Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Ventilator Monteren (Optie: Fan-A, Fan-R); Montage Van De Circulatiesmering (Optie: Lc, Lcx); Sensortechniek Voor Reductorbewaking (Optie: Mo); Montage Van De Koppelsteun (Optie: D, Ed, Ms) - Nord Drivesystems SK 5207 t/m Montagehandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

3.20 Ventilator monteren (optie: FAN-A, FAN-R)

Het ventilatorwiel van een radiale en axiale ventilator is op de snellopende as van de reductor
aangebracht en door een ventilatorkap tegen onbedoelde aanraking beveiligd. De ventilator zuigt lucht
aan via het beschermrooster van de ventilatorkap. De luchtschotten aan de zijkant van de ventilatorkap
leiden de lucht langs het reductorhuis. De lucht voert een bepaalde hoeveelheid warmte af van de
behuizing.
Als speciale optie is een elektrische externe ventilator leverbaar die wordt aangedreven door een
externe draaistroommotor. Raadpleeg de instructies van de fabrikant voor een juiste installatie en
elektrische aansluiting.

3.21 Montage van de circulatiesmering (optie: LC, LCX)

Bij reductoren met circulatiesmering wordt een flenspomp of een motorpomp gebruikt. Een flenspomp
wordt aangedreven door de aandrijfas van de reductor. De motorpomp beschikt over een aparte
aandrijving.
De pomp is bij levering al aan de reductor gemonteerd. Alle olieleidingen zijn goed aangesloten.
De circulatiesmering is in normale gevallen uitgerust met een drukschakelaar. Zorg voor de aansluiting
en de evaluatie van de drukschakelaar.
Het schakelpunt van de drukschakelaar is af fabriek ingesteld en mag alleen na overleg met NORD
worden gewijzigd.
Informatie
Bij combinatie van een circulatiesmering met een externe koeleenheid moeten de druk- en
zuigleidingen worden aangesloten tussen de circulatiesmering en de koeleenheid. De aansluitposities
vindt u op het ordergerelateerde maatblad.

3.22 Sensortechniek voor reductorbewaking (optie: MO)

U vindt de positie van de sensoren in het ordergerelateerde maatblad.
Raadpleeg de documentatie van de fabrikant.

3.23 Montage van de koppelsteun (optie: D, ED, MS)

LET OP
Verminderde levensduur van de lagers van de uitgaande as als de koppelsteun verkeerd is
geïnstalleerd
Zorg ervoor dat de koppelsteun tijdens montage of gebruik niet onder mechanische spanning wordt
aangebracht.
De koppelsteun is niet geschikt voor de overdracht van dwarskrachten.
De koppelsteun dient aan de zijkant van de aangedreven machine te worden gemonteerd om het
buigmoment op de machine-as laag te houden. Bij co-axiale tandwielreductoren met motoradapter
bevindt zich de koppelsteun tegenover de motoradapter.
Bij montage naar boven of beneden is een trek- en drukbelasting toegestaan.
B 1050 nl-3023
3 Vervoer, opslag, montage
59

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave