Advertenties
VOORSTOELEN
1
2
Naar voren of naar achteren
schuiven
Trek de stang 1 omhoog om te ontgrende-
len.
Laat de stang 1 in de gewenste stand los
en controleer of de stoel goed vergrendeld
wordt.
Zitting van bestuurdersstoel
hoger of lager zetten
Til, afhankelijk van de auto, de handgreep 2
op, stel de zitting af op de gewenste hoogte
en laat daarna de handgreep los.
1.14
3
Rugleuning verstellen
Beweeg de hendel 4 tot de rugleuning in de
gewenste stand staat.
Stoelverwarming
Afhankelijk van de auto drukt u met het con-
tact aan op de schakelaar 3.
Het systeem bepaalt met een thermostaat of
de verwarming nodig is of niet.
Om de functie uit te schakelen, drukt u op-
nieuw op de schakelaar 3.
4
Voer deze verstellingen uitslui-
tend uit als de auto stilstaat.
Voor een optimale werking van
de autogordels moet u de rug-
leuningen niet te veel achterover zetten.
Let er op dat de rugleuningen van de
stoelen goed vergrendeld zijn.
Laat geen spullen op de vloer (bij de be-
stuurder) liggen. In geval van plotseling
remmen zouden deze onder de pedalen
terecht kunnen komen, waardoor de be-
stuurder deze niet meer goed kan bedie-
nen.
Advertenties
Hoofdstukken
