STORINGEN
(4/6)
Tijdens het rijden
Het sturen gaat zwaar.
De motor wordt te warm. De koelvloei-
stoftemperatuurmeter staat in de geva-
renzone en het waarschuwingslampje
®
brandt.
De vloeistof in het expansievat borrelt.
Radiateur: als er veel te weinig koelvloeistof is, mag deze niet worden bijgevuld met koude koelvloeistof wanneer de motor erg heet
is. Na elke reparatie waarbij het koelsysteem geheel of gedeeltelijk is afgetapt, moet dit met nieuwe koelvloeistof worden bijgevuld.
Gebruik hiervoor alleen door onze technische diensten goedgekeurde koelvloeistof.
5.40
MOGELIJKE OORZAKEN
Oververhitting van de bekrachtiging.
Probleem met de elektrische bekrachti-
gingsmotor.
Storing in het hulpsysteem.
Koelventilateur defect.
Koelvloeistoflekkage.
Mechanische storing: koppakking opge-
blazen.
WAT TE DOEN
Rijd voorzichtig bij lage snelheid, let op de kracht
die u moet zetten op het stuurwiel om de wielen
te draaien. Raadpleeg een merkdealer.
Stop de auto, stop de motor en roep de hulp in
van een merkdealer.
Controleer het koelvloeistofreservoir: er moet
vloeistof in zitten. Als het leeg is, raadpleeg dan
zo snel mogelijk een merkdealer.
Zet de motor stil.
Roep de hulp in van een merkdealer.