DISPLAYS EN METERS
B
Instrumentenpaneel B
Dit gaat branden wanneer het contact wordt
ingeschakeld. Het oplichten van sommige
controlelampjes gaat vergezeld van een
boodschap.
Afhankelijk van de auto kunt u de inhoud en
de kleuren van uw instrumentenpaneel naar
eigen keuze instellen.
Raadpleeg het instructieboekje voor de uit-
rusting.
(3/6)
12
11
Koelvloeistoftemperatuurmeter 11
Bij normaal gebruik, moet de meter 11 voor
de zone 12 blijven. Bij zware motorbelasting
kan hij wel in de buurt komen. Dit is niet ern-
stig tenzij het waarschuwingslampje
gaat branden en een boodschap verschijnt
op het instrumentenpaneel en een geluids-
signaal klinkt.
Snelheidsmeter 13
Afhankelijk van de geselecteerde rijstijl vari-
eert het display.
13
15
Geluidssignaal snelheidsverklikker
Afhankelijk van de auto en het land wordt
het waarschuwingslampje
geven en is een geluidssignaal te horen.
®
Dit geluidssignaal is te horen zodra de auto
sneller rijdt dan 120 km/u. Het waarschu-
wingslampje blijft branden zolang de snel-
heid hoger is dan 120 km/u.
Toerenteller 14
(schaalverdeling × 1000)
Deze wordt op een andere manier weerge-
geven volgens de gekozen instelling op het
instrumentenpaneel. Afhankelijk van de ge-
selecteerde rijstijl wordt deze mogelijk niet
weergegeven.
Indicatielampje rijstijl 15 ➥ 2.20
14
weerge-
1.63