Bediening
Schakel het apparaat in.
Het hoofdmenu verschijnt.
Als u een bereiding wilt uitvoeren met
een functie met stoom, vult u het wa-
terreservoir en schuift het in het ap-
paraat.
Gedestilleerd water, water met kool-
zuur en andere vloeistoffen kunnen
de stoomoven beschadigen.
Gebruik uitsluitend vers, koud
drinkwater (kouder dan 20 °C).
Plaats het gerecht in de oven.
Kies de gewenste functie.
De functie verschijnt. Afhankelijk van de
gekozen functie verschijnen achtereen-
volgens het voorgeprogrammeerde ver-
mogen, de voorgeprogrammeerde tem-
peratuur en de bereidingstijd.
Wijzig de voorgeprogrammeerde
waarden voor de bereiding en stel in-
dien nodig de bereidingstijd in.
De voorgeprogrammeerde waarden
kunt u achtereenvolgens wijzigen met
behulp van de sensortoets .
Bevestig elke keuze met OK. Bij
functies zonder magnetron start u de
bereiding door de temperatuur te be-
vestigen.
Bij functies met magnetron verschijnt
een samenvatting van de instellingen en
is gemarkeerd.
Start
Bij functies met magnetron start u de
bereiding met behulp van de sensor-
toets OK.
60
Bij alle functies verschijnen de inge-
stelde waarden en het bereidingsproces
loopt.
Wanneer u een temperatuur hebt inge-
steld, kunt u het stijgen van de tempe-
ratuur in het display volgen. Als de inge-
stelde temperatuur voor het eerst wordt
bereikt, klinkt er een signaal.
De magnetronfunctie wordt uitgescha-
keld zodra u het bereidingsproces on-
derbreekt of de deur van de oven
opent. Met de sensortoets OK kunt u
de bereiding voortzetten.
Gebruik na de bereiding de sensor-
toets van de gekozen functie om de
bereiding te beëindigen.
Gevaar voor letsel door hete
stoom.
Bij een bereiding met stoom kan er
veel hete stoom vrijkomen als u de
deur opent. U kunt zich aan de
stoom branden.
Doe een stap terug en wacht totdat
de hete stoom is vervluchtigd.
Neem het gerecht uit de oven.
Schakel de stoomoven uit.