ELEKTRISCHE RUITBEDIENING
Deze systemen werken:
– bij draaiende motor;
– nadat de motor is uitgezet totdat een
voorportier wordt geopend (beperkt tot
ongeveer 12 minuten);
– met de motor uit, met gesloten portieren,
nadat lang op de startknop is gedrukt.
Druk of trek aan de schakelaar van een ruit
om deze omhoog of omlaag te zetten tot de
gewenste hoogte: de achterruiten kunnen
niet helemaal omlaag.
Veiligheid inzittenden achter
De bestuurder kan de werking van de ruitbediening achter uitschakelen door de
schakelaar 4 in te drukken. Op het instrumentenpaneel wordt een bevestigings-
boodschap weergegeven.
Verantwoordelijkheid van de bestuurder
Verlaat uw voertuig nooit met de handsfree kaart erin en met een kind, afhankelijke volwas-
sene of huisdier in het voertuig, zelfs niet voor een korte tijd. Zij kunnen zichzelf of anderen
in gevaar brengen door de motor te starten of apparatuur te bedienen zoals de versnellings-
hendel of de ruitbediening. In geval van beknelling van een lichaamsdeel draait u direct de
bewegingsrichting van de ruit om door te drukken op de betreffende schakelaar.
Gevaar van ernstige verwondingen.
3.26
(1/2)
1
5
2
3
4
6
Vanaf de bestuurdersplaats bedient u de
schakelaar:
1 voor de bestuurderskant;
2 voor de passagierskant voor;
3 en 5 voor de passagiers achter.
Vanaf de passagiersplaatsen bedient u de
schakelaar 6.
Leg nooit iets op de bovenkant van een
ruit: risico van beschadiging van de ruit-
bediening.