5.6 Helderheid instellen
5.7 LIAM info
Let op:
Een gedetailleerde toelichting van de LIAM functie staat vermeld in hoofdstuk „5.9
LIAM (insufflatie)" op pagina 60.
U kunt de helderheid van het display veranderen:
1. Selecteer met behulp van de draaiknop in het
patiëntmenu het menupunt Helderheid.
2. Selecteer met de draaiknop de gewenste
helderheidstrap.
3. Bevestig de selectie door op de draaiknop te drukken.
Tip:
Om het display tijdens de therapie helemaal uit te
schakelen (bijv. 's nachts), drukt u tijdens de therapie op
de draaiknop. Schakel het display weer in door opnieuw
op de draaiknop te drukken.
1. Selecteer met behulp van de draaiknop in het
patiëntmenu het menupunt LIAM info.
2. Bevestig de selectie door op de draaiknop te drukken.
Onder LIAM info worden de volgende door de arts
ingestelde waarden en de bijbehorende restlooptijden
weergegeven:
• Duur
• Interval
• Aantal
• Plateausignaal (geactiveerd of gedeactiveerd)
Bediening
NL
59