KINDERVEILIGHEID: bevestiging met het ISOFIX
Installatieschema voor vierzits breakuitvoering
2
Plaats verboden voor het installeren
van een kinderzitje.
Vervoer van een passagier is
STRENG VERBODEN.
Door het gebruik van een niet
bij de auto passend kinder-
veiligheidssysteem wordt de
baby of het kind niet correct be-
schermd. Het kan ernstig of zelfs dode-
lijk letsel oplopen.
-systeem (2/4)
ü
Plaats waar een ISOFIX kinderzitje is
toegelaten.
e zitplaatsen achterin zijn voorzien
van een verankering voor de montage van
een universeel, voorwaarts gericht ISOFIX-
kinderzitje. De verankeringen bevinden zich
in de bank en zijn zichtbaar.
De grootte van een ISOFIX kinderzitje wordt
aangegeven door een letter:
– A, B en B1 [F3, F2, F2X]: voor vooruitge-
richte zitjes van groep 1 (9 tot 18 kg);
– C [R3]: voor achterwaarts gerichte zitjes
van groep 1 (van 9 tot 18 kg);
– D, E [R2, R1]: voor achterwaarts ge-
richte zitjes of kuipzitjes van groep 0 of
0+ (minder dan 13 kg);
– F en G [L1, L2]: voor reiswiegjes van
groep 0 (minder dan 10 kg);
– [B2]: voor stoelverhogers in groep 2 en 3
(15 tot 25 kg en 22 tot 36 kg).
1.45