de inzittende waarneemt en de
frontairbag en knieairbag voor de
buitenste zitplaats voorin inschakelt:
1. Zet het contact uit.
2. Verwijder eventuele voorwerpen
van de stoel, zoals dekens,
kussens, stoelhoezen, verwar-
mings- of massagekussens.
Verwijder ook laptops en andere
elektronische apparatuur.
3. Zet de rugleuning helemaal
rechtop.
4. Laat de inzittende rechtop zitten,
midden op de zitting met de
benen comfortabel uitgestrekt.
5. Start de auto opnieuw en laat de
inzittende twee of drie minuten
in deze positie zitten nadat de
AAN-indicatie is opgelicht.
Waarschuwing
Als de frontairbag voor de buitenste
zitplaats voor in is uitgeschakeld
voor een inzittende met volwassen
lichaamsgrootte, kan de airbag niet
Waarschuwing
(Vervolg)
opblazen en deze persoon bij een
aanrijding helpen beveiligen, zodat
er meer risico is op ernstig of zelfs
dodelijk letsel. Een inzittende met
volwassen lichaamsgrootte hoort
niet op de buitenste passagiersstoel
voorin mee te rijden als de UIT-in-
dicator voor de passagiersairbag
brandt.
Andere factoren die het systeem
beïnvloeden
Veiligheidsgordels houden de passa-
gier op zijn plaats tijdens manoeuvres
en bij het remmen, waardoor het
passagiersdetectiesysteem de juiste
status van de passagiersairbag kan
handhaven. Zie "Veiligheidsgordels" en
"Kinderzitjes" in de index voor nadere
informatie over het belang van correct
gebruikte veiligheidssystemen.
Een dikke laag extra materiaal, zoals
een deken of kussen, maar ook acces-
soires zoals stoelhoezen, verwarmings-
en massagekussen kunnen de goede
STOELEN EN VEILIGHEIDSSYSTEMEN
werking van het passagiersdetectiesys-
teem beïnvloeden. Wij raden u daarom
aan geen stoelhoezen of andere acces-
soires te gebruiken, behalve wanneer
GM deze specifiek voor uw auto heeft
goedgekeurd. Zie Uitrusting toevoegen
aan met airbags uitgeruste auto 0 82
voor meer informatie over wijzigingen
die de werking van het systeem
kunnen beïnvloeden.
Een natte zitting beïnvloedt eventueel
de werking van het passagiersdetectie-
systeem. Dat komt zo:
Het passagiersdetectiesysteem kan
de passagiersairbag voorin en de
knieairbag van de passagier
uitschakelen wanneer een vloeistof
in de zitting trekt. In dat geval
branden de UIT-indicatie én de
airbagcontrolelamp op het instru-
mentenpaneel.
Vloeistof op de zitting die nog niet
is ingetrokken, kan de kans
vergroten dat het passagiersdetec-
tiesysteem de passagiersairbag
voorin en de knieairbag van de
passagier inschakelt terwijl een
kinderzitje of kind op de stoel is
geplaatst. Als de passagiersairbag
81