Onderhoud
Koelvloeistofslangen controleren
Deze controle alleen met koude motor uitvoeren.
STOP
Motorkap openen (blz. 114).
Alle slangverbindingen aan de motor, aan het koelvloeistofexpansiereservoir en aan de radiateur op toestand
(scheuren, deuken, hard geworden plaatsen) en goede bevestiging van de klemmen controleren. Zo nodig moe-
ten de slangen door geschoold personeel worden vervangen.
Motorkap sluiten en met een hangslot beveiligen.
Motorolie en oliefilter vervangen
Het verversen van de motorolie moet met bedrijfswarme motor worden uitgevoerd.
Voorzichtig: de motorolie en het oliefilter zijn heet → Verbrandingsgevaar!
STOP
Olieopvangbak met een inhoud van ca. 5 l onder de motorolieaftap plaatsen. De motorolie mag niet
in de grond terechtkomen; de olie moet net zoals het oliefilter volgens de geldende milieubescher-
mingsbepalingen worden afgevoerd.
Motorkap openen (blz. 114).
Aftappen van de motorolie
Olieaftapplug (1) eruit draaien en motorolie in de olieopvang-
bak aftappen. Olieaftapplug van nieuwe pakking voorzien en
erin draaien.
W9215-8144-1
06/2021
137