Parkeren van de motor
Als de motor wordt uitgeschakeld om de machine buiten bedrijf te nemen, dan moeten de werkzaam-
heden voor buitenbedrijfstelling (blz. 107) worden uitgevoerd.
Motortoerentalhendel op stationair motortoerental zetten.
Startschakelaar in stand STOP zetten en de contactsleutel verwijderen.
Controle van display na starten en tijdens het gebruik
Na het starten en gedurende het bedrijf moet de bediener de controlelampen en de indicaties controleren.
Brandt tijdens bedrijf de motoroliedruk-controlelamp, direct de motor uitschakelen en vakbekwaam per-
soneel op de hoogte stellen. Zie Storingzoeken (blz. 123).
Brandt tijdens bedrijf de laadcontrolelamp, direct de motor uitschakelen en gespecialiseerd personeel
op de hoogte stellen. Zie Storingzoeken (blz. 123).
Als de waarschuwingslamp laag brandstofpeil brandt, is er nog maar 2 l brandstof over. Machine bijtan-
ken (blz. 111). Zie Storingzoeken (blz. 123).
Als de koelvloeistoftemperatuur-waarschuwingslamp tijdens bedrijf brandt, de machine dan op een vei-
lige plaats uitschakelen en de motor stationair laten draaien. De motor 5 minuten stationair laten draai-
en en het koelvloeistofpeil controleren (blz. 70). Zie Storingzoeken (blz. 123).
Motor direct uitschakelen, als bovendien
het motortoerental plotseling sterk stijgt of daalt,
abnormale motorgeluiden worden waargenomen,
de graaftechnische voorzieningen niet zoals verwacht op de bedieningshendels reageren of
de uitlaatgassen zwart of wit zijn. In de koude toestand van de motor is voor korte tijd witte rook normaal.
82
Bedrijf
W9215-8144-1
06/2021