Pagina 5
Legenda 1 Uitgang apparaat 9 Seriële interfaces Van hier uit stroomt de ademlucht via het Worden gebruikt voor het aansluiten van slangsysteem en de beademingsingang naar de apparaten voor de weergave en evaluatie van patiënt. therapiegegevens. -Koppeling 10 Deksel van het filtervak, luchtinlaat Wordt gebruikt voor het aansluiten van de Wordt gebruikt voor de afdekking en veilige zuurstofbron aan het therapieapparaat.
Therapieapparaat met lekkagesysteem 21 Afsluitstop (2x) 17 Slangsysteem 17 Slangsysteem 22 Droogadapter 18 Adapter 19 Drukmeetslang 20 Vouwslang 24 Aansluiting O -sensor 23 Uitademsysteem Legenda 17 Slangsysteem 21 Afsluitstop (2x) Door het slangsysteem stroomt de lucht naar de Worden gebruikt voor het sluiten van de beademingsingang.
Therapieapparaat, Systeem met een slang met patiëntenventiel 26 Aansluiting drukmeetslang (blauw 27 Testadapter 28 Aansluiting ventiel- gekenmerkt) besturingsslang 25 Aansluiting O -sensor 29 Systeem met een slang 34 Aansluiting uitgang van 30 Drukmeetslang het apparaat (blauw gekenmerkt) 33 Aansluiting patiënt 31 Ventielbesturingsslang 32 Patiëntenventiel Legenda...
Pagina 8
30 Drukmeetslang (blauw gekenmerkt) 33 Aansluiting patiënt Wordt gebruikt voor het meten van de actuele Hier wordt de beademingsingang aangesloten. therapiedruk. 34 Aansluiting uitgang van het apparaat 31 Ventielbesturingsslang Hier wordt het slangsysteem aan de uitgang voor Wordt gebruikt voor de besturing (openen en het apparaat van het therapieapparaat sluiten) van het patiëntenventiel.
40 Opening uitademlucht 45 Aansluiting ingang van het apparaat Hier wordt de uitademlucht van de patiënt uit het Hier wordt het slangsysteem aan de uitgang voor apparaat geleid. het apparaat van het therapieapparaat aangesloten. 41 Systeem met dubbele slang 46 Ventiel-besturingsslang Transporteert de ademlucht naar de patiënt en van de patiënt terug naar het apparaat.
Pagina 11
Accessoires 49 Wisselaccu WM 27880 50 Transporttas WM 27976 51 Bacteriënfilter WM 24148 52 Bacteriënfilter (alleen lekkagesysteem) WM 27591 (alleen ventielsysteem) 54 Beschermtas WM 27106 53 Set O -sensor WM 15732 Legenda 49 Wisselaccu WM 27880 apparaat door verschillende patiënten wordt gebruikt (patiëntwissel).
1.1 Speciale markeringen op het apparaat Linker kant Zuurstofaansluitingen: maximale invoer: 15 l/min bij < 1000 hPa VENTIlogic LS: Opening uitademlucht bij werking met systeem met dubbele slang met patiëntenventiel; opening niet sluiten of op andere wijze blokkeren. VENTIlogic plus: Opening wordt bij VENTIlogic plus niet gebruikt.
Pagina 13
Voorkant VENTIlogic LS: Aansluiting uitademlucht patiënt bij systeem met dubbele slang met patiëntenventiel. VENTIlogic plus: Opening wordt bij VENTIlogic plus niet gebruikt. Bus: Elektrische aansluiting voor zuurstofsensor; max. 100 mV DC Aansluiting: Drukmeetslang (blauw gekenmerkt). Therapiedruk 0-50 hPa (alleen voor slangsysteem met patiëntenventiel) Aansluiting: Besturingsslang voor patiëntenventiel 0-50 hPa (alleen voor...
Pagina 14
Onderhoudssticker: Geeft aan wanneer het volgende onderhoud vereist is STK-sticker: (alleen in de Bondsrepubliek Duitsland) Geeft aan wanneer de volgende veiligheidstechnische controle overeenkomstig §11 van de „Medizinprodukte-Betreiberverordnung“ (verordening voor de exploitant van medische hulpmiddelen) vereist is Ingang van het apparaat: Inlaat ruimtelucht met omgevingstemperatuur Typeplaatje (achterzijde) Gebruiksaanwijzing opvolgen Toegepast onderdeel van type BF...
Pagina 15
Bedieningsfolie 2 Alarmbevestigingstoets 3 Bedieningstoetsen 1 Aan-/uitschakeltoets 9 Programmatoets IPAP PEEP I : E 8 LIAM (insufflatie) 4 Draaiknop 7 LED stroomvoorziening -toets 6 Menutoets Legenda 1 Aan-/uitschakeltoets -toets Wordt gebruikt voor het in- en uitschakelen van Start het kalibreren van de O -sensor.
Standaardweergave tijdens de therapie: 2 Statusregel 3 Alarmindicatie 4 Actief 5 Laadtoestand van de interne accu programma 6 Laadtoestand van de 1 Actieve wisselaccu (optioneel) beademingsmodus 7 Symbool 13 Slangsysteem geheugenkaart 12 Beademings- parameters 8 Weergave wissel ademfase 11 Zuurstofconcentratie 9 Toegang tot het (optioneel) patiëntenmenu...
Pagina 17
8 Weergave wissel ademfase 10 Staafdiagram voor de drukweergave Geeft aan of de actuele wissel van de ademfase Wordt gebruikt voor de grafische weergave van spontaan of mandatoir plaatsvindt (spontaan: S, de therapiedruk. mandatoir: T), de weergave wisselt naar gelang 11 Zuurstofconcentratie (optioneel) van de ademfase van links (inspiratie) naar rechts Geeft de zuurstofconcentratie in de ademlucht in...
Filterwissel noodzakelijk Onderhoud noodzakelijk Akoestisch signaal van de alarmen werd gedurende 120 seconden stomgeschakeld Alle fysiologische alarmen werden gedeactiveerd (Uitzondering bij VENTIlogic LS: In de modi VCV en aVCV kunnen de alarmen Druk hoog Druk niet gedeactiveerd worden) laag Ventilator uit (stand-by-modus)
Pagina 19
Pictogram Betekenis SD-kaart is alleen-lezen of defect. Er kunnen geen gegevens worden opgenomen. Alarmvenster: Alarm lage prioriteit geactiveerd Alarm gemiddelde prioriteit geactiveerd Alarm hoge prioriteit geactiveerd Hoofdvenster: Plateausignaal ingeschakeld Plateausignaal uitgeschakeld Overzicht...
Pictogram Betekenis Mandatoir geactiveerde wissel van de ademfase Inspiratietrigger tijdens een expiratie geblokkeerd Ti/T Percentage inspiratieduur aan een ademcyclus Tidal volume Inspiratorisch tidal volume Expiratorisch tidal volume Inspiratieduur Expiratieduur Gemiddelde zuurstofconcentratie (21%) Weergave tussen haakjes: meetcel niet gekalibreerd, zuurstofkalibratie uitvoeren Zuurstofsaturatie Hartslagen per minuut Tijd sinds de laatste spontane ademhaling van de patiënt...
1.2 Veiligheidsinstructies in de gebruiksaanwijzing In deze gebruiksaanwijzing worden de veiligheidsinstructies als volgt gekenmerkt: Waarschuwing! Waarschuwt voor letselgevaar en eventuele materiaalschade. Voorzichtig! Waarschuwt voor materiaalschade en eventuele foute therapieresultaten. Let op: Bevat nuttige tips. Overzicht...
Het apparaat kan in stationaire en mobiele werking zowel thuis als ook in het ziekenhuis worden toegepast. Let op: VENTIlogic LS is niet bestemd als beademingstoestel voor de intensieve verpleging conform ISO 80601-2-12. Het apparaat kan voor de ontwenning (Weaning) van de invasieve beademing en de omstelling op maskerbeademing worden gebruikt.
• Acute bijholteontsteking (sinusitis) middeloorontsteking (otitis media) of trommelvelperforatie • Dehydratie 2.1.5 Niet-invasieve beademing (NIV) met VENTIlogic LS en VENTIlogic plus De volgende indicaties en contra-indicaties gelden bovendien speciaal voor de NIET- INVASIEVE beademing. typische indicaties voor de NIV: •...
• obesitas-hypoventilatiesyndroom • nneuromusculaire aandoeningen absolute contra-indicaties voor de NIV: • ontbrekende spontane ademhaling, naar adem snakken • gefixeerde of functionele verplaatsing an de ademwegen • gastrointestinale bloeding of ileus relatieve contra-indicaties voor de NIV: • coma • massieve agitatie •...
Om het verstellen van de therapiewaarden te voorkomen, wordt een toetsencode gebruikt. De vergrendeling van de bediening wordt op het display in vorm van een slotsymbool weergegeven. In het kliniekmenu kunnen naast de therapiewaarden ook beademingsgrafieken zoals bijv. flowgrafieken en druk-/volumeloops (alleen VENTIlogic LS) weergegeven worden. Beschrijving van het apparaat...
(therapiedruk plus max. drukverhoging). In de gecontroleerde modi T, PCV en VCV (alleen VENTIlogic LS) en in de geassisteerd- gecontroleerde modi ST, PSV, aVCV (alleen VENTIlogic LS) en aPCV kan de arts de ademfrequentie in het bereik van 5 tot 45 ademhalingen per minuut en de inspiratietijd in het bereik van 15 % tot 67 % van de ademperiode instellen.
In de modi S, ST, PSV, aPCV, aVCV (alleen VENTIlogic LS), SIMV, MPVp en MPVv kan de arts voor de inspiratie een van telkens één van 8 triggerlevels en bij de expiratie één van 14 triggerlevels (niet bij aPCV, aVCV, MPVp en MPVv) kiezen.
Pagina 29
MPV-modi worden gewoonlijk met een mondstuk gebruikt. De patiënt moet daarvoor in staat zijn een voldoende lippensluiting uit te voeren. De MPV-modi maken de beademing naar behoefte mogelijk en zijn beschikbaar voor het lekkagesysteem, het systeem met één slang en het systeem met dubbele slang. De MPV- modi hebben geen achtergrondfrequentie.
2.3.13 Zusteroproep en afstandalarm Ter ondersteuning bij de bewaking van patiënt en apparaat vooral bij de VENTIlogic LS bij levensbehoudende beademing, beschikt het apparaat over een afstandalarmaansluiting. Aan deze aansluiting worden alle alarmen met hoge en gemiddelde prioriteit en het alarm Geen netspanning! doorgeleid.
3. Veiligheidsinstructies 3.1 Veiligheidsvoorschriften Lees deze gebruiksaanwijzing aandachtig door. Deze is bestanddeel van het apparaat en moet te allen tijde aanwezig zijn. Gebruik het apparaat uitsluitend voor het hier beschreven doel (zie „2.1 Toepassing“ op pagina 23). Voor uw eigen veiligheid en de veiligheid van uw patiënten en volgens de eisen van de richtlijn 93/42/EEG dient u op het volgende te letten: 3.1.1 Beademing om het leven in stand te houden Gevaar!
Pagina 32
Wanneer de patiënt van het beademingstoestel afhankelijk is, wordt hij door het uitval van het alarm in gevaar gebracht. – Controleer bij de levensbehoudende beademing (alleen VENTIlogic LS) in elk geval of het alarm VT geactiveerd is. Alleen zo kan een eventuele afsluiting laag (stenose) worden herkend.
patiënten die afhankelijk zijn van het beademingstoestel door middel van een systeem met dubbele slang worden beademd of dat bij het gebruik van een systeem met een slang het expiratorische volume extra wordt bewaakt. 3.1.2 Werking van het apparaat Waarschuwing! •...
Pagina 34
• Let erop dat de beademingsslangen en kabels zodanig geïnstalleerd worden dat zij niet tot strangulatie van de patiënt kunnen leiden. • Let erop dat er geen kleine voorwerpen in nabijheid van de patient aanwezig zijn. Anders kunnen deze in de ademstroom van de patiënt komen en hem daardoor in gevaar brengen.
Pagina 35
Voorzichtig! • Controleer of de netspanning op het apparaat overeenstemt met de netspanning van het plaatselijke stroomnet. Het apparaat kan werken op een spanning van 110-230 V. Het stelt zich automatisch op één van deze spanningen • Zorg ervoor dat de netaansluitleiding correct is aangesloten. Beveilig de stekker steeds met de veiligheidsbeugel om ongewenst uittrekken van de stekker te voorkomen.
3.1.3 Mobiele werking Waarschuwing! Letselgevaar door onvakkundige behandeling van de wisselaccu! Onvakkundige behandeling van de wisselaccu kan leiden tot brand en letsel bij de patiënt. – De wisselaccu niet openen, indrukken, vervormen, doorboren of kleiner maken. – De wisselaccu niet laten vallen. –...
Pagina 37
arts de triggerinstellingen aanpassen of een gecontroleerde beademingsmodus instellen. Let op: • Houd er bij uw tijdsplanning rekening mee dat bij lage of zeer hoge buitentemperaturen de acculooptijd duidelijk wordt gereduceerd. 3.1.4 Zuurstofinvoer Waarschuwing! • Bij de invoer van zuurstof in de ademstroom is roken en open vuur verboden. Er bestaat brandgevaar.
Pagina 38
• De onderbrekingsvrije stroomvoorziening functioneert alleen wanneer de interne accu aanwezig en geladen is. Alleen in ingeschakelde toestand en in combinatie met de interne accu kan tijdens een onderbreking van de stroomvoorziening op de als accessoire verkrijgbare wisselaccu worden teruggegrepen. •...
Pagina 39
code (International Maritime Dangerous Goods Code) bij zeetransport en de ARD code (European Agreement concerning the International Carriage of Dangerous Goods by Road for Europe) bij vervoer over de weg. • Bij vragen over storingmeldingen, zie „8. Storingen en het verhelpen ervan” op pagina 84.
4. Opstelling van het apparaat Waarschuwing! Uitval van het apparaat door het gebruik van verkeerde slangsystemen! Door het gebruik van slangsystemen met een kleinere diameter dan Ø 15 mm kan het apparaat oververhit raken. – Gebruik alleen slangsystemen met een diameter van Ø 15 mm of meer. –...
Voorzichtig! Dek het apparaat niet af met dekens enz. De luchtinlaat wordt anders geblokkeerd waardoor oververhitting van het apparaat kan ontstaan. Dit kan leiden tot onvoldoende therapie en beschadiging van het apparaat. 1. Verbind de netaansluitleiding met de netaansluiting van het apparaat. Til hiervoor de veiligheidsbeugel op, steek de stekker in de netaansluiting en klap de veiligheidsbeugel over de stekker.
Let in elk geval op de gebruiksaanwijzingen van de beademingsingang en van het slangsysteem. 4.3.2 Systeem met dubbele slang (alleen VENTIlogic LS) Het systeem met dubbele slang heeft naast de beademingsslang, die de patiënt lucht toevoert, de drukmeetslang en de ventiel-besturingsslang ook een uitademslang die uitademlucht terug naar het apparaat en in de omgevingslucht afvoert.
Om het systeem met dubbele slang aan te sluiten, gaat u als volgt te werk: 1. Steek de beademingsslang (1) op de uitgang van de VENTIlogic LS. 2. Steek de uitademslang (3), op het einde waarvan zich het patiëntenventiel (4) bevindt, op de ingang voor de uitademlucht onder de uitgang van het apparaat.
Lekkageslang met standaardconus aansluiten Voor de lekkagewerking is optioneel een adapter verkrijgbaar om slangen met moffen met een binnendiameter van Ø 22mm en een drukmeetslang met een binnendiameter ≤ Ø 5 mm te gebruiken. Wanneer het apparaat met deze adapter is uitgerust, gaat u als volgt te werk om de slang aan te sluiten: 1.
Apart uitademsysteem aansluiten (alleen bij lekkagesysteem) Ga bij het aansluiten van een apart uitademsysteem als Beademings- volgt te werk: ingang Uitademsysteem 1. Steek het uitademsysteem in de mof van het slangsysteem. 2. Sluit de beademingsingang aan op het uitademsysteem. Slangsysteem Neem de gebruiksaanwijzing van het uitademsysteem en de beademingsingang in acht.
Pagina 46
4.5.1 Lekkagesysteem In combinatie met een lekkagesysteem gebruikt u het bacteriënfilter WM 24148. Wanneer het bacteriënfilter alleen wordt gebruikt, wordt dit direct aan de uitgang van het apparaat aangesloten en de beademingsslang op het bacteriënfilter gestoken. WM 24148 4.5.2 Ventielsysteem In combinatie met een ventielsysteem gebruikt u het bacteriënfilter WM 27591.
4.6 Therapie met zuurstofinvoer 4.6.1 Zuurstof invoeren Waarschuwing! • Bij de invoer van zuurstof in de ademstroom is roken en open vuur verboden. Er bestaat brandgevaar. De zuurstof kan zich in de kleding, het beddengoed of in de haren afzetten. Het kan pas door grondig luchten worden verwijderd.
Pagina 48
Ga voor de zuurstofinvoer als volgt te werk: 1. Schakel het therapieapparaat in. 2. Sluit de meegeleverde O -koppeling aan op de hiervoor bestemde aansluiting op het therapieapparaat. 3. Sluit de zuurstofbron aan op de O -koppeling. 4. Begin met de zuurstofinvoer. Let in elk geval op de gebruiksaanwijzing van de betreffende zuurstofbron.
Pagina 49
2. Steek de zuurstofsensor (1) met de luchgeleidingsadapter in de T-adapter (3). 3. Steek de T-adapter (3) op de uitgang van het apparaat (5). 4. Sluit de sensor (1) met behulp van de kabel aan op de zuurstofmeetbus (4). 5. Sluit het slangsysteem - indien noodzakelijk met bacteriënfilter - aan, zoals weergegeven in de afbeelding.
Let op: Gebruik voor de meting van de zuurstofsaturatie uitsluitend SpO -sensoren. 4.7 Werking bij netuitval Wanneer de netvoeding eens uitvalt, neemt de interne accu van het therapieapparaat automatisch de voorziening van het apparaat over. De melding Geen netspanning verschijnt. De groene LED netvoeding gaat uit. De looptijd van de accu is afhankelijk van de betreffende belasting en het temperatuurbereik.
5. Bediening 5.1 Bedieningselementen 5.1.1 Functietoetsen De volgende functies kunt u tijdens de beademingswerking direct oproepen door de overeenkomstige toets op het apparaat in te drukken: IPAP PEEP • LIAM (Insufflatie) (4) I : E • Alarmen bevestigen (3) • Programma kiezen (5) •...
5.1.2 Met de draaiknop navigeren De draaiknop is het centrale bedieningselement van het therapieapparaat. Met de draaiknop kunt u menupunten IPAP selecteren, in de menuvensters navigeren en waarden PEEP voor individuele menupunten instellen. Om zich met de navigatie per draaiknop vertrouwd te I : E maken, is het raadzaam om eerst in het Menu te schakelen.
Nachtmodus kiezen Wanneer u tijdens de therapie op de draaiknop drukt, activeert u de nachtmodus. Het dis- play wordt dan zodanig donkerder dat u alleen nog het staafdiagram met de drukweerga- ve kunt zien. De therapie wordt normaal voortgezet. Het display schakelt weer in wanneer u nogmaals op de draaiknop of een willekeurige toets drukt.
4. Druk kort op de aan-/uitschakeltoets , om het In-/uitschakeltoets apparaat in te schakelen. Het apparaat bevindt zich nu in de beademingswerking. Via de menutoets is het patiëntenmenu toegankelijk. IPAP Wanneer de inschakelautomaat (alleen bij PEEP lekkagesysteem) geactiveerd is, kunt u ook de I : E beademingsingang aanbrengen en het therapieapparaat door een ademstoot inschakelen (zie „5.4...
5.3 Omgang met accu’s Het apparaat is uitgerust met een interne accu die de stroomvoorziening van het therapieapparaat in noodgevallen overneemt. Bovendien kan het therapieapparaat met een als accessoire verkrijgbare wisselaccu worden uitgerust. 5.3.1 Accu’s laden De accu’s worden automatisch geladen zodra het therapieapparaat met het stroomnet wordt verbonden.
5.3.2 Weergave capaciteit/laadtoestand op het apparaat Wanneer het apparaat ingeschakeld is kunt u de laadtoe- stand van de accu in de standaardweergave aflezen: Symbool Betekenis Accuweergave groen: laadtoestand boven 25 % Accuweergave oranje: laadtoestand onder 25 % Accuweergave rood: laadtoestand onder 10 % Accu niet gebruiksklaar: –...
5.3.4 Werking met wisselaccu U kunt de accu zowel in uitgeschakelde toestand als ook tijdens de lopende werking vervangen. Let op: • Verwijder alleen de wisselaccu. De vervanging van de interne accu mag alleen door de fabrikant of een geautoriseerde vakhandel worden uitgevoerd.
3. Kies met behulp van de draaiknop het menupunt Inschakelautom. uit en bevestig de selectie door op de draaiknop te drukken. Selecteer nu met de draaiknop aan c.q. uit. Bevestig de selectie door op de draaiknop te drukken. De selectiebalk springt terug op Inschakelautom..
5.6 Helderheid instellen U kunt de helderheid van het display veranderen: 1. Selecteer met behulp van de draaiknop in het patiëntmenu het menupunt Helderheid. 2. Selecteer met de draaiknop de gewenste helderheidstrap. 3. Bevestig de selectie door op de draaiknop te drukken. Tip: Om het display tijdens de therapie helemaal uit te schakelen (bijv.
5.7.1 Plateausignaal activeren/deactiveren In de patiëntmodus kunt u onder LIAM info het plateausignaal in- of uitschakelen: 1. Selecteer in het menu LIAM info met de draaiknop het plateausignaal. 2. Bevestig de selectie door op de draaiknop te drukken. 3. Selecteer met de draaiknop de toestand plateausignaal aan of plateausignaal uit 4.
LIAM kan alleen door de arts worden vrijgeschakeld en alleen tijdens de beademing worden geactiveerd. De manoeuvre bevat minstens een LIAM-slag bestaande uit insufflatie en hierna volgende uitademing. Druk Duur in min/h (bijv. 20 min) Interval in sec/min/h (bijv. iedere 5 min) Aantal (bijv.
Pagina 62
Druk uitschakelbaar 1 sec plateaufase geluidssignaal IPAP ΔP LIAM Tijd LIAM LIAM Het betreffende drukverloop binnen de afzonderlijke LIAM-slag is aan het begin vergelijkbaar met een normale beademingsslag. Bij het bereiken van het IPAP-drukniveau stijgt de druk echter lineair verder tot op de maximale druk IPAP (IPAP + ΔP ) en LIAM...
5.9.2 Uitvoering U kunt LIAM handmatig tijdens de beademing activeren. Druk hiervoor op de toets ( ). Het apparaat schakelt in de LIAM-modus en de insufflatie wordt synchroon tot de volgende inademing gestart. U zelf kunt het gehele proces meerdere malen uitvoeren. Druk hiervoor opnieuw op de toets ( 5.9.3 LIAM afbreken LIAM kan op ieder moment afgebroken worden.
1. Druk op de programmatoets. Programma toets IPAP PEEP I : E 2. Kies het gewenste programma en bevestig uw keuze Onder het menupunt Weergeven > Overzicht kunt u de actuele instellingen en alarmen van het betreffende, geconfigureerd programma alsmede de werkelijke waarden weergeven.
3. Koppel de beademingsingang los van het slangsysteem en het slangsysteem los van het apparaat. 4. Reinig de beademingsingang, het slangsysteem en het apparaat volgens de gebruiksaanwijzing. Zie hiervoor ook paragraaf „Hygiënische voorbereiding“ op pagina 5.11.1 Apparaat geheel uitschakelen Als het apparaat op de netvoorziening is aangesloten, kan het niet compleet uitgeschakeld worden.
Pagina 66
– Verhouding spontane inspiratie tot totaal percentage van de inspiraties in % – Verhouding spontane expiratie tot totaal percentage van de expiraties in % – Tidal volume van de laatste inspiratie in ml – Gemiddeld ademminutenvolume in ml/min – Actuele fysiologische alarmen –...
Anders kan er verlies van therapiegegevens worden veroorzaakt. 5.12 Reizen met het therapieapparaat Vliegreizen met VENTIlogic LS/VENTIlogic plus: Voor privépersonen die met het therapieapparaat op reis willen gaan, gelden de voorwaarden voor het commerciële transport op het ogenblik niet (zie „3.1.5 Transport/ accessoires/reserveonderdelen/reparatie“...
De transporttas WM 27976 is als accessoire verkrijgbaar en maakt de mobiele werking van het apparaat mogelijk. 5.12.2 Voor de mobiele toepassing Het therapieapparaat mag u over een langer traject alleen in de hiervoor bestemde transporttas WM 27106 transporteren. Wanneer u het therapieapparaat mobiel wilt gebruiken, moet u het in de transporttas WM 27706 toepassen.
Pagina 69
De kleine accessoiretas is bestemd voor een tweede wisselaccu. U kunt de accessoiretas aan de voorkant van de transporttas of aan de schoudergordel bevestigen. Wanneer u de accu’s in de tas laadt, kan het apparaat bij te hoge belasting zo warm worden dat het laadproces van de accu’s wordt onderbroken.
6. Hygiënische voorbereiding Dit product kan wegwerpartikelen bevatten. Wegwerpartikelen zijn bestemd voor eenmalig gebruik. Gebruik deze daarom slechts een maal en bereid deze niet meer voor. Een hernieuwde voorbereiding van het wegwerpartikel kan de functie en de veiligheid van het product in gevaar brengen en tot niet voorspelbare reacties door veroudering, broos worden, slijtage, thermische belasting, chemische inwerkprocessen enz.
– Ventilatiefilter vervangen De slangsystemen met enkele of dubbele slang met patiëntenventiel (systeem met dubbele slang alleen bij VENTIlogic LS) zijn wegwerpartikelen en kunnen niet hygiënisch gereinigd worden. Let in elk geval op de gebruiksaanwijzing van het betreffende slangsysteem. Let voor de hygiënische reiniging van de beademingsingang op de bijbehorende gebruiksaanwijzing.
6. Hang het slangsysteem op en laat het goed afdruipen om te voorkomen dat er vocht in het therapieapparaat binnendringt. 7. Verwijder de stop van de drukmeetslang. 6.2.2 Slangsysteem met het therapieapparaat drogen Wanneer er eens per ongeluk water in de drukmeetslang is gekomen, moet het lekkagesysteem met behulp van het therapieapparaat gedroogd worden.
6.3 Reiniging van het huis Waarschuwing! • Er bestaat gevaar voor elektrische schokken. Schakel het apparaat voor de reiniging in elk geval geheel uit (zie „Apparaat geheel uitschakelen“ op pagina 65). • Let erop dat er geen vloeistoffen in het apparaat komen. Dompel het apparaat nooit onder in desinfectiemiddel of andere vloeistoffen.
5. Zet het grof stoffilter er weer in en sluit het deksel van het filtervak. Let op: Het fijne filter kan niet worden gereinigd. Dit wordt elke 1000 bedrijfsuren vervangen. 6.5 Reiniging van het ventilatiefilter Het ventilatiefilter beschermt de huisventilator tegen verontreiniging. Om het ventilatiefilter te wisselen, gaat u als volgt te werk: 1.
Pagina 75
gebruiksaanwijzing van het toegepaste desinfecteermiddel. Er wordt aanbevolen bij de desinfectie geschikte handschoenen (bijv. huishoud- of wegwerphandschoenen) te gebruiken. 6.8.1 Apparaat Het huis en de netaansluitleiding van het therapieapparaat worden door eenvoudige ® wisdesinfectie gereinigd. Wij adviseren hiervoor terralin protect. 6.8.2 Slangsysteem (lekkagesysteem) Als desinfectiemiddel adviseren wij GIGASEPT FF.
6.8.6 SpO module Een sterilisatie van de SpO module is niet toegestaan. Desgewenst, bijv. bij infectieziektes of buitengewone verontreinigingen kunt u het huis van de SpO module en de verbindingsleiding ook desinfecteren. Wij adviseren hiervoor ® terralin protect. Let daarbij ook op de gebruiksaanwijzing van het toegepaste desinfecteermiddel.
• • • • Wanneer de hierna aangegeven waarden c.q. functies niet vervuld worden, dient u het apparaat ter reparatie op te sturen aan de vakhandel of aan de fabrikant. * Deze modi zijn alleen beschikbaar bij VENTIlogic LS. Functiecontrole...
7.2.1 Flowmeting c.q. flowsensors/druksensors controleren (lekkagesysteem) Let op: De functiecontrole van de flowsensors/druksensors kan alleen in de stand-by- modus gebeuren. 1. Steek de meegeleverde rode droogadapter in de uitgang van het apparaat. 2. Alleen voor ziekenhuispersoneel: Controleer of het in het apparaat ingestelde slangsysteem identiek is aan het daadwerkelijk gebruikte slangsysteem.
3. Voer de volgende stappen uit zoals beschreven onder „7.2.1 Flowmeting c.q. flowsensors/druksensors controleren (lekkagesysteem)“ vanaf stap 2. Functiecontrole bij gebruikmaking van een systeem met dubbele slang met patiëntenventiel (alleen VENTIlogic LS): 1. Sluit het slangsysteem aan op het apparaat. 2. Steek de meegeleverde testadapter op de patiëntenaansluiting.
Pagina 80
Let er bij iedere inschakeling op dat twee verschillende akoestische signalen na elkaar klinken en de gele en rode LED gelijktijdig gaan branden. 2. Controleren van het alarm Geen netspanning! (Netuitvalalarm): Stel het therapieapparaat in werking. Trek hiervoor de netaanslutleiding uit het stopcontact.
7.3 Zuurstofsensor kalibreren (alleen ventielsysteem) 7.3.1 Algemeen Wanneer bij de therapie zuurstof wordt ingevoerd, vindt een meting van de zuurstofconcentratie aan de uitgang van het apparaat plaats om steeds te waarborgen dat de patiënt altijd voldoende van zuurstof is voorzien. Om de precisie van de meting te garanderen, moet er dagelijks een kalibratie worden uitgevoerd.
7.3.3 Kalibratie uitvoeren Ga voor de kalibratie als volgt te werk: 1.Controleer of de zuurstofsensor aangesloten is. 2. Gebruik van het apparaat. 3. Druk op de O -toets of de menutoets . De selectiebalk staat op O -Sensor kalibreren. Bevestig de selectie door op de draaiknop te drukken. De resterende tijd van de kalibratie wordt weergegeven.
7.4 Energievoorziening 7.4.1 Netvoeding Sluit het apparaat aan de netvoeding aan. De netvoeding functioneert correct wanneer de groene LED netvoeding permanent brandt en het stand-by-beeldscherm op het display verschijnt. 7.4.2 Interne accu en energie-uitvalalarm 1. Indien aanwezig: haal de wisselaccu eruit (zie „5.5 Alarmlijst“ op pagina 58). 2.
8. Storingen en het verhelpen ervan 8.1 Storingen Voorzichtig! Wanneer u storingen niet met behulp van de tabel kunt oplossen of indien onverwachte werkingen of gebeurtenissen optreden, neem dan contact op met de fabrikant of uw erkende vakhandel. Gebruik het apparaat niet verder, om grotere schade te voorkomen.
Pagina 85
Storing/ Oorzaak van de Remedie storingsmelding storing Eerste contact met zuurstofsensor De zuurtoftoevoer werd niet afgesteld -Sensor kalibreren Kalibratie van de zuurstofsensor uitvoeren Laatste kalibratie meer dan 24 h geleden uitgevoerd Apparaat werd eerder geheel uitgeschakeld De ventilator Uitval blower Apparaat laten repareren functioneert niet meer Interne accu laadt niet...
Storing/ Oorzaak van de Remedie storingsmelding storing -sensor Disconnectie SpO weggegleden of -sensor correct op de vingertop plaatsen meting losgeraakt van de vingertop -sensor en vingertoppen controleren en Nagellak, vuile vingers eventueel reinigen -signaal zwak Schok van de patiënt Toestand patiënt controleren 8.2 Alarmen Er wordt onderscheiden tussen twee soorten van alarmen: •...
8.2.2 Bevestigen van alarmen Als er door een fout een alarm wordt geactiveerd (hier: disconnectiealarm), kunt u door het indrukken van de alarmbevestigingstoets het akoestische alarm gedurende ca. 120 seconden laten pauzeren. Na de bevestiging van het akoestische alarm verschijnt weer de standaardweergave.
8.2.4 Fysiologische alarmen Oorzaak van de Indicatie Alarm Remedie storing Filter verontreinigd Filter reinigen c.q. vervangen Hoofdkap/hoofdbanden Beademingsingang zodanig instellen dat de IPAP ondicht beademingsingang dicht zit, Minimum evt. vervangen therapiedruk onderschreden. Beademingsingang (alleen Beademingsingang vervangen Gemiddelde prioriteit defect drukgeregeld) Laat de instellingen door de Instellingen niet behandelende arts...
Pagina 89
Oorzaak van de Indicatie Alarm Remedie storing Controleer of de door de arts voorgeschreven zuurstofflow Maximale Te hoge zuurstofinvoer correct op de zuurstofbron zuurstofconcentratie door verkeerd ingestelde ingesteld is. Laat de 2 hoog op uitgang van het zuurstofflow instellingen evt. door de apparaat behandelende arts overschreden...
Pagina 90
Maximale druk Het volume wordt overschreden. Lage Verschillende oorzaken Laat de instellingen door de niet bereikt (alleen prioriteit, stijgt na 10 mogelijk, bijv. reductie behandelende arts VENTIlogic LS). ademhalingen op van de longimpedantie controleren gemiddelde prioriteit Storingen en het verhelpen ervan...
Pagina 91
Filter reinigen c.q. vervangen Hoofdkap/hoofdbanden Beademingsingang zodanig instellen dat de Druk ondicht beademingsingang dicht zit, laag Minimum (alleen evt. vervangen therapiedruk VENTIlogic LS) onderschreden. Beademingsingang Beademingsingang vervangen Gemiddelde prioriteit defect Laat de instellingen door de Instellingen niet behandelende arts plausibel controleren Minutenvolumen...
8.2.5 Technische alarmen Voorzichtig! Wanneer u storingen niet met behulp van de tabel kunt oplossen of indien onverwachte werkingen of gebeurtenissen optreden, neem dan contact op met de fabrikant of uw erkende vakhandel. Gebruik het apparaat niet verder, om grotere schade te voorkomen.
Pagina 93
Oorzaak van de Indicatie Alarm Remedie storing Apparaat laten afkoelen, Accutemperatuur beter geschikte kritisch opstellingsplaats zoeken. Hoge prioriteit Accu te warm Alternatieve beademingsmogelijkheid toepassen Apparaat laten afkoelen, Interne accu beter geschikte temperatuurafhank. opstellingsplaats zoeken. uitgeschakeld Hoge prioriteit Accu te warm Alternatieve beademingsmogelijkheid toepassen...
Pagina 94
Oorzaak van de Indicatie Alarm Remedie storing Overdruk Hoge prioriteit Het apparaat schakelt Druksensor defect Apparaat laten repareren uit. Slangsysteem is niet correct of helmaal niet Slangensysteem controleren aan het apparaat Disconnectie aangesloten Hoge prioriteit Apparaat wordt met Beademingsingang open (niet aangebracht) aanbrengen of apparaat beademingsingang uitschakelen...
Pagina 95
Oorzaak van de Indicatie Alarm Remedie storing Expiratieslang niet Slangverbinding controleren aangesloten en evt. slangsysteem Verkeerd slangsysteem vervangen aangesloten Fout slangsysteem Het in het menu Gemiddelde prioriteit geselecteerde Slangsysteem wisselen of slangsysteem komt niet instellingen door de overeen met het behandelende arts laten aangesloten corrigeren...
Pagina 96
Oorzaak van de Indicatie Alarm Remedie storing Ventiel-besturingsslang op De ventiel- beschadigingen controleren, besturingsslang tussen evt. slangsysteem vervangen apparaat en patiëntenventiel is Ventiel-besturingsslang verkeerd aangesloten aansluiten Apparaat defect Apparaat laten repareren Druk permanent laag Hoge prioriteit Laat de instellingen door de Niet plausibele beade- behandelende arts mingsinstellingen...
Pagina 97
Oorzaak van de Indicatie Alarm Remedie storing Parameters konden niet Hoge prioriteit geladen worden Apparaatstart foutief Apparaat laten repareren Hoge prioriteit Blaaswerk schakelt door Het apparaat schakelt netuitval niet meer in uit. Uitval IPC Hoge prioriteit apparaat vervangen Het apparaat schakelt Apparaat defect Apparaat laten repareren uit.
Oorzaak van de Indicatie Alarm Remedie storing Attentie: apparaat Apparaat weer inschakelen werd uitgeschakeld! Apparaat werd Hoge prioriteit uitgeschakeld Alarm bevestigen Onbekend apparaat Hoge prioriteit Apparaat defect Apparaat laten repareren 8.2.6 Opslaan van alarmen Alle alarmtypes die in de tabellen „8.2.4 Fysiologische alarmen“ en „8.2.5 Technische alarmen“...
9. Onderhoud en veiligheidstechnische controle 9.1 Termijnen Wij adviseren u onderhoud, veiligheidstechnische controles en reparatiewerkzaamheden alleen door de fabrikant c.q. door de fabrikant uitdrukkelijk geautoriseerde vakhandel te laten uitvoeren. Bij deze controle wordt ook de EMC-afscherming van het apparaat gecontroleerd. Voor Duitsland: Het apparaat moet overeenkomstig §11 verordening voor de exploitant van medische hulpmiddelen iedere 2 jaar een veiligheidstechnische controle (Sicherheitstechnischen Kontrolle = STK) ondergaan.
9.1.2 Ventielsysteem • De slangsystemen met patiëntenventiel moeten volgens de bijbehorende gebruiksaanwijzing worden vervangen • Beademingsingang volgens de bijbehorende gebruiksaanwijzing • Evt. andere accessoires volgens de bijbehorende gebruiksaanwijzing 9.1.3 Interne accu • Laat de interne accu uiterlijk iedere 2 jaar door de fabrikant of een geautoriseerde vakhandel vervangen.
Let op Tijdens de werking met de rode testadapter kunnen afhankelijk van de instelling van het apparaat alarmen optreden (zie „8.2 Alarmen“ op pagina 86). 9.2.2 Opslag Interne accu Wanneer het apparaat steeds bedrijfsklaar moet zijn, adviseren wij u ook bij langer niet- gebruik het apparaat, dit aan het net aangesloten te laten.
2. Neem het grof stoffilter uit het deksel van het filtervak en verwijder het met het normale huisvuil. 3. Leg het schone grof stoffilter in het deksel van het filtervak. 4. Voer het deksel van het filtervak eerst met de onderste kant in de uitsparing van het huis in.
1. Om de filterwisselindicatie terug te zetten, drukt u op de menutoets en kiest u met de draaiknop in het patiëntenmenu het punt Filterwissel uit. Druk op de draaiknop om het menu Filterwissel op te roepen. 2. De vraag Filterwissel terugzetten ? verschijnt. Kies met de draaiknop JA en bevestig de keuze door op de draaiknop te drukken.
3. Neem een nieuw onvervuild filter en zet het in. Let erop dat het ventilatiefilter een rechte positie heeft en de hoeken niet in de opening kantelen. 4. Draai het apparaat om zodat de bovenkant naar boven wijst. 5. Verwijder het gebruikte filter met het huisvuil. 9.3.4 Bacteriënfilter Bij gebruik van het bacteriënfilter WM 24148 wisselt u het partikelfilter in het bacteriënfilter volgens de bijbehorende gebruiksaanwijzing.
9.5 Veiligheidstechnische controle De wettelijk voorgeschreven termijn voor de uitvoering van de veiligheidstechnische controle (STK) overeenkomstig §11 “Medizinprodukte-Betreiberverordnung” (verordening voor de exploitant van medische producten - alleen Bondsrepubliek Duitsland) bedraagt twee jaar. Bovendien moet als preventieve onderhoudsmaatregel in de volgende afstanden een onderhoud worden uitgevoerd bij de fabrikant of bij een door de deze uitdrukkelijk geautoriseerde vakhandel: •...
Pagina 106
9.6.2 Accu’s Verwijder accu’s niet met het huisvuil. Wanneer de accu’s niet langer worden gebruikt, kunt u deze inleveren bij een erkend gecertificeerd verwerkingsbedrijf voor elektronische apparaten. Het adres van een dergelijk bedrijf kunt u opvragen bij de betreffende milieu-instantie of uw gemeente. 9.6.3 Zuurstofsensor Verwijder de zuurstofsensor niet met het huisvuil omdat hij elektrolyt en lood bevat.
– O -koppeling WM 27166 – Inbussleutel, maat 3 WM 24708 Slangadapter (ziekenhuisadapter) WM 15880 Gebruiksaanwijzing, NL WM 67784 VENTIlogic LS, Systeem met een slang met patiëntenventiel WM 27950 Onderdelen Bestelnummer VENTIlogic LS Basisapparaat met afscherming WM 27951 Netaansluitleiding WM 24177...
Pagina 108
– Inbussleutel, maat 3 WM 24708 Adapter, lekkagesysteem, verpakt WM 27199 Slangadapter (ziekenhuisadapter) WM 15880 Gebruiksaanwijzing NL WM 67784 VENTIlogic LS, Systeem met een slang met patiëntenventiel WM 27950HLO Onderdelen Bestelnummer VENTIlogic LS Basisapparaat met afscherming WM 27951 Netaansluitleiding WM 24177...
Pagina 109
VENTIlogic LS, Systeem met dubbele slang met patiëntenventiel WM 27960 Onderdelen Bestelnummer VENTIlogic LS Basisapparaat met afscherming WM 27951 Netaansluitleiding WM 24177 Beschermtas voor VENTIlogic LS WM 27106 Set, omschakeling op systeem met dubbele slang met WM 15546 patiëntenventiel, verpakt, bestaande uit: –...
Pagina 110
Bacteriënfilter (lekkagesysteem) WM 24148 Bacteriënfilter (ventielsysteem) WM 27591 Slangadapter (ziekenhuisadapter) WM 15880 Gebruiksaanwijzing voor patiënten en het verplegend personeel WM 67784 VENTIlogic LS NL Gebruiksaanwijzing voor ziekenhuispersoneel VENTIlogic LS, NL WM 67804 Beknopte gebruiksaanwijzing, EN WM 67621 Omvang van de levering...
VENTIlogic plus, Systeem met een slang met patiëntenventiel WM 27990HLO Onderdelen Bestelnummer VENTIlogic plus Basisapparaat met afscherming WM 27874 Netaansluitleiding WM 24177 Beschermtas voor VENTIlogic plus WM 27886 Ventielsysteem met een slang WM 27181 Testadapter, verpakt WM 27140 Info- en reserveonderdelenlijst, bestaande uit: WM 15494 –...
11. Technische gegevens 11.1 Therapieapparaat Therapieapparaat Productklasse volgens richtlijn 93/42/EEG Afmetingen B x H x D in cm 24 x 15,3 x 34 ca. 5,9 kg zonder wisselaccu Gewicht ca. 6,5 kg met wisselaccu Temperatuurbereik – Werking +5 °C tot +35 °C –...
Pagina 114
Therapieapparaat Level 1: 63 dB(A) Geluiddrukniveau alarmmelding Level 2: 66 dB(A) conform IEC 60601-1-8 voor alle Level 3: 68 dB(A) alarmvoorwaarden (hoge, Level 4: 80 dB(A) gemiddelde en lage prioriteit) ±5 dB(A) Bedrijfsduur Belastinggeval 1 : PEEP=0hPa, f=20/min, Ti/T=40%, R=8hPa/l/s, interne batterij (interne en C=40ml/hPa, Vt=300ml, vervangende batterij samen)
Pagina 115
Therapieapparaat Minimale stabiele grensdruk (PLS ) (min. druk in geval van ≥0 hPa storing) Maximale stabiele grensdruk ≤60 hPa (PLS ) (max. druk in geval van storing) Ademfrequentie 5 tot 45 bpm Nauwkeurigheid ± 0,5 bpm Stapbreedte 0,5 bpm I:E (Ti/T): Inspiratieduur 15 % tot 67 % van de ademperiode Stapbreedte...
Pagina 116
Lekkagesysteem: 320 l/min bacteriënfilter bij 0 hPa: Systeem met een slang met patiëntenventiel: 330 l/min Dysteem emt dubbel slang met patientenventiel (alleen VENTIlogic LS): 330 l/min Tolerantie ±15 l/min De druk wordt door middel van een druksensor bewaakt. Wanner Algoritme continue druk de therapiedruk minstens 15 seconden lang zijn waarde niet met minstens ±...
Pagina 117
Therapieapparaat – Huidige waarden: Na elke ademhaling opnieuw berekend (geen gemiddelde berekenen) – Gemiddelde waarden: berekend over alle ademhalingen sinds de start van het apparaat. – AirTrap-statistiek: berekend over alle ademhalingen sinds de start van het apparaat. – Lekkage: continu berekend na elke ademhaling geactualiseerd –...
11.2 Systeemweerstanden Systeemweerstand bij een luchtstroom van 60 l/min aan de patiëntaansluitopening Therapieapparaat met slangsysteem Therapieapparaat VENTIlogic LS met WM 24130 met systeem met systeem met Accessoires (lekkagesysteem) een slang met dubbele slang met en Silentflow patiëntenventiel patiëntenventiel WM 23600 kPa ·...
11.8 Elektromagnetische emissie Richtlijnen en verklaring van de fabrikant - Elektromagnetische emissie Het apparaat kan in stationaire en mobiele werking zowel thuis als ook in het ziekenhuis worden toegepast. In het woongedeelte kan het apparaat radiostoringen veroorzaken, zodat het nodig kan zijn om geschikte maatregelen te treffen om dit te verhelpen, bijvoorbeeld nieuwe uitrichting.
11.9 Elektromagnetische storingsbestendigheid Richtlijnen en verklaring van de fabrikant - Elektromagnetische storingsbestendigheid Het apparaat kan in stationaire en mobiele werking zowel thuis als ook in het ziekenhuis worden toegepast. In het woongedeelte kan het apparaat radiostoringen veroorzaken, zodat het nodig kan zijn om geschikte maatregelen te treffen om dit te verhelpen, bijvoorbeeld nieuwe uitrichting.
3 dalingen: 3 Spanningsdalingen, Wanneer de gebruiker van Dalingsniveaus/ Dalingsniveaus/ kortstondige de VENTIlogic LS/VENTIlogic duur: duur: onderbrekingen en plus ook bij het opduiken 30% / 500 ms 30% / 500 ms schommelingen van van onderbrekingen van de...
- richtlijn bestendigheid Draagbare en mobiele zend- en ontvangstapparatuur mogen niet op een geringere afstand tot het medische apparaat VENTIlogic LS met inbegrip van de leidingen gebruikt worden dan op de aanbevolen beschermingsafstand die conform de voor de zendfrequentie van toepassing zijnde vergelijking berekend wordt.
Pagina 128
Richtlijnen en verklaring van de fabrikant - Elektromagnetische storingsbestendigheid Het apparaat kan in stationaire en mobiele werking zowel thuis als ook in het ziekenhuis worden toegepast. In het woongedeelte kan het apparaat radiostoringen veroorzaken, zodat het nodig kan zijn om geschikte maatregelen te treffen om dit te verhelpen, bijvoorbeeld nieuwe uitrichting.
12. Garantie Löwenstein Medical verleent de klant van een nieuw origineel Löwenstein Medical-product en een door Löwenstein Medical gemonteerd reserveonderdeel een beperkte fabrikantengarantie overeenkomstig de geldende garantievoorwaarden voor het desbetreffende product en de onderstaand vermelde garantieperiode vanaf koopdatum. De garantievoorwaarden zijn op de website van de fabrikant op te roepen. Desgewenst sturen wij u de garantievoorwaarden ook op.
Pagina 132
Löwenstein Medical Technology GmbH + Co. KG Kronsaalsweg 40 22525 Hamburg, Germany T: +49 40 54702-0 F: +49 40 54702-461 www.loewensteinmedical.de...