Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Cadillac ATS Gebruikershandleiding pagina 179

Inhoudsopgave

Advertenties

178
BEDIENINGSORGANEN VOOR KLIMAATREGELING
Automatische regeling
Het systeem regelt automatisch de
ventilatorsnelheid, luchtverdeling,
airconditioning en recirculatie om de
auto tot de gewenste temperatuur te
verwarmen of koelen.
Wanneer AUTO brandt, werken alle
vier de functies automatisch. De
afzonderlijke functies zijn ook
handmatig in te stellen. De geselec-
teerde instelling wordt weergegeven.
Functies die niet handmatig zijn
ingesteld, worden altijd automatisch
geregeld, ook als het controlelampje
AUTO niet brandt.
Voor automatische regeling:
1. Druk op AUTO.
2. Stel de temperatuur in. Geeft het
systeem de tijd om zich aan te
passen. Pas vervolgens naar wens
de temperatuur aan voor een
optimaal comfort.
Voor een beter brandstofverbruik en
snellere koeling van de auto kan de
recirculatie bij warm weer automa-
tisch worden geselecteerd. Het recircu-
latielampje gaat niet branden. Druk op
om de recirculatiefunctie te
kiezen; druk nogmaals op de knop om
voor luchtaanvoer van buiten te
kiezen.
U kunt Engelse maateenheden op de
instrumentengroep in metrieke
eenheden wijzigen. Zie "Instellingen"
onder Dashboard 0 117.
UIT : Druk hierop om de aanjager in
of uit te schakelen. U kunt de tempe-
ratuur en de luchtverdeling nog steeds
aanpassen.
w
x
of
: De temperatuur kan apart
voor de bestuurder en de passagier
worden geregeld. Druk op de pijltjes-
toetsen om de temperatuur te
verhogen of verlagen. Houd de toetsen
ingedrukt om de temperatuur versneld
te verhogen of te verlagen. U kunt de
temperatuur aan bestuurders- en
passagierszijde ook aanpassen door op
de knoppen op het aanraakscherm te
drukken.
SYNC : Druk op het aanraakscherm op
SYNC om alle klimaatzone-instellingen
te koppelen aan de bestuurdersinstel-
lingen. Draai aan de temperatuurknop
voor de bestuurderszijde om de gesyn-
chroniseerde temperatuur te wijzigen.
Bij het aanpassen van de passagiersin-
stellingen verschijnt de knop SYNC
wanneer de temperaturen worden
ontkoppeld.
Handmatige bediening
z 9
9 y
of
: Druk op de knoppen
voor de ventilatorregeling of de bedie-
ning van de ventilator op het aanraak-
scherm om de ventilatorsnelheid te
verhogen of verlagen. Houd de
knoppen of de knop op het aanraak-
scherm ingedrukt om de snelheid
versneld aan te passen. De instelling
voor de ventilatorsnelheid wordt
weergegeven. Bij het indrukken van
een van de knoppen annuleert u de
automatische ventilatorregeling,
waarna u de ventilator handmatig
kunt regelen. Druk opAUTO om terug
te keren naar automatische regeling. U
schakelt de ventilator en de klimaatre-
geling uit door de knop voor een
lagere ventilatorsnelheid of de ventila-
torknop op het aanraakscherm
ingedrukt te houden totdat de venti-
lator uit is.
Regeling luchtverdeling : Druk op
het aanraakscherm op de knop
CLIMATE (klimaat) om de klimaatre-
geling te selecteren. Druk op de knop

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Ats-v

Inhoudsopgave