Onderhoud
Rupsbandspanning - Controleren
Te vast gespannen rupsbanden worden blootgesteld aan veel slijtage.
Te losse rupsbanden worden blootgesteld aan veel slijtage en kunnen eraf springen.
De rupsband staat met de naad (1) midden tussen de loopwiel
en aandrijftandwiel.
Rupsbanddoorhanging, zoals op de afbeelding weergegeven,
controleren.
Rupsbanddoorhanging "A" 10-15 mm
Indien de rupsbanddoorhanging groter is dan 15 mm, moet de
rupsband worden nagespannen.
Zo nodig rupsband spannen of ontspannen.
Motor starten en geheven rupsband kort laten draaien.
Voorzichtig: Er mogen zich geen personen in de buurt van de ketting bevinden. Na het draaien de
STOP
startschakelaar in stand STOP zetten en de contactsleutel uittrekken.
Rupsbandspanning opnieuw controleren, zo nodig afstellen.
Dezelfde werkzaamheden aan de tweede rupsband uitvoeren.
Rupsbandspanning - Instellen
Spannen
Vetspuit op de smeernippel (1) plaatsen.
Vetspuit bedienen, totdat de voorgeschreven rupsbandspan-
ning is bereikt.
W9215-8144-1
06/2021
149