1.6.14 Werken met veldspuit
De instructies uit de wet inzake gewasbe-
¾
scherming naleven!
Rekening houden met de aanwijzingen in
¾
de publicatie van het Duitse ministerie voor
voeding, landbouw en consumentenbescher-
ming.
Nooit onder druk staande leidingen openen!
¾
Enkel originele reserveleidingen van
¾
HORSCH LEEB AS gebruiken, die bestand
zijn tegen de chemische, mechanische en
thermische belastingen. Bij de montage altijd
leidingklemmen van V2A gebruiken!
Bij de reparatie van veldspuiten, die gebruikt
¾
werden voor vloeibare meststoffen met een
ammonitraat-ureum-oplossing, moet hiermee
rekening gehouden worden:
restanten van ammonitraat-ureum-oplossingen
kunnen door verdamping van het water op of
in de spuitvloeistoftank zout vormen. Hierdoor
ontstaan zuiver ammonitraat en ureum. In
zuivere vorm is ammonitraat in combinatie
met organische stoffen, bijv. ureum, explosief
als bij reparatiewerkzaamheden (bijv. lassen,
slijpen, vijlen) de kritische temperaturen wor-
den bereikt.
Door de spuitvloeistoftank resp. de te repa-
¾
reren onderdelen grondig met water af te
wassen, vermijdt u dit risico aangezien het
zout van de ammonitraat-ureum-oplossing
wateroplosbaar is. De veldspuit voor een
reparatie grondig met water reinigen!
Het nominale volume van de spuitvloeistof-
¾
tank mag bij het vullen niet overschreden
worden.
Bij de wendakker de rijsnelheid beperken en
¾
de spuit uitschakelen.
Te grote, schoksgewijze stuurbewegingen aan
¾
het begin en einde van een bocht zijn een te
sterke belasting voor de spuitboom.
Door fijne druppels en sterke wind kan het
¾
spuitmiddel wegwaaien en zo schade bij an-
deren veroorzaken!
Als de bodem erg droog is, kan het spuitmid-
¾
del samen met stof wegwaaien en schade
veroorzaken. Wacht altijd tot de bodem voch-
tig genoeg is.
Controleer af en toe het volgende: de doseer-
¾
hoeveelheid, verstopte spuitdoppen, schade
aan machineonderdelen, lekkage en netheid
van de machine.
Bij cabinetrekkers met recirculatieventilator
¾
de filter voor de toevoer van verse lucht ver-
vangen door actieve koolfilter.
Zorgen dat de categorie van de trekkercabine
¾
voor het gebruikte gewasbeschermingsmid-
del is toegelaten.
Veldspuiten niet met water uit open water-
¾
lopen vullen ter bescherming van mensen,
dieren en het milieu.
Altijd voldoende water meenemen om in ge-
¾
val van nood gewasbeschermingsmiddel te
kunnen afspoelen.
Bij gebruik van preparaten alle gebruiksaan-
¾
wijzingen en vermelde voorzorgsmaatregelen
van de fabrikant van het gewasbeschermings-
middel in aanmerking nemen!
Gegevens over actueel gebruikte preparaten
¾
moeten ter informatie voor reddingsdiensten
bij ongevallen in een transportdoos worden
meegenomen.
Veldspuiten enkel met originele vulinrichtin-
¾
gen van HORSCH LEEB AS of via de water-
leiding vullen!
Spuitdoppen en andere kleine onderdelen
¾
nooit met de mond uitblazen.
Na het werk grondig handen en gezicht wassen.
¾
19