Advertenties
WAARSCHUWING BIJ VERLIES VAN BANDENSPANNING
2
Resetprocedure
Contact aan:
– druk enkele malen kort op toets 3 om de
functie "SEt tP" te selecteren - ofwel ver-
schijnt, afhankelijk van de auto, het be-
richt "=0=" op het instrumentenpaneel 2.
– druk lang (ongeveer 3 seconden) op
de knop 3 om het resetten te starten.
Wanneer het bericht "SEt tP" of, afhan-
kelijk van de auto "=0=" - eerst ongeveer
vijf seconden knippert en daarna blijft
branden, is het verzoek om de referen-
tiewaarde voor de bandenspanning op-
nieuw in te stellen, verwerkt.
Het resetten is afgerond na enkele minuten
rijden.
N.B.
De referentiewaarde mag niet lager zijn dan
de aanbevolen waarde die op de zijkant van
het portier vermeld staat.
Display
Bandenspanning corrigeren
3
Het controlelampje
Dit betekent dat minstens een van de
banden lek is.
Controleer en corrigeer indien nodig de ban-
denspanning van de vier koude wielen. Het
controlelampje
nuten rijden.
Een plots verlies van bandenspanning
(klapband ...) wordt mogelijk niet door
het systeem worden opgespoord.
(2/3)
blijft branden.
dooft na enkele mi-
Lekke band
Het controlelampje
en het rode con-
Ò
trolelampje
blijven branden en er
klinkt een geluidssignaal.
Die geven aan dat minstens een van de
banden lek is of een veel te lage spanning
heeft. Vervang de band of roep de hulp in
van een merkdealer als deze lek is. Pomp
de band op als de bandenspanning te laag
is.
Als het rode waarschuwings-
Ò
lampje
brandt, moet
u voor uw eigen veiligheid
meteen stoppen zonder het
verkeer in gevaar te brengen.
2.17
Advertenties
Hoofdstukken
