2.3.3 Bedrijfstoestanden
Bij het therapieapparaat zijn 3 bedrijfstoestanden mogelijk: aan, uit en stand-by.
Als het apparaat ingeschakeld is, loopt de therapie. In de stand-by is de blower uitgescha-
keld, het apparaat echter door kort indrukken van de in-/uitschakeltoets direct bedrijfs-
klaar, voor zover het slangsysteem correct is aangesloten. Instellingen op het apparaat zijn
in stand-by mogelijk. Als het apparaat helemaal uitgeschakeld is, zijn de blower en de dis-
play eveneens uitgeschakeld en zijn er geen instellingen op het apparaat mogelijk.
2.3.4 Lekkagesysteem
Bij gebruik van een lekkagesysteem wordt via een uitademsysteem de CO
uitademlucht continu uitgespoeld.
2.3.5 Ventielsysteem
Hier wordt de uitademing via het patiëntenventiel gestuurd.
Bij gebruik van het systeem met een slang met patiëntenventiel ontwijkt de uitademlucht
van de patiënt via het patiëntenventiel in de omgeving. Het apparaat bestuurt het
patiëntenventiel via de ventiel-besturingsslang.
Bij gebruik van het systeem met dubbele slang met patiëntenventiel (alleen VENTIlogic LS) voert
bovendien een uitademslang de uitademlucht door het apparaat af in de omgevingslucht.
2.3.6 Therapiemodi
Het therapieapparaat kan in de volgende therapiemodi worden gebruikt:
• Lekkagesysteem: S, T, ST, CPAP, MPVp, MPVv
• Ventielsysteem: PCV, aPCV, PSV, VCV (alleen VENTIlogic LS), aVCV (alleen
VENTIlogic LS), SIMV, MPVp, MPVv
De voor uw therapie noodzakelijke modus wordt door de behandelende arts op het
apparaat ingesteld.
De arts kan bij de drukgestuurde modi S, T, ST, PCV, PSV en aPCV een volumecompensatie
activeren. Daarvoor worden minimum volume en maximale drukverhoging ingesteld. Bij
het onderschrijden van het minimum volume verhoogt het apparaat de druk automatisch
continu tot de ingestelde maximale druk (therapiedruk plus max. drukverhoging).
In de gecontroleerde modi T, PCV en VCV (alleen VENTIlogic LS) en in de geassisteerd-
gecontroleerde modi ST, PSV, aVCV (alleen VENTIlogic LS) en aPCV kan de arts de
ademfrequentie in het bereik van 5 tot 45 ademhalingen per minuut en de inspiratietijd in
het bereik van 15 % tot 67 % van de ademperiode instellen.
Beschrijving van het apparaat
-houdende
2
NL
27