Industriële reductors – Handboek met montagehandleiding
5 Inspectie en onderhoud
5.1 Inspectie- en onderhoudsintervallen
Inspectie- en
onderhoudsintervallen
Volgens opgave van de
fabrikant
Stilstand/opslag
> 3 maanden
Dagelijks
Eens per 100 bedrijfsuren,
maar minimaal eens per
week
Na 500 bedrijfsuren
Minimaal eens per maand
Minstens één keer per
3 maanden
76
Inspectie- en onderhoudswerkzaamheden
•
Optie PT100: Correcte werking en meetnauwkeurigheid
controleren, eventueel opnieuw kalibreren
•
Optie LC/LCX: Controleer de werking en
meetnauwkeurigheid van de drukschakelaar, indien nodig
nogmaals kalibreren
•
Optie CS1-X: Olie/waterkoeler onderhouden
•
Optie CS2-X: Olie/luchtkoeler onderhouden
•
Optie DB: Droge filtermedia vervangen
•
Remmen: op slijtage controleren
•
Koppelingen: In- en uitgangskoppelingen onderhouden
•
Controleer regelmatig de beschermende coating van de
ongelakte oppervlakken en laklagen.
•
Controleer de toestand van de olie
•
Controleer de afdichtingen
•
Visuele controle van de optische vervuilingsindicator
•
Olietemperatuur controleren
•
Oliedruk controleren
•
Loopgeluiden controleren op veranderingen
•
Visuele controle op lekkages
•
Reductor controleren op ongewone geluiden en/of vibraties
•
Optie VL3/KL3: Controleer de lekolie-indicatie
•
Rem controleren
– Contactpatroon rem visueel controleren
– Koppeling controleren
•
Koppeling controleren
– Controleer de vertandingsslijtage van de koppeling
•
Optie FAN-A, FAN-R: Controleer de luchtkoeler/reductor op
vuil en vuilafzettingen
•
Optie CS2-X: Warmtewisselaar op vervuiling en controleren
•
Afdekkappen en aanbouwadapters op vuil en vuilafzettingen
controleren
•
Optie riemaandrijving:
– Controle van katrollen en riemen op slijtage en conditie
(profielmallen)
– Controleer de riemspanning
Informatie
zie Hoofdstuk
Documentatie
van de fabrikant
3.2.2
5.2.8
4.10
4.5
5.2.2
5.2.1
5.2.2
5.2.5.5
3.25
3.16, 3.17
5.2.9
5.2.9
5.2.9
5.2.17
B 1050 nl-3023