Bediening
Eenvoudige bediening
Plaats het gerecht in de oven.
Kies met de functieschakelaar de ge-
wenste functie.
De functie wordt kort weergegeven,
daarna verschijnt de voorgeprogram-
meerde temperatuur.
Wijzig zo nodig de voorgeprogram-
meerde temperatuur met de draai-
knop .
De voorgeprogrammeerde tempera-
tuur wordt na enkele seconden over-
genomen. U kunt de temperatuur ach-
teraf wijzigen met de draaiknop .
Bevestig met OK.
De werkelijke temperatuur verschijnt en
de verwarmingsfase begint.
U kunt het stijgen van de temperatuur in
het display volgen. Als de gekozen tem-
peratuur voor het eerst wordt bereikt,
klinkt er een signaal.
Zet de functieschakelaar na het berei-
dingsproces op 0.
Haal het gerecht uit de ovenruimte.
44
Waarden en instellingen voor
een bereidingsproces wijzigen
Zodra een bereidingsproces loopt, kunt
u naargelang de functie de waarden of
instellingen voor dit bereidingsproces
wijzigen.
Naargelang de functie kunt u volgende
instellingen wijzigen:
-
Temperatuur
-
Bereidingstijd
-
Einde om
-
Start om
Temperatuur wijzigen
U kunt de voorgeprogrammeerde tem-
peratuur met de sensortoets |
geprog. temperaturen
aan uw persoonlijke wensen aanpas-
sen.
Wijzig de temperatuur met de draai-
knop .
De temperatuur verandert in stappen
van 5 °C.
Bevestig met OK.
Tip: Als u een bereidingstijd heeft ge-
programmeerd, moet u het menu "Be-
reidingstijd" eerst met de sensor-
toets verlaten. Daarna kunt u de
temperatuur met de draaiknop wij-
zigen.
Raak daarna de sensortoets aan om
de bereidingstijd weer te bekijken.
Voor-
ook permanent