AUTOMATISCHE PORTIERVERGRENDELING TIJDENS HET RIJDEN
1
Bedenk eerst of u deze functie wilt ge-
bruiken of niet.
Om te activeren: druk, bij stilstaande auto
met draaiende motor, ongeveer 5 seconden
op de schakelaar 1 tot u een geluidssignaal
hoort. Het in de schakelaar geïntegreerde
controlelampje licht op als de portieren ver-
grendeld zijn.
Om te deactiveren: druk, bij stilstaande
auto met draaiende motor, ongeveer 5 se-
conden op de schakelaar 1 tot u een ge-
luidssignaal hoort.
De werking van het systeem
Na het wegrijden, vergrendelen de portieren
automatisch als de auto de snelheid van on-
geveer 7 km/u heeft bereikt.
Bij een storing
Als het systeem niet goed werkt (geen auto-
matische vergrendeling) moet u eerst con-
troleren of alle portieren goed zijn gesloten.
Als ze goed gesloten zijn en het probleem
aanhoudt, raadpleeg dan een merkdealer.
Controleer ook of de vergrendeling niet per
ongeluk uitgeschakeld staat.
Raadpleeg in dat geval de inschakelproce-
dure.
Bedenk dat het rijden met ver-
grendelde portieren een be-
lemmering kan zijn voor hulp-
verleners in geval van nood.
1.7