Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Regeling Bestuurdersmodus; Sportmodus - Cadillac ATS Gebruikershandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

voor uitgeschakelde Traction Control
branden en op het DIC verschijnt het
bijbehorende bericht. Zie Niveaurege-
lingsysteem, berichten 0 146.
Om TCS weer aan te zetten, drukt
u op
en laat u deze weer los. Op
de instrumentengroep dooft het
lampje
voor uitgeschakelde
Traction Control.
Als TCS de wielslip beperkt terwijl
de
is ingedrukt, zal het systeem niet
uitschakelen zolang de wielen
doorslippen.
Om zowel TCS als StabiliTrak uit te
schakelen, houdt u
ingedrukt totdat
het lampje Tractie uit
en Stabili-
Trak OFF
op de instrumentengroep
gaat en blijft branden. De bijbeho-
rende melding wordt getoond op het
DIC. Zie Niveauregelingsysteem,
berichten 0 146.
Om TCS en StabiliTrak weer aan te
zetten, drukt u op
en laat u deze
weer los. In de instrumentengroep
doven de lampjes Traction Off (tractie
uit)
en StabiliTrak Off (StabiliTrak
uit)
.
Het monteren van accessoires kan de
prestaties van de auto beïnvloeden.
Zie Accessoires en aanpassingen 0 258.
Regeling bestuurders-
modus
De regeling bestuurdersmodus
probeert de auto sportiever te laten
rijden, meer comfort te leveren of bij
lastig weer of terrein hulp te bieden.
Dit systeem wijzigt tegelijkertijd de
softwarekalibratie van diverse subsys-
temen. Afhankelijk van het optie-
pakket, de beschikbare functies en de
geselecteerde modus veranderen de
kalibraties van de wielophanging, de
stuurinrichting en de aandrijflijn om
de gewenste moduseigenschappen te
bewerkstelligen. Als de auto is uitge-
voerd met Magnetic Ride Control,
wordt het rijgedrag van de auto aange-
past aan het betreffende wegdek en de
geselecteerde rijmodus.
RIJDEN EN BEDIENEN
De regeling bestuurdersmodus heeft
drie of vier modi: Tour, Sport, Snow/
Ice en Track (Alleen V-serie). Druk op
de MODE-knop (ATS) en laat los of
y
z
druk op de knop
of
de middenconsole om het modus-
menu op de instrumentengroep te
openen. Bij de eerste druk op de knop
ziet u de huidige modus. Bij steeds
indrukken bladert u door de beschik-
bare modi. De Tour- en Sport-standen
zullen op een glad wegdek hetzelfde
aanvoelen. Selecteer een nieuwe
instelling wanneer de rijomstandig-
heden veranderen.
Tour-modus
Gebruikt in normaal stads- en
snelwegverkeer voor een soepele,
zachte rijstijl.

Sportmodus

Te gebruiken waar wegomstandig-
heden of persoonlijke voorkeuren een
meer beheerste reactie vereisen.
Bij deze optie licht het lampje Sport-
modus op het Driver Information
Center (DIC) op.
217
(ATS-V) op

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Ats-v

Inhoudsopgave