Apparaat in- en uitschakelen / therapie starten en beëindigen ......... Slangsysteemtest......... 14 -meting uitvoeren........ 14 -cel kalibreren........15 Apparaat koppelen aan LUISA app.... 15 Verontreinigde componenten....15 5 Instellingen in het menu In het menu navigeren........ 16 Structuur van het menu ......16 6 Hygiënische voorbereiding en onderhoud...
1 Inleiding 1 Inleiding 1.1 Toepassingsdoel Op basis van de geregistreerde signalen van de druk- en flowsensoren wordt het ventilatorvermogen gere- geld en wordt zo de therapiedruk aangepast. Het LM150TD beademingsapparaat is bedoeld voor de levensbehoudende en niet levensbehoudende bea- Er kan een externe SpO -sensor voor de meting van deming van patiënten die mechanisch moeten wor-...
1 Inleiding Persoon Beschrijving Kwalificatie van gebruiker Servicemedewerker Persoon met een door de overheid Na een scholing in de werking en bedie- erkende beroepsopleiding in een ning van het apparaat door de fabrikant technisch beroep. zijn servicemedewerkers deskundige ge- bruikers. Leverancier Persoon of organisatie die een pro- Na een scholing in de werking en bedie-...
2 Veiligheid 2 Veiligheid 2.1 Veiligheidsaanwijzingen 2.1.3 Omgevingsomstandigheden ⇒ Apparaat alleen binnen de voorgeschreven omge- vingsomstandigheden gebruiken, opslaan en 2.1.1 Energievoorziening transporteren (zie Omgevingsomstandigheden Als het apparaat buiten de voorgeschreven energie- [} 28]). voorziening wordt gebruikt, kunnen personen letsel ⇒ Wanneer het apparaat en de accu buiten de aange- oplopen, kan het apparaat beschadigd raken of kan geven bedrijfstemperatuur zijn opgeslagen, kan de prestatie van het apparaat worden verminderd.
2 Veiligheid 2.1.6 Omgang met zuurstof 2.1.9 Accessoires en reserveonderdelen De invoer van zuurstof zonder bijzondere bescherm- ⇒ Gebruik alleen accessoires en reserveonderdelen inrichting kan brand veroorzaken en personen letsel die in deze gebruiksaanwijzing worden genoemd. toebrengen. De producten moeten voldoen aan de desbetref- ⇒...
2 Veiligheid kunstmatige vingernagels of nagellak, residu’s (bijv. opgedroogd bloed, vuil, olie, vet) in de licht- weg. 2.2 Veiligheidsaanwijzingen in deze gebruiksaanwij- zing WAARSCHUWING Geeft een bijzonder gevaarlijke situatie aan. Wanneer u deze aanwijzing niet opvolgt, kan er ernstig onomkeerbaar of dodelijk letsel optre- den.
3 Productbeschrijving 3 Productbeschrijving 3.1 Overzicht 2 3 4 7 8 9 10 11 Aansluiting voor externe accu’s Aansluiting voor monitor Aansluiting voor USB-C Afstandsalarmaansluiting Netspanningsindicatie Alarmbevestigingstoets Ingang voor drukmeetslang Ingang voor ventielbesturingsslang Ingang voor SpO₂-sensor Ingang voor CO₂-meting (niet bezet) Ingang voor vernevelaar (niet bezet) Slangsysteem (ventielsysteem met één slang) Filtervak met grofstoffilter en fijnfilter...
3 Productbeschrijving 3.2 Display Statusbalkpictogrammen geven de actuele apparaat- Alarmbevestigingstoets - bevestigt alarmen en schakelt status (bijv. aangesloten accessoires, accucapaciteit) alarmen stil. aan. Home-toets - hiermee keert de weergave terug naar Menutoetsen - bieden toegang tot de verschillende me- het Home-display. nu's.
3 Productbeschrijving De screensaver wordt onmiddellijk gestopt als er een Sym- Beschrijving alarmmelding is. bool Accu wordt ontladen. Bedrijfstoestand “Aan” en therapie wordt niet - Groen: accucapaciteit hoog uitgevoerd - Geel: accucapaciteit matig - Rood: accucapaciteit laag • Apparaat- en therapie-instellingen zijn mogelijk. - Letter “I”: Interne accu •...
3 Productbeschrijving 3.7 Onderstel 2.0 De indicatie van de resterende looptijd is een voor- spelling en heeft altijd betrekking op het actuele ge- middelde vermogensverbruik van het apparaat. Na start van de therapie verstrijken tot aan de weer- gave van de resterende looptijd maxmaal 3 minuten. Bij alarmen voor de batterijcapaciteit gaat het appa- raat binnen enkele minuten uit (zie Alarmen...
4 Voorbereiding en bediening 4 Voorbereiding en bediening 4.1 Apparaat opstellen en 4.2.1 Lekkageslangsysteem aansluiten 1. Wanneer een beademingsingang of slangsysteem aansluiten zonder geïntegreerd uitademsysteem wordt ge- bruikt, een extern uitademsysteem aansluiten (zie 1. Plaats het apparaat vrijstaand op een vlakke on- gebruiksaanwijzing van het uitademsysteem).
4 Voorbereiding en bediening 4.2.3 Ventielsysteem met één slang aan- 1. Steek het vrije uiteinde van het lekkageslangsys- teem op de apparaatuitgang. Het gebruik van een sluiten ventielsysteem met één slang of dubbel slangsys- teem is eveneens mogelijk. WAARSCHUWING Gevaar voor letsel door beperkte herkenning 2.
4 Voorbereiding en bediening 4.4 Apparaat in- en uitschakelen / therapie starten en be- ëindigen Actie Voorwaarde Toets Bereikte bedrijfstoestand Apparaat inschake- Apparaat is aangesloten Aan, therapie wordt niet uitge- Aan/Uit-toets op het (zie Apparaat opstellen en voerd apparaat kort indrukken. aansluiten [} 12]).
® -kabel verbinden met de SpO -sensor. LUISA app LUISA app (optioneel) is een app op een mobiel eind- apparaat waarmee u therapiegegevens van de patiënt kunt aflezen. 1. In het menu Systeem > Apparaatinstellingen > Connectiviteit de functie Bluetooth activeren.
5 Instellingen in het menu 5 Instellingen in het menu 5.1 In het menu navigeren Actie Functie Functietoets indruk- Functietoetsen hebben een grijze achtergrond en de functie wordt op de toets aangege- ven met een tekst of symbool. Symbolen op zwarte achtergrond zijn geen functietoetsen, maar dienen ter informatie over de status van het apparaat (zie Symbolen in het display [} 9]).
5 Instellingen in het menu 5.2.3.1 Apparaatinstellingen Bedrijfstoestand Aan, therapie wordt uitge- voerd: resterende looptijd van het apparaat bij Volume alarm Alarmvolume instellen. accuvoeding Display Helderheid, oriëntatie en Bedrijfstoestand Aan, therapie wordt niet uit- achtergrond van het display gevoerd: laadtoestand van de interne accu in instellen.
6 Hygiënische voorbereiding en onderhoud 6 Hygiënische voorbereiding en onderhoud 6.1 Hygiënische voorberei- WAARSCHUWING Gevaar voor letsel door gebruik van ozon! ding Ozon-reinigingsapparaten kunnen de materia- len beschadigen en daardoor de patiënt in ge- vaar brengen. WAARSCHUWING Infectiegevaar bij hergebruik van apparaat en ⇒...
6 Hygiënische voorbereiding en onderhoud 3. Wit fijnfilter verwijderen en vervangen. 2. Stekkers, kabels en accessoires controleren op uit- wendige beschadigingen. Bijbehorende gebruiks- 4. Grofstoffilter vervangen. aanwijzingen in acht nemen. 5. Filtervak sluiten. 3. Accessoires controleren op correcte aansluiting op het apparaat.
6 Hygiënische voorbereiding en onderhoud 14.Indien nodig: Alarmen controleren (zie Alarmen controleren [} 20]). 6.2.1 Alarmen controleren Fysiologische alarmen Alarm ID-nr. Voorwaarde Controle Lekkage hoog Bij ventielsysteem met één slang: Inspiratieslang aan de patiëntaan- alarmgrenswaarde is ingesteld op sluitopening open laten. een waarde < 150 l/ min.
6 Hygiënische voorbereiding en onderhoud Onderhoudsinterval voor accu’s 4 jaar of 500 laadcycli Onderhoudsinterval membraan van de terugslagklep 4 jaar Onderhoudsinterval ventilator 35,000 h looptijd 6.4 Verwijderen van afval- stoffen Verwijder het product en de aanwezige accu’s niet sa- men met het huisvuil. Voor een vakkundige verwijde- ring kunt u terecht bij een erkend gecertificeerd ver- werkingsbedrijf voor elektronische apparaten.
7 Alarmen 7 Alarmen 7.1 Algemene aanwijzingen Uitvoering 1. In het expertmenu het menu Alarmen openen. Met akoestische en optische alarmen wijst het appa- 2. Gewenst alarm kiezen. raat op een acuut en dreigend gevaar dat uw aan- dacht en ingrijpen vereist. 3.
Pagina 23
7 Alarmen Weerga- Code Oorzaak Maatregel Weerga- Code Oorzaak Maatregel Lekkage Ondichtheid Slangsysteem en bea- Tidal vo- Lekkage in het Slangsysteem en hoog demingsingang en lume laag slangsysteem of pneumatische eenheid correcte plaatsing van in de pneumati- (FiO -cel en expiratie- het slangsysteem en sche eenheid module) op lekkages...
Pagina 25
7 Alarmen Batterij Externe accu 1 Accu is vanwege de FiO2-cel -cel niet aan- Contact opnemen met E1/2 oververhit. temperatuur uitge- niet aan- wezig. de leverancier. overver- schakeld. Apparaat bij wezig -cel laten plaatsen. de volgende tempera- tuur laten werken: FiO2-cel -cel ver- Contact opnemen met...
7 Alarmen Uitadem- Uitademsysteem Uitademsysteem aan- Slangsys- In het menu is Slangsysteem vervan- systeem niet aanwezig. sluiten. teem fou- het ventielsys- gen of aangesloten niet aan- Slangsysteem en bea- tief teem met één slangsysteem in het wezig demingsingang en slang ingesteld, menu instellen.
8 Storingen 8 Storingen Storing Oorzaak Maatregel Geen loopgeluid, geen weergave op Geen netvoeding. Verbinding van het apparaat met de het display. netvoeding controleren. Stopcon- tact controleren. Apparaat bereikt de ingestelde the- Grofstoffilter vervuild. Grofstoffilter reinigen. Indien nodig: rapiedruk niet. Filter vervangen (zie Hygiënische voorbereiding...
9 Technische gegevens 9 Technische gegevens 9.1 Omgevingsomstandigheden Temperatuurbereik werking +5°C tot +40°C Temperatuurbereik opslag -25°C tot +70°C Luchtvochtigheid voor werking, transport en opslag Relatieve luchtvochtigheid 15% tot 90%, niet conden- serend > 35° C tot 70° C bij een waterdampdruk tot en met 50 hPa Luchtdrukbereik 700 hPa tot 1100 hPa, komt overeen met een hoogte...
9 Technische gegevens Netadapter: Ingangsspanning / maximale stroom 100-240 V AC / 2,0 A - 1,0 A Netadapter: Ingangsfrequentie 50-60 Hz Netadapter: Uitgangsspanning / maximale stroom 48 V DC / 2,7 A zonder acculading, schermhelderheid 90% bij de volgende instellingen: Modus: T, patiënt: volwassene, lekkageslangsysteem 15 mm, IPAP: 40 hPa, EPAP: 4 hPa, F: 26,5 /min, Ti: 1,1s, drukstijging: niveau 1, drukdaling: niveau 1, testlong, extra accessoires: ademsys- teemfilter, uitademsysteem WilaSilent Tolerantie: -20% + 10%...
9 Technische gegevens Volume Instelbaar doelvolume kind 30 ml tot 400 ml Instelbaar doelvolume volwassene 100 ml tot 3000 ml Stapgrootte van het instelbaar doelvolume van 30 ml 5 ml tot 100 ml Stapgrootte van het instelbaar doelvolume van 100 ml 10 ml tot 3000 ml Nauwkeurigheid van het door het beademingsappa- ±...
10 Bijlage 10.2 Systeemweerstanden De pneumatische totale weerstand van het aangeslo- De drukdalingswaarden van de afzonderlijke compo- ten slangsysteem en de aangesloten accessoires (bijv. nenten kunnen bij elkaar worden opgeteld tot een to- ademluchtbevochtiger, ademsysteemfilter) tussen ap- tale weerstandswaarde die de bovengenoemde waar- paraat en patiënt mag de volgende waarde niet over- de niet mag overschrijden.
10 Bijlage 10.6.2 Apparaat met HFT-modus Symbool Beschrijving IP22 Beschermingsgraad tegen aanraking met een Standaard zijn in de omvang van de levering de vol- vinger. Product is beschermd tegen verticaal gende onderdelen inbegrepen: vallende waterdruppels bij een tot 15° hellende behuizing.