64
STOELEN EN VEILIGHEIDSSYSTEMEN
Waarschuwing
Een veiligheidsgordel die verkeerd
loopt, verkeerd is bevestigd of is
verdraaid, zal bij een aanrijding niet
de vereiste bescherming bieden. De
desbetreffende gordeldrager kan
zwaar letsel oplopen. Nadat de
rugleuning achter omhoog is
geklapt, moet u altijd controleren of
de veiligheidsgordels goed lopen,
goed zijn bevestigd en niet
verdraaid zitten.
Rugleuning omhoogklappen:
1. Til de rugleuning op. Voorkom
dat de middelste veiligheids-
gordel en het slot achter de bank
terecht komen. Druk de rugleu-
ning naar achteren om deze te
vergrendelen.
Bij het weer vergrendelen van de
rugleuning gaat er een rode lip
terug bij de hendel voor de
rugleuning.
2. Kijk of de bovenkant van de
rugleuning vergrendeld is door
deze heen en weer te bewegen.
3. Steek de minigesp van de
middelste veiligheidsgordel weer
in de minisluiting. Voorkom dat
de gordel draait.
4. Trek aan de middelste veilig-
heidsgordel om na te gaan of de
minigesp goed vast zit.
5. Herhaal zo nodig deze stappen
om de andere rugleuning
omhoog te klappen.
Wanneer de zitplaats niet in gebruik
is, moet u de rugleuning rechtop in de
vergrendelde positie zetten.
Doorvoerluik achterbank
Deze auto kan zijn voorzien van een
doorvoerluik in het midden van de
achterbank. Klap de middenarmsteun
neer en trek aan de vergrendeling om
het luik te openen.