114
INSTRUMENTEN EN KNOPPEN
Een verklikkerlichtje op de aansluiting
geeft aan wanneer deze in gebruik is.
Het lampje gaat branden bij de stand
ON/RUN/START van het contact en
bij apparatuur met een vermogen tot
150 W, zonder dat er sprake is van
een systeemstoring.
Het controlelampje gaat niet branden
wanneer het contact op LOCK/OFF
staat of als de apparatuur niet goed in
de aansluiting zit.
Bij apparatuur met een vermogen van
meer dan 150 watt of een systeemsto-
ring sluit een beveiligingscircuit de
voeding af en dooft het verklikker-
lichtje. Zet het circuit terug door de
accessoire los te koppelen en weer aan
te sluiten of door de accessoirevoeding
(RAP) uit en weer in te schakelen. Zie
RAP 0 203. Het elektrische systeem
werkt weer bij het aansluiten van
apparatuur met een vermogen van 150
W of minder en als er geen systeems-
toring is.
De aansluiting is niet geschikt voor de
volgende apparatuur en werkt
mogelijk niet goed bij aansluiting van:
Apparatuur met een hoog start-
piekvermogen, zoals koelkasten
met een compressor en elektrisch
gereedschap.
Andere apparatuur die een
extreem stabiele voeding vergt,
zoals: elektrische dekens met een
microcomputer, aanraaksensor-
lampen enz.
Medische apparatuur.
Powermat
De auto is mogelijk voorzien van een
Powermat in het opbergvak achter het
bedieningspaneel voor de klimaatrege-
ling. Zie Opbergvak instrumentenpaneel
0 105. Het systeem kan een mobiel
apparaat opladen dat compatibel is
met PMA of Qi. Raadpleeg uw dealer
voor informatie over compatibiliteit
van uw telefoon of ander apparaat.
Waarschuwing
De Powermat kan een pacemaker of
andere medische apparaten
beïnvloeden. Gebruikt u iets derge-
lijks is het raadzaam om eerst
medisch advies in te winnen
alvorens de Powermat te gebruiken.
De auto moet in de contactslotstand
ON/RUN/START, ACC/ACCESSORY of
permanente accessoiresvoeding (RAP)
staan. De Powermat geeft mogelijk
niet aan dat er sprake is van
opladingen, wanneer de auto in de
stand voor permanente accessoires-
voeding (RAP) staat. Zie RAP 0 203.
De bedrijfstemperatuur is 20 °C ( 4 °
F) tot 60 °C (140 °F) voor het oplaad-
systeem en 0 °C (32 °F) tot 35 °C (95 °
F) voor de telefoon.
Waarschuwing
Verwijder alle metalen voorwerpen
van het laadoppervlak voordat u uw
mobiele apparaat laadt. Metalen