Inhoudsopgave
Advertenties
Beheersing kwijtraken
Slippen
Er zijn drie manieren waarop er kan
worden geslipt, die overeenkomen met
de drie regelsystemen van de auto:
Slippen door remmen - wielen
draaien niet.
Slippen door sturen of een bocht
nemen - als u een bocht te hard of
te scherp neemt, kunnen de wielen
gaan slippen en verliezen ze hun
grip op de weg.
Slippen door accelereren - door te
hard gas geven kunnen de aange-
dreven wielen te snel draaien.
Bestuurders die defensief rijden
vermijden slipsituaties door op de
bestaande omstandigheden te letten
en hun rijgedrag hierop af te
stemmen. Maar slippen kan altijd
gebeuren.
Als de auto begint weg te glijden, volg
dan deze adviezen:
Haal uw voet van het gaspedaal en
stuur in de richting waarin u wilt
dat de auto rijdt. De auto kan nu
weer recht op de weg komen. Wees
bedacht op een tweede slipsituatie.
Matig uw snelheid en stem uw
rijstijl af op de weersomstandig-
heden. De remweg kan langer zijn
en auto is mogelijk lastiger te
besturen wanneer de grip vermin-
derd is door water, sneeuw, ijs,
grind of ander materiaal op de
weg. Leer gevaarlijke situaties
herkennen (zoals water, ijzel of
sneeuw op de weg, zodat die
spiegelt) en matig uw snelheid
wanneer u twijfelt.
Probeer plotseling sturen, accele-
reren of remmen te voorkomen,
probeer ook de rijsnelheid niet te
verlagen door een lagere versnel-
ling in te schakelen. Door plotse-
linge veranderingen kunnen de
wielen gaan slippen.
Vergeet niet: Het antiblokkeersysteem
helpt alleen bij het voorkomen van
slippen bij het remmen.
RIJDEN EN BEDIENEN
Wedstrijdrijden en gebruik
op racecircuits
Wedstrijdrijden kan van invloed zijn
op de autogarantie. Raadpleeg de
garantiehandleiding voordat u de auto
gebruikt voor wedstrijdrijden.
Motorolie
Voorzichtig
Lage olieniveaus kunnen de motor
beschadigen. Wanneer u de auto
gebruikt voor wedstrijdrijden, kan
de motor meer olie verbruiken dan
bij normaal gebruik. Controleer het
oliepeil bij wedstrijdrijden regel-
matig.
Alleen 2,0 liter L4 Turbo-motor (LTG):
Houd het peil op of bij 1 l (1 qt)
boven het bovenste merkje dat op
de oliepeilstok het juiste werkbe-
reik aangeeft.
Gebruik een 600W-ventilator bij
productieoptie V03.
187
Advertenties
Hoofdstukken
Inhoudsopgave
