Ontspannen
Drukklep (2) voorzichtig eruit draaien en rupsband ontspannen.
De drukklep niet te snel en niet volledig losschroeven. Ander kan smeervet onder hoge druk uit de
STOP
opening van de spancilinders spuiten.
Drukklep terugplaatsen en met 98-108 Nm vastdraaien.
Rupsbandspanning controleren, evt. opspannen.
Rupsband spannen.
Stuurklep - Smeren U10-5
Vouwmanchet (3) aan bedieningshendel naar boven trekken.
Scharnier (1) onder de plaat (2) met smeervet smeren. Zie pa-
ragraaf Onderhoudsmiddelen (blz. 132).
Vouwmanchet in de console steken.
Werk aan de tweede bedieningshendel uitvoeren.
Elektrische kabels en aansluitingen controleren
Alle bereikbare elektrische kabels, stekkerverbindingen en aansluitingen op toestand en goede bevestiging con-
troleren.
Beschadigde onderdelen moeten worden hersteld resp. vervangen.
Zekeringenkast resp. zekeringenhouder op oxidatie en verontreiniging controleren, zo nodig schoonmaken.
Brandstofleidingen vervangen
Deze controle alleen met koude motor uitvoeren.
STOP
Motorkap openen (blz. 114).
Alle brandstofverbindingen en slangen aan de motor, aan het brandstofreservoir en aan het brandstoffilter op
toestand (scheuren, deuken, hard geworden plaatsen) en goede bevestiging van de verbindingen controle-
ren. Zo nodig moeten de slangen en leidingen door geschoold personeel worden vervangen.
Motorkap sluiten en met een hangslot beveiligen.
150
3
Onderhoud
2
1
W9215-8144-1
06/2021