Ga voor de zuurstofinvoer als volgt te werk:
Voor het beëindigen van de zuurstofinvoer gaat u als volgt te werk:
1. Schakel de zuurstofinvoer uit.
2. Gebruik het apparaat een poosje zonder zuurstofinvoer om de resterende zuurstof uit
het apparaat te spoelen. Anders bestaat er in geval van een storing brandgevaar.
3. Verwijder de adapter voor de zuurstofinvoer van het apparaat.
4. Schakel het apparaat uit. Het veiligheidsventiel voor de zuurstoftoediening blokkeert
na 1 minuut automatisch de zuurstoftoevoer.
De zuurstofinvoer kan via een zuurstofconcentrator, de centrale gasinstallatie (alleen met
overeenkomstige drukreduceerklep) van een ziekenhuis,
vloeibare zuurstof met een continue flow of een zuurstoffles met overeenkomstige
drukreduceerklep plaatsvinden.
4.6.2 Zuurstofconcentratie meten (alleen ventielsysteem)
De zuurstofsensor kan alleen in combinatie met het ventielsysteem gebruikt worden.
Bij de meting wordt de zuurstofconcentratie over meerdere ademhalingen gemiddeld en
weergegeven. De meetwaarden zijn afhankelijk van de therapiedruk en van de
temperatuur van de omgeving en de ademlucht. Er is hier geen sprake van een FiO
maar van een gemiddelde waarde van de inspiratoire zuurstofconcentratie.
1
2
48
NL
Opstelling van het apparaat
1. Schakel het therapieapparaat in.
2. Sluit de meegeleverde O
hiervoor bestemde aansluiting op het
therapieapparaat.
3. Sluit de zuurstofbron aan op de O
4. Begin met de zuurstofinvoer. Let in elk geval op de
gebruiksaanwijzing van de betreffende zuurstofbron.
Het apparaat kan nu normaal worden toegepast.
1. De adapter wordt in drie delen geleverd: de
zuurstofsensor (1), de T-adapter (3) en een
luchtgeleidingsadapter (2). Schroef de
luchtgeleidingsadapter op de zuurstofsensor.
3
-koppeling aan op de
2
-koppeling.
2
-meting
2