De wentellagers zijn in de fabriek voldoende met vet gevuld, maar moeten regelmatig worden
nagesmeerd (zie hoofdstuk 5.1 "Inspectie- en onderhoudsintervallen").
1. Reinig de smeernippel van aangehechte verontreinigingen, zodat er tijdens de nasmering met het
vet geen vreemde stoffen in het lagergedeelte worden geperst.
2. Schroef de sluitschroef, die ongeveer tegenover de smeernippel ligt, los om het overtollige oude vet
kan weglopen.
3. Druk de in de volgende tabel aangegeven hoeveelheid vet door de smeernippel in het lagergedeelte.
Het aanbevolen vettype is Petamo GHY 133N - Klüber Lubrication (zie hoofdstuk 7.3.1 "Vetten voor
rollagers").
4. Vang het uittredende vet op bij de opening van de sluitschroef.
5. Verwijder het resterende vet in het gebied van de sluitschroef.
6. Draai de sluitschroef weer in/aan.
Grootte
SK5.07
SK6.07
SK7.07
SK8.07
SK9.07
SK10.07
SK11.07
SK12.07
SK13.07
SK14.07
SK15.07
Tabel 19: Smeerhoeveelheden voor het nasmeren van het lager van de onderste uitgangsas
5.2.16 Smeer de Taconite-afdichting na
Ingaande en/of uitgaande assen kunnen, afhankelijk van de uitvoering, worden voorzien van Taconite-
afdichtingen. Smeer de Taconite-afdichtingen met de bijbehorende smeernippels op het lagerdeksel of
via de smeerleiding.
Afbeelding 41: Smeer de Taconite-afdichting na met vet
B 1050 nl-3023
Vethoeveelheid VL [g]
110
110
200
200
210
210
220
220
340
340
380
Legenda
1:
Kegelsmeernippel
2:
Lamellenafdichtingsringen
3:
Vetkamer
4:
Radiale asafdichtingsring
5:
Lagerdeksel
5 Inspectie en onderhoud
Vethoeveelheid KL [g]
60
60
130
130
170
170
180
180
230
230
240
89