het type CCS en ECO ¾ is in-/uitschakelen enkel via de hoofdter- minal mogelijk.
  • Pagina 29: Teller Bedrijfsgegevens

    3.2.8 Teller bedrijfsgegevens (a) Dagteller (in totaal 3 stuks) Het getal duidt op de momenteel gese- ¾ lecteerde teller. (b) Bewerkte oppervlakte in hectare (c) Afgiftehoeveelheid spuitvloeistof in liter (d) Werktijd in uur (circulatie actief en spuit- doppen geopend) (e) Werktijd in uur (circulatie actief en spuitdop- pen gesloten) (f) Bedrijfsuren (g) Totale teller/som van alle opdrachten...
  • Pagina 30: Dosis

    3.2.9 Dosis (a) Dosis in liter per hectare (b) Dosis van de TaskController via module- kaarten regelen. (c) Spuitboomdruk bij lange druk van de hoofd- schakelaar spuitdoppen (spuitwerking aan/uit) (d) Tijdinstelling voor de lange druk De hoofdschakelaar spuitdoppen (spuit- ¾ werking aan/uit) zo lang ingedrukt houden als ingesteld bij veld d.
  • Pagina 31: Spuitdruk

    3.2.10 Spuitdruk (a) Instelbare spuitdruk in bar...
  • Pagina 32: Snelheid

    3.2.11 Snelheid Bij het achteruitrijden verschijnt een ‘R’ onder de balk. (a) Toegelaten minimale snelheid bij spuit- werking afhankelijk van het spuitdop- profiel (b) Toegelaten maximale snelheid bij spuit- werking afhankelijk van het spuitdoppro- fiel (c) Huidige snelheid De rode balkjes wijzen op delen (afhanke- lijk van de keuze voor de automatische werking van de spuitdoppen) die tijdens de werking niet mogen worden bereikt.
  • Pagina 33: Spuitvloeistoftank Vullen Bij Machines Van Het Type Ccs Pro

    3.2.12 Spuitvloeistoftank vullen bij machines van het type CCS Pro Zie ook ‘Externe bediening van de machine’, hoofdstuk 4.2 (Vullen). (a) Niveau spuitvloeistoftank (b) Niveau verswatertank (c) De balk toont het actuele niveau van de spuitvloeistoftank. Vulhoeveelheid invoeren: Het groene vierkantje toont de geselecteerde en actieve ¾...
  • Pagina 34 (i) Te bewerken oppervlakte in hectare instellen. De vulhoeveelheid (f) wordt a.h.v. de actueel ingestel- ¾ de waarde en de afgiftehoeveelheid berekend. Op toets drukken en oppervlakte in invoerveld (k) ¾ invoeren. De vereiste vulhoeveelheid wordt weer- gegeven in het invoerveld (f). (l) Intensiteit van het roerwerk instellen.
  • Pagina 35 Waarschuwingsgrens niveau Als de ingevoerde waarde wordt bereikt, krijgt u een waarschuwing. Snelvulkraan Het vullen via de snelvulkraan starten. ¾ Mixtank activeren/deactiveren Roerwerk activeren/deactiveren Spuitvloeistof in 4 verschillende intensiteitsniveaus roeren. Nazuigen (manueel) Op het symbool voor het nazuigen drukken en ingedrukt ¾...
  • Pagina 36: Spuitvloeistoftank Vullen Bij Machines Van Het Type Ccs

    3.2.13 Spuitvloeistoftank vullen bij machines van het type CCS Zie ook ‘Externe bediening van de machine’, hoofdstuk 5.4 (Vullen). (a) Niveau spuitvloeistoftank (b) De balk toont het actuele niveau van de spuitvloeistoftank. Vulhoeveelheid invoeren: Het groene vierkantje toont de geselecteerde en actieve ¾...
  • Pagina 37 (h) Te bewerken oppervlakte in hectare instellen. De vulhoeveelheid (e) wordt a.h.v. de actueel ingestel- ¾ de waarde en de afgiftehoeveelheid berekend. Op toets drukken en oppervlakte in invoerveld (i) ¾ invoeren. De vereiste vulhoeveelheid wordt weer- gegeven in het invoerveld (e). OPMERKING Als de waarde van de vulgrens 2 groter is dan het nominale volume van de spuitvloeistoftank, ¾...
  • Pagina 38: Spuitvloeistoftank Vullen Bij Machines Van Het Type Eco

    3.2.14 Spuitvloeistoftank vullen bij machines van het type ECO Zie ook ‘Externe bediening van de machine’, hoofdstuk 6.4 (Vullen). (a) Niveau spuitvloeistoftank (b) Waarschuwingsgrens vulniveau Als de ingevoerde waarde wordt bereikt, ¾ krijgt u een waarschuwing. 3.2.15 Verswatertank Wordt enkel bij machines van het type ¾...
  • Pagina 39: Stuurinrichting (Optioneel)

    3.2.16 Stuurinrichting (optioneel) WAARSCHUWING Gevaar voor ongevallen door het kantelen van de machine. In de modus ‘Veldmodus automa- ¾ tisch’ zijn parkeren en ritten op de openbare weg verboden. Kantelgevaar van de machine op oneffen of hellende terreinen als de stuurinrichting gedraaid ¾...
  • Pagina 40 In wegmodus is geen stuurfunctie mogelijk. Om naar wegmodus te kunnen omschakelen, moet ¾ de stuurinrichting recht staan. Bij de overgang van veldmodus (b) of veldmodus automatisch (c) naar wegmodus (a) wordt ¾ automatisch gevraagd de assen te centreren. In veldmodus (b) kan met de sneltoetsen (i) en (k) of met de joystick de as naar links/rechts ¾...
  • Pagina 41: Configuratie Spuitdoppen

    3.2.17 Configuratie spuitdoppen In de configuratie voor de spuitdoppen kunt u de volgende instellingen uitvoeren: gemonteerde spuitdoppen configureren en selecteren • spuitdopprofielen bepalen (optioneel) • schakeling van spuitdoppen (manueel/automatisch) selecteren (optioneel) • strook- en randspuitdoppen activeren • De gekleurde rand van de desbetreffende ¾...
  • Pagina 42 Het venster ‘Algemene instellingen’ oproe- ¾ pen. Plaats van spuitdop selecteren (a). Rond de ¾ geselecteerde plaats verschijnt een kader. Op het veld (b) drukken en uit de lijst de ¾ gebruikte spuitdop (diameter en kleur) kie- zen. Als er geen spuitdop is gemonteerd, ‘n.v.t.’...
  • Pagina 43: Spuitdopprofielen Aanmaken (Optioneel)

    3.2.17.2 Spuitdopprofielen aanmaken (optioneel) Een ‘spuitdopprofiel’ is een bepaalde samenstelling van actieve spuitdoppen. Er kunnen max. 16 verschillende spuitdopprofielen aangemaakt worden. Daarbij bepaalt u welke spuitdopprofielen bij de automatische schakeling van spuitdoppen gebruikt worden. Het venster ‘Profielen’ selecteren en met de ¾...
  • Pagina 44: Modus Selecteren

    3.2.17.3 Modus selecteren ‘A’ voor automatische schakeling van spuit- ¾ doppen of ‘M’ voor manuele schakeling van spuitdoppen selecteren. In de modus ‘Manuele schakeling van spuitdoppen’ worden de strook- (a) en randspuitdoppen (b) hier geactiveerd/gedeactiveerd. Een actieve strook- of randspuitdop van het linker- (c)/ rechterframe (d) van de spuitboom wordt in het venster weergegeven.
  • Pagina 45 Op de hoofdpagina van de terminal wordt een actieve strook- of randspuitdop van het desbetreffende frame van de spuitboom weergegeven. Voorwaarden voor het gebruik van de automatische schakeling van spuitdoppen U kunt de automatische schakeling van spuitdoppen enkel selecteren als de snelheidsbereiken van de geactiveerde spuitdopprofielen elkaar overlappen.
  • Pagina 46: Deelbreedtes

    3.2.18 Deelbreedtes WAARSCHUWING Belasting voor het milieu, gevaar voor mensen en dieren door onbedoeld ontsnappen van spuit- vloeistof! Spuitvloeistof enkel op het veld afgeven! De afzonderlijke deelbreedtes kunnen via het bedieningsveld op het touchscreen geacti- veerd/gedeactiveerd worden. Afhankelijk van de terminal en de machine-uitrusting kunnen max.
  • Pagina 47 Afhankelijk van de uitgeklapte werkbreedte ¾ van de spuitboom worden op de terminal de nodige deelbreedtes weergegeven. Als deelbreedtes via het klapmechanisme ¾ gemonteerd zijn, zijn deze inactief. Ze kunnen echter manueel via de terminal geactiveerd worden. Daartoe het submenu ‘Deelbreedtes’...
  • Pagina 48 Toekenning van de deelbreedtes voor de HORSCH SectionBox (a) Aantal deelbreedtes dat ingevuld moet worden (momenteel kunnen 13 of 18 deelbreedtes via de SectionBox bediend worden) (b) Afzonderlijke deelbreedtes (c) Deelbreedtes wissen De spuitdoppen kunnen willekeurig aan een deelbreedte toegekend worden (actueel max.
  • Pagina 49: Diagnose/Instellingen/Informatie

    3.2.19 Diagnose/instellingen/informatie Via de symbolen komt u in verschillende delen: (a) Diagnose (b) Instellingen (c) Aanleren: sensorwaarde aanleren, opslaan (d) Manueel in-/uitklappen (in nood in-/uit- klappen) (e) Machinegeometrie (f) Toegang tot beveiligde zone 3.2.19.1 Diagnose (a) Ingangssignalen (b) Uitgangssignalen (c) Meldingen (d) Actuele versie Via de symbolen komt u in verschillende delen.
  • Pagina 50 Ingangen/uitgangen (a) Zoeken naar de naam van de ingang/uit- gang of de aanduiding van het onderdeel. (b) Loepensymbool actief: Weergeven van de gevonden in- of uit- gangen uit de zoekfunctie (a). Loepensymbool niet actief: Alle in- en uitgangen worden weergege- ven.
  • Pagina 51 Versie (a) Toont de actuele machinesoftware.
  • Pagina 52: Parameterinstellingen

    3.2.19.2 Parameterinstellingen (a) Regeleenheid voor opbouw spuitboom (b) Regeleenheid voor schakeling van deel- breedtes (c) Centrale elektriciteit (d) Regeleenheid voor BoomControl Via de symbolen komt u in verschillende delen. Door te scrollen, bereikt u andere pagina’s. (e) Regeleenheid voor waterkleppen (f) Externe bedieningsterminal Afhankelijk van de machine-uitrusting zijn ¾...
  • Pagina 53 (a) Oude waarde (b) Standaardwaarde (c) Toegang tot beveiligde zone (d) Naar boven scrollen (k) Naar beneden scrollen OPMERKING Wijzigingen van de instellingen in de submenu’s mogen enkel door servicemedewerkers van ¾ HORSCH worden uitgevoerd. Een verkeerde parametrering kan de machine beschadigen!
  • Pagina 54: Aanleermodus

    3.2.19.3 Aanleermodus WAARSCHUWING Opgelet: bij het inschakelen van hydraulische functies kan schade aan de machine ontstaan. Gebruiksaanwijzing respecteren! Om in de aanleermodus te komen, moet u de ¾ waarschuwing en bijgevolg mogelijke schade aan de machine accepteren. In de aanleermodus worden de doelposities van de afzonderlijke actoren aangeleerd.
  • Pagina 55 (m) Naar boven scrollen (n) Druksensoren (o) Module voor schakeling van spuitdoppen Alle submenu’s van de aanleermodus zijn op dezelfde wijze opgebouwd (zie voorbeeld ‘Spuit- ¾ boom’). Het submenu ‘Module voor schakeling van spuitdoppen’ wordt hierna afzonderlijk beschreven. ¾ WAARSCHUWING Gevaar door knellen, meesleuren, intrekken of botsen voor personen bij het optillen of neerlaten en bij het in-/uitklappen van de spuitboom tijdens het aanleren.
  • Pagina 56 Anders kan de werking uitblijven of niet correct zijn. OPMERKING Aanleerprocessen moeten door servicemedewerkers van HORSCH uitgevoerd worden. ¾ Als componenten verkeerd worden aangeleerd, kan dat de machine beschadigen! ¾ Toegang en beschrijving van de aanleermodus in deze gebruiksaanwijzing zijn enkel als voor- ¾...
  • Pagina 57: Manueel In-/Uitklappen (In Nood In-/Uitklappen)

    3.2.19.4 Manueel in-/uitklappen (in nood in-/uitklappen) OPMERKING De spuitboom alleen op vlakke delen in-/uitklappen om beschadigingen te vermijden. ¾ Voor het uitklappen ervoor zorgen dat de transportvergrendeling geopend is. ¾ Tijdens het in-/uitklappen moet de hellingcompensatie vergrendeld zijn. ¾ Voor het inklappen moet de spuitboom altijd horizontaal zijn, anders kunt u problemen onder- ¾...
  • Pagina 58: Spuitboom Nivelleren

    OPMERKING In-/uitklappen dient bij stilstand van de machine te worden uitgevoerd, omdat de spuitboom anders beschadigd kan raken of zelfs kan breken. Als de spuitboom bij een rijsnelheid van meer dan 2 km/u niet geborgd is, verschijnt de waar- ¾ schuwing Spuitboom positie controleren op de terminal.
  • Pagina 59 OPMERKING De sensorwaarden van de functies krijgen een kleur, afhankelijk van het bereiken van de ver- wachte positie. Functie werd nog niet bediend geel Sensor staat op tussenpositie (start- of eindpositie niet bereikt) groen Eindpositie bereikt rood Sensorwaarde foutief/defect Uitklappen Voorbeeld voor een 9-delige spuitboom ¾...
  • Pagina 60 Inklappen Voorbeeld voor een 9-delige spuitboom ¾ (a) Parallellogram optillen (b) Slingervergrendeling sluiten en vergren- deling van de spuitboom openen Controleren of de slingervergrendeling ¾ volledig gesloten en de vergrendeling van de spuitboom volledig open is! (c) Buitenframes inklappen Controleren of de buitenframes volledig ¾...
  • Pagina 61: Machinegeometrie

    3.2.19.5 Machinegeometrie (a) Als met de gps-ontvanger (optie) wordt gereden, moet dat aangevinkt worden. (b) Afstand het midden van de as van de spuitboom tot gps-ontvanger in cm (c) Traagheid bij oprijden van het veld in ms (d) Traagheid bij afrijden van het veld in ms (e) Afstand tussen het midden van de as van het trekvoertuig en het aankoppelpunt in cm.
  • Pagina 62: Beveiligde Zone

    3.2.19.6 Beveiligde zone 1258d5e De beveiligde zone mag enkel door service- medewerkers worden gebruikt! 1258d5e (a) Invoerveld voor toegangscode 1258d5e (b) Toegangscode geldig (c) Toegangscode ongeldig 9258d5e Statusanzeige des aktivierten Levels...
  • Pagina 63: Diagnose/Instellingen/Informatie Trekker (Alleen Bij Pt 330/350)

    3.3 Diagnose/instellingen/informatie trekker (alleen bij PT 330/350) Via de symbolen komt u in verschillende delen: (a) Diagnose (b) Instellingen (c) Aanleren: sensorwaarde aanleren, opslaan (d) Toegang tot beveiligde zone (e) PT-instellingen/onderhoud 3.3.1 Diagnose (a) Ingangssignalen (b) Uitgangssignalen (c) Meldingen (d) Actuele versie Via de symbolen komt u in verschillende delen.
  • Pagina 64 Ingangen/uitgangen (a) Zoeken naar de naam of het nummer van de ingang/uitgang. (b) Loepensymbool actief: Weergeven van de gevonden in- of uit- gangen uit de zoekfunctie (a). Loepensymbool niet actief: Alle in- en uitgangen worden weergege- ven. (c) Toegang tot beveiligde zone (d) Naar boven scrollen (e) Naar beneden scrollen (f) Start-/stop-toets...
  • Pagina 65: Instellingen

    Versie (a) Vermeldt de huidige software van de trekker. 3.3.2 Instellingen (a) PT = regeleenheid trekker (b) Dashboard (c) Rijaandrijving Via de symbolen komt u in verschillende delen. Alle submenu’s van de instellingen zijn op dezelfde wijze opgebouwd (zie voorbeeld ‘Dashboard’). ¾...
  • Pagina 66 (c) Parameternummer (d) ECU-instantie (e) Actuele waarde (f) Oude waarde (g) Toegang tot beveiligde zone OPMERKING Wijzigingen van de instellingen in de submenu’s mogen enkel door servicemedewerkers van ¾ HORSCH worden uitgevoerd. Een verkeerde parametrering kan de machine beschadigen!
  • Pagina 67: Aanleermodus

    (d) Toelichting (e) Actuele waarde OPMERKING Aanleerprocessen moeten door servicemedewerkers van HORSCH uitgevoerd worden. ¾ Als componenten verkeerd worden aangeleerd, kan dat de machine beschadigen! ¾ Toegang en beschrijving van de aanleermodus in deze gebruiksaanwijzing zijn enkel als voor- ¾...
  • Pagina 68: Beveiligde Zone

    3.3.4 Beveiligde zone De beveiligde zone kan enkel door service- medewerkers van HORSCH worden gebruikt! (a) Invoerveld voor toegangscode 1258d5e 1258d5e (b) Toegangscode geldig 1258d5e 9258d5e (c) Toegangscode ongeldig Statusanzeige des aktivierten Levels...
  • Pagina 69: Pt Instellingen/Onderhoud

    3.3.5 PT instellingen/onderhoud (a) Motoroliepeil (b) Service-interval (c) Machinegegevens (d) Centrale smering manueel (e) Naar beneden scrollen (f) Naar boven scrollen (g) Correctie spoorbreedte (h) Gaspedaal remgedrag (i) Actuele fouten in motor (k) Management wendakker...
  • Pagina 70 Submenu Motoroliepeil De balk geeft de hoogte van het olieniveau weer. Bovendien verschijnt de hoeveelheid in liter, die bijgevuld moet worden. (Bij oudere machines wordt het niveau in % weergegeven.) Als de motor wordt uitgeschakeld, wordt de tijd afgeteld tot de olie zich weer in het olie- reservoir heeft verzameld.
  • Pagina 71 Submenu Machinegegevens (a) Naar begrippen zoeken. (b) Loepensymbool actief: Weergeven van de gevonden begrippen uit de zoekfunctie (a). Loepensymbool niet actief: Alle begrippen worden weergegeven. (c) Aanduiding (d) Huidige waarde op de jobcomputer (e) Toegang tot beveiligde zone Submenu Centrale smering manueel (a) Centrale smering 1 manueel starten (b) Centrale smering 2 manueel starten (c) Interval van de centrale smering...
  • Pagina 72 Submenu Gaspedaal remgedrag (a) Vertragingsgedrag van de gaspedaal op de weg (b) Vertragingsgedrag zwakker (c) Vertragingsgedrag sterker (d) Vertragingsgedrag van de gaspedaal op het veld (e) Vertragingsgedrag zwakker (f) Vertragingsgedrag sterker Submenu Actuele fouten in motor Actuele foutmeldingen van de motor worden hier ingevoerd.
  • Pagina 73 Submenu Management wendakker Om op de wendakker te rijden of te keren, kunnen hier instellingen uitgevoerd worden. De functie wordt bij een actief management wendakker (‘a’ aangevinkt) via beide cruis- econtrol-knoppen op de joystick geactiveerd/ gedeactiveerd. De betreffende functie is actief als er een ¾...
  • Pagina 74: Externe Bediening Bij Machines Van Het Type Ccs Pro

    4. Externe bediening bij machines van het type CCS Pro De externe bedieningsterminal bevindt zich naast de mixtank. Via de externe bedieningsterminal kunt u o.a. de functies ‘Vullen’ en ‘Wasprogramma’ met de toetsen bedienen. Bij actieve functies verschijnt rechts bovenaan in het symbool een groen vierkant Bij symbolen met een rode rand kunnen functies geselecteerd worden, bij symbolen met een blauwe rand is invoer mogelijk.
  • Pagina 75: Vullen

    4.2 Vullen Op elk moment kunt u met de overeenkomstige toetsen de processen starten en stoppen. (a) Snelvulkraan Het vullen via de snelvulkraan starten. (b) Mixtank activeren. (c) Roerwerk activeren/deactiveren. (d) Nazuigen De toevoerleiding naar de snelvulkraan wordt leeggezogen. (e) Vers water pompen. Vers water naar de spuitvloeistoftank pompen resp.
  • Pagina 76: Vulhoeveelheid Bepalen

    Vulhoeveelheid bepalen: (i) Vulgrens 2 (automatische vulgrens) invoeren. De vereiste vulhoeveelheid (k) verschijnt, die a.h.v. de afgiftehoeveelheid (o) en de te bewerken ¾ oppervlakte (n) wordt berekend. Er kan ook een manuele waarde ingevoerd worden. De waarde van de te bewerken oppervlakte ¾...
  • Pagina 77 (n) Te bewerken oppervlakte in hectare Op toets drukken en oppervlakte in invoerveld (n) invoeren. ¾ Gewenste afgiftehoeveelheid in liter per hectare in het invoerveld (o) invoeren. ¾ Met de toetsen naar boven en beneden navigeren. Als er een rode rand is rond een regel ¾...
  • Pagina 78: Wasprogramma

    4.3 Wasprogramma Met het wasprogramma kan het pomp- en leidingsysteem gespoeld en gereinigd worden (bijv. met speciale schoonmaakmiddelen). (a) Wasprogramma starten/stoppen. Tijdens de werking brandt het groene punt. Na een grondige reiniging moet het programma weer manueel uitgeschakeld worden. (b) Looptijd van het wasprogramma sinds activering. (c) Reiniging van de mixtank activeren/deactiveren.
  • Pagina 79: Overige Functies

    4.4 Overige functies (a) Aftap restvloeistof tank (spuitvloeistoftank wordt leeggemaakt) Afsluitdop van de aftap restvloeistof verwijderen en geschikte opvangbak onder de afvoer ¾ plaatsen om de spuitvloeistof op te vangen. De functie ‘Aftap restvloeistof’ op de externe bedieningsterminal activeren. ¾ Als de spuitvloeistoftank volledig leeg is, de functie ‘Aftap restvloeistof’...
  • Pagina 80 Er mag geen druk op de reinigingspomp (i) zijn. Vervolgens het roerwerk weer deactiveren. Bij afwijkingen contact opnemen met de HORSCH-service. ¾ Als de spuitpomp is uitgeschakeld en er druk wordt weergegeven, moeten de druksensoren op- ¾ nieuw aangeleerd worden. Aanleerprocessen moeten door servicemedewerkers van HORSCH uitgevoerd worden.
  • Pagina 81: Externe Bediening Bij Machines Van Het Type Ccs

    5. Externe bediening bij machines van het type CCS De externe bedieningsterminal Mini bevindt zich boven de mixtank, tussen beide kogelkranen. Via de externe bedieningsterminal Mini kan de centrifugaalpomp voor de vulling van de spuitvloei- stoftank in-/uitgeschakeld worden en de hogedrukreiniger (optioneel) geactiveerd/gedeactiveerd worden.
  • Pagina 82: Kogelkraan Zuigzijde

    5.2 Kogelkraan zuigzijde (a) Spuitvloeistoftank via zuigaansluiting vullen (b) Water uit verswatertank zuigen (c) Aftap restvloeistof (d) Water/spuitvloeistof uit spuitvloeistoftank zuigen...
  • Pagina 83: Kogelkraan Drukzijde

    5.3 Kogelkraan drukzijde (a) Spuitvloeistoftank vullen (b) Roerwerk (c) Inwendige/uitwendige reiniging (d) Mixtank (e) Circulatie/spuiten (f) Kraan voor de manueel instelbare intensiteit van het roerwerk in spuitwerking (g) Omschakelkraan tussen inwendige en uitwendige reiniging (h) Positie van de kraan voor uitwendige reiniging (i) Positie van de kraan voor inwendige reiniging 5.4 Vullen Mogelijkheid 1:...
  • Pagina 84 Mogelijkheid 2: ‘Vulgrens 2’ (automatische vulgrens) op de terminal in het submenu Spuitvloei- ¾ stoftank vullen selecteren. De vereiste vulhoeveelheid (b) verschijnt, die a.h.v. de afgiftehoeveelheid en de ¾ te bewerken oppervlakte (c) wordt berekend. De te bewerken oppervlakte in hectare in het invoerveld (c) invoeren. ¾...
  • Pagina 85 Mogelijkheid 3: Symbool ‘Max. vulhoeveelheid’ (f) op de terminal in het submenu Spuitvloeistof- ¾ tank vullen selecteren. De maximaal mogelijke vulhoeveelheid wordt vermeld. De vulhoeveelheid (b) wordt op het nominale volume gezet en kan niet ge- ¾ wijzigd worden. De vulgrens max heeft betrekking op de Vulgrens 2 (a). ¾...
  • Pagina 86: Reinigen

    5.5 Reinigen Voor het spoelen en reinigen van het pomp- en leidingsysteem de kogelkraan aan zuigzijde op ¾ Water uit verswatertank zuigen zetten. Op de externe bedieningsterminal Mini de pomp activeren. ¾ Met de kogelkraan aan drukzijde kunnen de functies spuitvloeistoftank vullen, roerwerk, inwen- ¾...
  • Pagina 87: Roerwerk

    5.8 Roerwerk De kogelkraan aan zuigzijde op Water/spuitvloeistof uit spuitvloeistoftank zuigen en de kogel- ¾ kraan aan drukzijde op Roerwerk zetten. Op de externe bedieningsterminal Mini de pomp activeren. Er wordt met het volledige vermogen ¾ geroerd. De intensiteit van het roerwerk kan tijdens het circuleren/spuiten manueel via de wegkraan in- ¾...
  • Pagina 88: Externe Bediening Bij Machines Van Het Type Eco

    6. Externe bediening bij machines van het type ECO De externe terminal Mini bevindt zich boven de mixtank, tussen beide kogelkranen. Op de weer- gave wordt het niveau van de spuitvloeistoftank getoond. Beide toetsen onderaan hebben bij de variant ECO geen functie. OPMERKING Vervangt niet de gebruiksaanwijzing van de basismachine! ¾...
  • Pagina 89: Kogelkraan Zuigzijde

    6.2 Kogelkraan zuigzijde (a) Spuitvloeistoftank via zuigaansluiting vullen (b) Water uit verswatertank zuigen (c) Aftap restvloeistof (d) Water/spuitvloeistof uit spuitvloeistoftank zuigen...
  • Pagina 90: Kogelkraan Drukzijde

    6.3 Kogelkraan drukzijde (a) Spuitvloeistoftank vullen (b) Roerwerk (c) Inwendige/uitwendige reiniging (d) Mixtank (e) Circulatie/spuiten (f) Kraan voor de manueel instelbare intensiteit van het roerwerk in spuitwerking (g) Omschakelkraan tussen inwendige en uitwendige reiniging (h) Positie van de kraan voor uitwendige reiniging (i) Positie van de kraan voor inwendige reiniging...
  • Pagina 91: Vullen

    6.4 Vullen De kogelkraan aan de zuigzijde op Spuitvloeistoftank via zuigaansluiting vullen zetten. ¾ De kogelkraan aan drukzijde op Spuitvloeistoftank vullen zetten. ¾ Door het inschakelen van de aftakas wordt de zuigermembraanpomp geactiveerd en start het ¾ vulproces. Het vulpeil van de spuitvloeistoftank op het display gadeslaan en bij bereiken van het gewenste ¾...
  • Pagina 92: Roerwerk

    6.7 Roerwerk De kogelkraan aan zuigzijde op Water/spuitvloeistof uit spuitvloeistoftank zuigen en de kogel- ¾ kraan aan drukzijde op Roerwerk zetten. De aftakas inschakelen. Er wordt met het volledige vermogen geroerd. ¾ De intensiteit van het roerwerk kan tijdens het circuleren/spuiten manueel via de wegkraan in- ¾...
  • Pagina 93: Joystick

    7. Joystick 7.1 Bediening De schakelaar aan de zijkant in de gewenste ¾ De joystick is een bedieningselement dat met positie plaatsen en houden. De led brandt in ISOBUS kan werken en op de terminal aange- de desbetreffende kleur. sloten kan worden om de bediening te vereen- Op de toets met de gewenste functie drukken.
  • Pagina 94: Driver 'Auxiliary' Instellen

    7.2.2 Driver ‘Auxiliary’ instellen 2. Op de toets met witte rand drukken. 1. In de instellingen de pagina ‘Driver’ selec- teren. 3. De ontsteking van de trekker inschakelen of de terminal weer starten. 4. De toets met witte rand na ca. 5 seconden loslaten.
  • Pagina 95: Functies Toekennen

    7.3 Functies toekennen 4. Dit herhalen tot alle functies werden toege- kend. 1. In de instellingen de ‘Auxiliary Editor’ selec- teren. WAARSCHUWING Een toets met een dubbele toekenning kan de machine beschadigen of personen verwonden! Aan elke toets slechts één functie toekennen. 5.
  • Pagina 96: Toekenning

    7.4 Toekenning U kunt de toekenning van de joystick indivi- ¾ dueel bepalen. ROOD Standaard hebben de toetsen de hierna weer- ¾ gegeven toekenning. Telkens wanneer u het systeem opnieuw ¾ start, moet u de toekenning van de joystick bevestigen. Als bij het starten een joystick wordt herkend ¾...
  • Pagina 97 GROEN Automatische spuitboomgeleiding acti- veren Spuitboom resp. parallellogram optillen* Spuitboom automatisch inklappen Spuitboom resp. parallellogram neerlaten* (w) Spuitboom automatisch uitklappen Hellingcompensatie ‘links’ omhoog Hellingcompensatie ‘rechts’ omhoog Toetstoekenning op de joystick afhankelijk van de positie van de schakelaar resp. de kleur van de led.
  • Pagina 98: Voorbereiding Van Het Spuitsysteem Voor De Winter

    8. Voorbereiding van 3. Op de externe bedieningsterminal de hoge- drukreiniger activeren (optionele uitrusting). het spuitsysteem Het waspistool onder druk zetten tot het antivriesmengsel eruit komt. Daarna de ho- voor de winter gedrukreiniger weer deactiveren. 4. Op de externe bedieningsterminal de reini- ging NightLight (optionele uitrusting) active- 8.1 Bij machines van het ren tot het antivriesmengsel er aan de reini-...
  • Pagina 99: Machines Van Het Type Ccs

    8.2 Machines van het type 8. Tijdens het wasprogramma moet de mixtank geactiveerd worden. Daarna de spoelkoppen, de stuwkop (enkel bij mixtank met trechter van roestvast staal), de jerrycanspoeling en 1. Afhankelijk van de gewenste vorstbescher- het waspistool onder druk zetten tot er anti- mingstemperatuur het gepaste aantal liter vriesmengsel uitkomt.
  • Pagina 100 4. Op de externe bedieningsterminal Mini de OPMERKING spuitpomp activeren. 5. Met de kogelkraan aan drukzijde de machi- De looptijd van de zuigermembraanpomp voor nefuncties ‘Spuitvloeistoftank vullen’, ‘Roer- deze functie wordt door de LSB-parameter ‘215’ werk’, ‘Spuitboomcirculatie’ en ‘Inwendige bepaald. reiniging’...
  • Pagina 101: Machines Van Het Type Eco

    8.3 Machines van het type 4. De aftakas inschakelen om de zuigermem- braanpomp te activeren. 5. Met de kogelkraan aan drukzijde de machi- nefuncties ‘Spuitvloeistoftank vullen’, ‘Roer- 1. Afhankelijk van de gewenste vorstbescher- werk’, ‘Spuitboomcirculatie’ en ‘Inwendige mingstemperatuur het gepaste aantal liter reiniging’...
  • Pagina 102: Meldingen

    9. Meldingen De volgende alarmmeldingen en pop-ups kunnen op de terminal en de externe bedieningster- ¾ minal weergegeven worden. Voor elk onderdeel zijn de meldingen doorlopend genummerd. ¾ Onder- Nummer Tekst van de melding Voorwaarde deel Op het einde van het reinigingspro- Om de reiniging voort te zetten, ac- gramma moeten secties geactiveerd tiveert u de secties!
  • Pagina 103 Het in-/uitklappen is actief en wordt tijdens het rijden met een rijsnelheid van meer dan 5 km/u uitgevoerd. Het in-/uitklappen wordt onder- Alarm: In-/uitklappen enkel bij stil- ¾ broken. stand! Als de machine stilstaat, moet ¾ het in-/uitklappen opnieuw geac- tiveerd worden.
  • Pagina 104: Index

    Index Functies toekennen 93 Aanleermodus 52,65 Aansprakelijkheid 4 Actuele fouten in motor 70 Gaspedaal remgedrag 70 Afgiftehoeveelheid 9,28 Aftap restvloeistof 85,90 Algemene reiniging 17,18 Hellingcompensatie 95 Als ISOBUS-deelnemer 91 Hellingcorrectie 38 Automatische schakeling spuitdoppen 43 Hoofdbedieningsterminal 7 Auxiliary 92 Hoofdpagina 7 Bediening 91 Informatie 8,47,61 Beschrijving van de machinefuncties en bedi-...
  • Pagina 105 Parameterinstellingen 50 Uitgangen 48,62 Uitwendige reiniging 84,89 Regeling spuitboom 8 Regeling spuitboom BoomControl 12 Veldmodus 37 Reinigen 84,89 Veldmodus automatisch 37 Reiniging 8 Verdunnen 17 Reiniging bij machines CCS 22,24 Verlichting 9,25,26 Reiniging bij machines CCS Pro 17 Versie 49,63 Reiniging spuitboom 20 Vers water 33,73 Roerwerk 8,33,73,85,90...
  • Pagina 107 Alle gegevens en afbeeldingen zijn bij benadering en niet bindend. Technische constructiewijzigingen zijn voorbehouden. HORSCH Maschinen GmbH Tel.: +49 94 31 7143-0 Sitzenhof 1 Fax: +49 94 31 7143-9200 92421 Schwandorf E-Mail: info@horsch.com www.horsch.com...

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Leeb lt lightLeeb gsLeeb pt 330Leeb pt 350

Inhoudsopgave