PEILEN
(2/3)
2
Koelvloeistof
Bij stilstaande motor en op horizontale on-
dergrond, moet het peil bij koude motor
liggen tussen de merktekens "MINI" en
"MAXI" aangegeven op het koelvloeistofre-
servoir 2.
Vul bij koude motor bij, voordat het peil be-
neden het "MINI"-merkteken is gedaald.
Zolang de motor warm is,
mogen er geen werkzaamhe-
den aan de motor en het koel-
systeem worden uitgevoerd.
Risico van brandwonden.
4.10
Regelmatige controle van het peil
Controleer regelmatig het peil van de
koelvloeistof. De motor kan ernstig be-
schadigd worden door een gebrek aan koel-
vloeistof.
Vul uitsluitend bij met door onze technische
dienst goedgekeurde producten die zorgen
voor:
– bescherming tegen bevriezen;
– een bescherming tegen corrosie van het
koelcircuit.
Interval voor het vervangen
Raadpleeg het onderhoudsdocument van
uw auto.
Als het peil abnormaal of herhaaldelijk
daalt, moet u een merkdealer raadple-
gen
Let op bij werkzaamheden
dicht bij de motor, deze kan
nog warm zijn. Bovendien
kan de ventilateurmotor on-
verwacht gaan draaien. Het waarschu-
y
wingslampje
in de motorruimte
herinnert u hieraan.
Risico van brandwonden.
3
Voorruitsproeierreservoir
Vullen: open de dop 3, vul tot u de vloeistof
ziet en sluit de dop weer.
Dit reservoir voedt de ruitensproeiers voor
en achter, als de auto hiermee uitgerust is.
Vloeistof: Product voor ruitensproeiers ('s
winters met speciale antivries).
Sproeiers: afhankelijk van de auto kunt u de
sproeiers van de voorruit met een naald in
de juiste stand richten.