Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Draairichting Controleren; Omgevingsfactoren Controleren; Oliepeilreservoir Monteren (Optie Ot); Afdichtingsloze Adapter Voor Verticale Reductoren (Optie: Safomi) - Nord Drivesystems SK 5207 t/m Montagehandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

3.3.3 Draairichting controleren

Als een verkeerde draairichting tot gevaren of schade kan leiden, controleer dan de juiste draairichting
van de uitgaande as bij een testrun voordat u deze monteert op de machine. Controleer tijdens het
bedrijf de juiste draairichting.
Bij aandrijvingen met geïntegreerde terugloopblokkering kan het schakelen van de aandrijfmotor in de
blokkeerrichting de reductor beschadigen. Bij deze reductoren staan aan de aandrijfzijde en de
uitgangszijde pijlen op de reductor. De pijlen wijzen in de draairichting van de reductor. Zorg er bij het
aansluiten van de motor en de motorbesturing bijv. door een draaiveldtest voor dat de reductor alleen
in de draairichting kan draaien.

3.3.4 Omgevingsfactoren controleren

Zorg ervoor dat er geen agressieve, bijtende stoffen aanwezig zijn op de plaats van installatie of naar
verwachting later tijdens het gebruik te verwachten zijn en de metalen, smeermiddelen of elastomeren
niet zullen aantasten. Als dergelijke stoffen te verwachten zijn, neem dan contact op met Getriebebau
NORD.
De reductor en vooral ook de asafdichtingsringen moeten tegen direct zonlicht worden beschermd.

3.3.5 Oliepeilreservoir monteren (optie OT)

Het oliepeilreservoir (optie: OT) is bij levering van de reductor al standaard ingebouwd. Indien dit niet
het geval is, is de voorziene positie te vinden in de opdrachtspecifieke maattekening.

3.3.6 Afdichtingsloze adapter voor verticale reductoren (optie: SAFOMI)

Bij levering is de SAFOMI-motoradapter gesloten. Breng de reductor in de inbouwpositie en verwijder
voorzichtig het afsluitdeksel.
LET OP
Schade aan lagers, tandwielen en assen.
Vreemde voorwerpen in de reductor kunnen lagers, tandwielen en assen beschadigen.
Voorkom dat vreemde voorwerpen in de reductor binnendringen.

3.4 Plaatsing van de motorreductor

OPGELET
Schade aan het lager en de vertandingen
Voer geen laswerkzaamheden aan de reductor uit.
Gebruik de reductor niet als massapunt bij laswerkzaamheden.
Op de plaats van opstelling moet aan de volgende voorwaarden worden voldaan, zodat tijdens bedrijf
geen oververhitting optreedt:
De lucht moet aan alle zijden van de reductor vrij kunnen stromen.
Er moet een vrije ruimte zijn met een hoek van 30° bij de aanzuigopening voor een ventilator.
De reductor mag niet worden bekleed, ingebouwd of afgedekt worden.
De reductor mag niet worden blootgesteld aan hoogenergetische straling.
De warme afvoerlucht van andere aggregaten mag niet naar de reductor worden geleid.
De fundering of de flens waarop de reductor is bevestigd, mag tijdens bedrijf geen warmte in de
reductor inbrengen.
Voorkom stofontwikkeling in de buurt van de reductor.
B 1050 nl-3023
3 Vervoer, opslag, montage
31

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave