Download Print deze pagina

Renault TALISMAN 2021 Instructieboekje pagina 106

Advertenties

VERLICHTING EN SIGNALEN
3
7
g
Mistlichten voor
Draai de middelste ring 7 van
de schakelaar 1 zo dat het symbool bij het
merkteken 3 staat en laat dan los.
De werking is afhankelijk van de gevoerde
verlichting; het controlelampje op het instru-
mentenpaneel gaat branden.
1.92
(8/8)
Mistachterlicht
Draai de middelste ring 7 van de
schakelaar zo dat het symbool bij het merk-
1
teken 3 staat en laat dan los.
De werking is afhankelijk van de gevoerde
verlichting; het controlelampje op het instru-
mentenpaneel gaat branden.
Zodra de weersomstandigheden dit toelaten
moet u de mistachterlichten uitschakelen om
de achter u rijdende weggebruikers niet te
hinderen.
Bij mist, sneeuw of bij het vervoer van
voorwerpen die voorbij de voorkant van
het dak uitsteken, werkt de automati-
sche verlichting niet altijd.
Het inschakelen van de mistlichten blijft
onder controle van de bestuurder: de
controlelampjes op het instrumentenpa-
neel informeren u over het inschakelen
(controlelampje brandt) of uitschakelen
(controlelampje uit).
Lichten uit
Draai opnieuw de ring 7 om het merkteken 3
tegenover het symbool van het mistlicht te
brengen dat u wilt uitschakelen. Het bijbeho-
rende controlelampje op het instrumenten-
paneel dooft.
Bij het uitschakelen van de verlichting, gaan
ook de mistlichten voor en achter uit.
Bochtlichten
(Afhankelijk van de auto)
Bij vooruitrijden met een snelheid van
minder dan circa 40 km/u en de dimlich-
ten aan, gaat in bepaalde omstandighe-
den (stuurwielhoek, richtingaanwijzers aan,
enz.) in een bocht één van de mistlichten
branden om de bocht te verlichten.
In de achteruitversnelling en met de dim-
lichten aan, gaan de twee mistlampen voor
automatisch branden.
Opm: bij schakelen van achteruit naar voor-
uit (bijv. tijdens een parkeermanoeuvre), blij-
ven de twee mistlichten branden totdat het
voertuig harder rijdt dan 10 km/u.

Advertenties

loading