VERVOER VAN BAGAGE
A
Let er bij het vervoer op dat de voorwerpen
met hun langste zijde steunen tegen ofwel:
– de rugleuning van de achterbank bij nor-
male ladingen (voorbeeld A).
– De rugleuningen van de voorstoelen met
de rugleuningen van de achterstoelen
neergeklapt en de losse bodemplaat in
de stand vlakke vloer staat (geval B).
Als u voorwerpen op de neergeklapte rug-
leuning wilt plaatsen, moet u eerst de hoofd-
steunen verwijderen voordat u de rugleuning
neerklapt, zodat de rugleuning zo dicht mo-
gelijk tegen het zitkussen kan kantelen.
3.60
B
De
zwaarste
voorwerpen
plaatst u zo laag mogelijk op de
laadvloer. Zet de lading indien
mogelijk vast aan de bevesti-
gingspunten 1 (indien aanwezig) op de
vloer van de laadruimte. De lading moet
zo geplaatst zijn dat niets naar voren
geslingerd kan worden in geval dat de
bestuurder plotseling moet remmen.
Maak de autogordels van de zitplaatsen
achter vast, ook als deze niet bezet zijn.
1
Bevestigingshaken
In elke hoek van de bagageruimte kan de
lading aan de haken 1 vastgemaakt worden.
Plaats de te vervoeren voorwerpen altijd
zo dat de zwaarste voorwerpen tegen de
rugleuning van de achterstoel steunen.