Onderhoud
Smeerwerkzaamheden
Hieronder worden alle smeerbeurten voor aanbouwdelen beschreven die niet dagelijks moeten worden uitge-
voerd.
Draaikrans - Smeren
Smeernippel (1) met de vetspuit smeren.
De draaikrans moet om de 90° worden gesmeerd. Er
moet in het totaal ca. 50 g smeervet (ca. 20 slagen met
de vetspuit) worden aangebracht. Zie paragraaf On-
derhoudsmiddelen (blz. 132).
Bij het draaien van de bovenwagen waarborgen, dat
de draaicirkel vrij van personen en materiaal is. Voor
STOP
de volgende smeerbeurt de startschakelaar in stand
STOP zetten en de contactsleutel verwijderen.
De bovenwagen meerdere keren 360° draaien, om het
smeervet gelijkmatig te verdelen.
Draaikranslager - Smeren
Smeernippel (1) met de vetspuit smeren.
De draaikrans moet om de 90° worden gesmeerd. Er
moet in het totaal ca. 50 g smeervet (ca. 20 slagen met
de vetspuit) worden aangebracht. Zie paragraaf On-
derhoudsmiddelen (blz. 132).
Bij het draaien van de bovenwagen waarborgen, dat
de draaicirkel vrij van personen en materiaal is. Voor
STOP
de volgende smeerbeurt de startschakelaar in stand
STOP zetten en de contactsleutel verwijderen.
De bovenwagen meerdere keren 360° draaien, om het
smeervet gelijkmatig te verdelen.
W9215-8144-1
06/2021
K008-5
1
U10-5
1
K008-5
1
U10-5
1
147