HANDSFREE KAART: gebruik
1
2
Er zijn drie manieren voor het vergrendelen/
ontgrendelen van de auto:
– handsfree, terwijl men naar de auto toe
loopt of ervan wegloopt;
– handsfree met behulp van de knop 2 op
de handgreep 1 van een van de voorpor-
tieren;
– de kaart gebruiken in de afstandsbedie-
ningsmodus.
Bewaar de kaart niet op een plaats waar
andere elektronische apparaten (com-
puter, telefoon, enz.) de werking ervan
kunnen verstoren.
(1/4)
De handsfree-functie uit- of
inschakelen
Afhankelijk van de auto kunt u deze functies
uit- of inschakelen:
– de auto ontgrendelen terwijl men ernaar
toe loopt en vergrendelen terwijl men
ervan wegloopt;
– de auto vergrendelen of ontgrendelen
door te drukken op de knoppen van de
portierhandgreep.
Ook het geluidssignaal dat klinkt als de
auto wordt vergrendeld terwijl men ervan
wegloopt, kan worden uit- of ingeschakeld.
➥ 1.77.
Welkomstverlichting onder de externe
handgrepen
Als deze functie actief is, lichten de lamp-
jes onder de externe handgrepen automa-
tisch op als de kaart wordt gedetecteerd, als
de auto wordt ontgrendeld of als een portier
wordt geopend.
Ze gaan automatisch uit:
– ongeveer één minuut nadat ze zijn aan-
gegaan;
– bij het starten van de motor;
of
– wanneer de auto wordt vergrendeld.
Laat nooit een kaart in de auto
liggen als u de auto verlaat.
Verantwoordelijkheid van de
bestuurder tijdens het parke-
ren of stoppen van de auto
Laat nooit, zelfs niet eventjes,
een kind, een afhankelijke volwassene
of een dier in de auto achter als u deze
verlaat.
Ze kunnen zichzelf of anderen in gevaar
brengen door bijvoorbeeld de motor te
starten, organen te bedienen zoals bij-
voorbeeld de ruitbediening, of de portie-
ren te vergrendelen.
Bovendien kan bij warm en/of zonnig
weer de temperatuur in het interieur heel
erg snel oplopen.
LEVENSGEVAAR OF GEVAAR VAN
ERNSTIG LETSEL.
1.5