Industriële reductors – Handboek met montagehandleiding
Het navolgende beschrijft de eerste montage en het algemene proces van de controle met een
frequentiemeter:
1. Let op de axiaal parallelle en horizontale uitlijning van de as en de V-riemschijven. Maximale
hoekafwijkingen en offsetwaarden kunnen op aanvraag worden meegedeeld.
2. Reinig en ontvet alle blanke oppervlakken zoals de boring en de kegelmantel van de tapse bus en
de tapse boring van de ring.
3. Steek de tapse bus in de naaf. Lijn alle aansluitboringen uit. Halve schroefdraadboringen moeten
telkens tegenover halve gladde boringen staan.
4. Smeer de tapbouten of cilinderschroeven licht in met olie en draai ze in. Draai de schroeven nog niet
vast.
5. Reinig en ontvet de as.
6. Duw de schijf met de conische bus op de as in de gewenste positie.
7. Bij gebruik van een spie steekt u deze in de groef van de as. Tussen de spie en de boring moet er
een vrije speling aanwezig zijn.
8. Draai de tapeinden of cilinderschroeven gelijkmatig vast met een inbussleutel. Aanhaalmomenten
kunnen op aanvraag worden doorgegeven.
9. Leg de riemen één voor één om. Vergroot de hartafstand om de riemvoorspanning grof in te stellen.
10. Laat een riem trillen door erop te tikken of er met uw vinger op te tikken.
11.Richt de sensor van het meetapparaat op de trillende krachtstreng en lees de gemeten waarde af.
12. Corrigeer zo nodig de hartafstand en meet opnieuw.
13. Om het binnendringen van vreemde voorwerpen te voorkomen, de lege aansluitboringen met vet
vullen.
Controleer na een looptijd van 0,5 tot 4 uur de riemvoorspanning opnieuw en corrigeer deze indien
nodig.
Afbeelding 21: V-snaarpoelie (gedemonteerd/gemonteerd)
48
Legenda
1: Stift- of
cilinderschroeven
2: Conische bus
3: V-snaarpoelie
B 1050 nl-3023